6
7
Leven: de hoeveelheid letsel die de fi guur
kan (fi guren kunnen) verdragen voordat hij
vernietigd wordt.
V erplaatsen: het maximum aantal vakjes dat
de fi guur kan (fi guren kunnen) verplaatsen.
Bereik: het aantal vakjes afstand waarover de
fi guur kan (fi guren kunnen) aanvallen.
Aanval: het aantal gevechtsdobbelstenen dat
je gooit om aan te vallen.
V erdediging: het aantal gevechtsdobbelstenen
dat je gooit om te verdedigen.
Punten: de waarde van de legerkaart,
gebaseerd op de kracht van z’n fi guur
(fi guren).
Oogpunt: de groene stip geeft aan
vanuit welk punt je de zichtlijn bepaalt.
Raakvlak: het rode gedeelte geeft
aan welk deel van de fi guur (fi guren)
aangevallen kan worden. (Bij het
controleren van de zichtlijn).
Persoonlijkheid: overheersende
karaktereigenschap.
Formaat/hoogte: de grootte van de
Held of het Bataljon en hoeveel
niveaus hoog.
Speciale kracht(en): de meeste
fi guren hebben speciale krachten waardoor
zij bepaalde spelregels bij het verplaatsen,
aanvallen en verdedigen kunnen
“overtreden”.
Klasse: de rang of het belang
van de fi guur .
VOORBEELD 1:
informatie op de legerkaart
Uniek/Algemeen: alle legerkaarten en fi guren in de Meesterset zijn uniek
(d.w.z. dat er maar één van elk is). Algemene legerkaarten en fi guren
komen alleen voor in de uitbreidingssets.
Doel: bouw een slagveld, kies je leger en voer vervolgens de strijd van alle
tijden! Wie z’n doel het eerst bereikt, is de overwinnaar .
V oordat het spel kan beginnen
1. RICHT HET SLAGVELD IN
Hiervoor kies je een slagveld en een Meesterspelscenario uit het hoofdstuk
Slagvelden en Spelscenario’ s.
Als je eenmaal een paar scenario’ s gespeeld
hebt, kun je ook je eigen
Slagvelden en Spelscenario’ s
verzinnen.
T eamspel:
als je in teams speelt, dan moeten teamgenoten naast elkaar
zitten aan één kant van de tafel, tegenover hun tegenstander(s).
T eamgenoten spelen elk hun eigen spel, maar kunnen bijvoorbeeld wel een
gezamenlijke strategie afspreken, tactieken voorstellen, enzovoort. De
overwinningsvoorwaarden voor teams verschillen per Spelscenario, maar in de
meeste spellen werken zij samen naar een gemeenschappelijk doel.
Het spel met verschillende Meestersets en/of Uitbreidingssets: hiervoor
gelden enkele speciale spelregels. Deze zijn te vinden op blz. 15.
Over de legerkaarten
In dit spel gebruik je de Meesterspelkant van de legerkaarten (zie hieronder).
Net als in het Basisspel staat op iedere legerkaart één Held of een Bataljon,
plus de bijbehorende getallen voor verplaatsen, bereik, Aanval en V erdediging.
Maar je zult merken dat er nog veel meer informatie over de fi guur (fi guren) op
de kaart staat. T ijdens het spelen merk je vanzelf wat voor rol deze informatie
speelt.
V oorbeeld 1 verklaart de informatie op de legerkaart en de betekenis in het spel.
VOORBEELD 2:
je leger verzamelen en plaatsen
Jouw leger: jij kiest dit leger voor een puntentotaal van 400 en je zet de fi guren
zoals aangeven neer . Grimnak (de sterkste) staat vooraan.
Het leger van je tegenstander: je tegenstander kiest dit leger voor een
puntentotaal van 390 en zet de fi guren zoals aangeven in hun startgebied.
Syvarris en Doodstamper (fi guren met een groot bereik voor aanvallen) staan in
de voorste gelederen.
VOLGORDESCHILDEN
Elke speler krijgt vier volgordeschilden:
1, 2, 3 en X. Deze zet je aan het begin van
elke spelronde op je legerkaart(en) om te
laten zien in welke volgorde jouw fi guren
gaan verplaatsen en aanvallen.
LETSELFICHES EN DOBBELSTENEN
Leg alle letselfi ches en dobbelstenen naast het slagveld.
GLIEFEN
Deze “magische” betoveringen worden in
verschillende Spelscenario’ s op bepaalde
vakjes gelegd (zoals aangegeven in het
hoofdstuk
Slagvelden & Spelscenario’ s
).
De meeste Gliefen geven speciale krachten
als een fi guur erop terecht komt. Zie
Gliefen op blz. 14.
De strijd begint!
Het spel wordt in rondes gespeeld.
Een ronde bestaat uit 3 beurten voor
elke speler .
EEN SPELRONDE
De cijferlijn voor het rondefi che: in het hoofdstuk
Slagvelden &
Spelscenario’ s
staat bij ieder Spelscenario een cijferlijn waarop de spelers het
aantal gespeelde rondes bijhouden. V oordat de eerste ronde begint, leg je het
zwarte rondefi che op de “1”. Aan het eind van elke ronde wordt het rondefi che
naar het volgende cijfer geschoven.
2. JE LEGER SAMENSTELLEN EN PLAA TSEN
V oor de Meesterspelscenario’s kun je een vooraf samengesteld leger gebruiken,
of je kunt een leger kiezen. Beide manieren om je leger samen te stellen worden
hieronder uitgelegd.
