TRACKER 5505/5505i/5605 Installatie- en bedieningshandleiding
65
NAVMAN
Baro: barometrische druk weergeven
Baro verleden: barometerverleden
weergeven
Weer: een voorspelling, gebaseerd op
veranderingen in barometrische druk
weergeven
Visvoorspeller: een voorspelling
doen gebaseerd op veranderingen in
barometrische druk
Gegevens ontvangen van een optionele GPS
of GPS/DGPS-bron.
Data versturen naar optionele Navman-
instrumenten, bijv. naar een repeater.
Gedurende de instelling van NavBus-
instrumenten, zet NavBus op en wijs
het instrument toe aan een NavBus
groepnummer (zie paragraaf 14-9)
Elk instrument kan worden aangesloten
op een groep van instrumenten. Als het
achtergrondlicht verandert in groep 1, 2, 3 of
4 dan zal deze automatisch meeveranderen
voor de andere instrumenten in dezelfde
groep.
Als u dit doet voor instrumenten uit groep
0, dan gebeurt er niets met de andere
instrumenten.
Als een alarm afgaat kunt u dit uitschakelen
op een van de instrumenten die dat alarm
weer kunnen geven.
NavBus en de TRACKER
De TRACKER kan:
Windsnelheid en -richting weergeven
met behulp van een optioneel Navman
Windinstrument.
Diepte-informatie ontvangen en weergeven
met behulp van een optioneel Navman
diepte-instrument.
Bootsnelheid en watertemperatuur
ontvangen en weergeven van een
logwielsensor op een optioneel
snelheidsinstrument.
Barometrische druk ontvangen van een
optionele Navman VHF-radio. De TRACKER
kan:
Zwart
Stroom-/datakabel
Oranje
Blauw
NavBus-bedrading
naar andere NavBus-instrumenten
Neem voor informatie over het versturen van
NMEA-data naar de TRACKER, contact op met
uw Navman-leverancier.
NMEA is een industriestandaard voor het op
elkaar aansluiten van instrumenten. Het is
niet zo flexibel of eenvoudig aan te sluiten als
NavBus. De TRACKER kan:
Windsnelheid- en richting ontvangen en
weergeven van een optioneel compatible
windinstrument.
Diepte, logwielbootsnelheid en
watertemperatuur ontvangen en
weergeven van een optioneel compatible
instrument.
Gegevens ontvangen van een optionele
GPS- of GPS/DGPS-bron.
GPS-positie en andere navigatiedata
naar een automatische piloot of ander
instrument versturen. Een automatische
piloot heeft APB, APA en VTG-zinnen nodig
(zie paragraaf 14-9).
Zwart
Stroom-/datakabel
Wit
Wit NMEA out
Zwart NMEA aarde
Wit NMEA in
15-10 Installatie: Andere NMEA-instrumenten
Schakel gedurende instelling m.b.t. het zenden
van NMEA data naar andere instrumenten
NMEA out naar en specificeer de te
versturen NMEA data (zie paragraaf 14-9).