Bij het samenstellen van je leger moet je zorgen dat de totale puntenwaarde van
je leger het in het gekozen Spelscenario aangegeven maximum niet overschrijdt
(je totaal mag wel lager zijn, maar niet hoger). Spelers hoeven niet hetzelfde
aantal legerkaarten te hebben; jij kunt bijvoorbeeld drie legerkaarten kiezen,
terwijl een tegenstander er vier of vijf met een lagere waarde kiest.
Kleuren van de Legerkaarten: in het Meesterspel kunnen de banden van de
krijgers met goed of kwaad verschuiven naar een neutrale positie, of zelfs
helemaal naar de andere kant. Daarom kan je leger ook legerkaarten van
verschillende kleuren omvatten.
Een vooraf samengesteld leger gebruiken
Ervaren spelers weten vaak precies wat voor een leger ze willen. Dit hangt
allemaal af van het Spelscenario, de toegestane puntenwaarde, hun favoriete
fi guren of nog andere factoren. Als je je leger al gekozen hebt (of meegebracht),
dan leg je je kaarten voor je op tafel. Dan gooien de spelers de dobbelsteen
om te zien wie z’n leger als eerste op het slagveld mag zetten. Gooi bij gelijk
resultaat opnieuw. Wie het hoogst gooit, plaatst als eerste z’n hele leger;
daarna gaat de beurt met de wijzers van de klok mee. Je moet je hele leger
in hetzelfde startgebied plaatsen. Je mag geen fi guren in een door de vijand
bezet startgebied plaatsen. T enzij anders aangegeven in het Spelscenario
beginnen teamgenoten in hetzelfde startgebied. Als er meer Legerfi guren zijn
dan beschikbare vakjes in het startgebied, dan mag je de extra fi guren niet
gebruiken.
Een leger kiezen
V oor een evenwichtig spel is het kiezen van legerkaarten een eerlijke en leuke
manier om je leger samen te stellen. Als je een legerkaart kiest, pak je de
bijbehorende fi guur of fi guren en je zet ze direct in een startgebied op het
slagveld, vóórdat de volgende speler een legerkaart kiest. Je moet je hele leger
in hetzelfde startgebied plaatsen. Je mag geen fi guren in een door de vijand
bezet startgebied plaatsen. T enzij anders aangegeven in het Spelscenario
beginnen teamgenoten in hetzelfde startgebied. Als er meer Legerfi guren zijn
dan beschikbare vakjes in het startgebied, dan mag je de extra fi guren niet
gebruiken.
In een spel met 2 spelers, kiezen de spelers als volgt:
1. Beide spelers gooien de 20-zijdige dobbelsteen. Gooi bij gelijk resultaat
opnieuw. Wie het hoogst gooit, kiest als eerste één legerkaart.
2. Dan kiest de andere speler twee legerkaarten.
3. Daarna kiezen de spelers om de beurt één legerkaart totdat allebei de
spelers een compleet leger hebben gekozen en geplaatst.
Stel dat je met z’n tweeën het Spelscenario Botsende fronten speelt op het
Slagveld van de Reuzentafel. V oor dit spel kiezen beide spelers een leger van
400 punten. In voorbeeld 2 zie je de legers die jij en je tegenstander kiezen en
hoe ze geplaatst worden.
In een spel met 3 of meer spelers, kiezen de spelers hun legers als volgt:
1. Alle spelers gooien de 20-zijdige dobbelsteen. Gooi bij gelijk resultaat
opnieuw. Wie het hoogst gooit, kiest als eerste één legerkaart.
2. Dan kiest de volgende speler één legerkaart, enzovoort. De laatste speler
mag twee legerkaarten kiezen.
3. Nu gaat de kiesbeurt terug (het spel keert om). Opnieuw kiest de laatste
speler (de speler die de allereerste kaart koos) twee legerkaarten. En de
kiesbeurt gaat weer terug.
4. Als een speler op een gegeven moment geen kaart meer kan kiezen omdat
een nieuwe legerkaart het toegestane puntentotaal zou overschrijden, dan
moet deze speler passen. Als je past, is je leger meteen compleet.
5. De kiesbeurt blijft heen en weer om de tafel gaan (waarbij de laatste speler
steeds twee kaarten mag kiezen, zodat de beurt weer omdraait), totdat alle
spelers hun legers compleet hebben.
MEESTERSPEL
Held/Bataljon: op heldkaarten staat één (meestal zeer krachtige) fi guur . Op
Bataljonskaarten staan twee of meer (meestal minder krachtige) fi guren. Je
leger kan uit alleen Helden bestaan, uitsluitend uit Bataljons, of uit iedere
combinatie van die twee.
Walkyrie: de Walkyrie Generaal die het leger
aanvoert (Jandar , Utgar , Ulla, Vydar of Einar).
Soort: ras waar de fi guur
(fi guren) toe behoren.
In het MEESTERSPEL worden je Legerfiguren écht serieus, met speciale
krachten en speciale regels voor verplaatsen en gevechten.
Dankzij hun extra krachten en eigenschappen zijn deze krijgers moeilijker
te verslaan. Als Walkyrie Generaal is het je taak met een door jou zelf
samengesteld, evenwichtig leger ten strijde te trekken en door gebruik van
de juiste tactiek en strategieën de vijand te overwinnen.
V eel succes. En moge de beste Walkyrie Generaal winnen!
41712i04_MAIN RULES 8-9 12/1/05, 9:59:16