TRACKER 5505/5505i/5605 Installatie- en bedieningshandleiding
63
NAVMAN
Een antenne selecteren
Installeer een van de volgende GPS-antennes:
• Gebruik normaalgesproken de interne
GPS-antenne (TRACKER5505i) of de
bijgeleverde GPS-antenne (TRACKER 5505,
TRACKER 5605).
• Een optioneel differentiaalbaken
DGPS-antenne voor betere precisie binnen
het bereik van differentiaalbakens op de
wal in gebieden waar WAAS of EGNOS niet
beschikbaar zijn. Zo’n DGPS-antenne heeft
zowel een GPS- als een bakenontvanger
en het past de bakencorrectie voor de
GPS-positie automatisch toe.
• Een compatible GPS- of DGPS-instrument
of -antenne aangesloten via NavBus (zie
paragraaf 15-9) of NMEA (zie paragraaf
15-10). In dit geval heeft de TRACKER geen
eigen antenne nodig.
Opmerking:
• De TRACKER kan de WAAS en EGNOS DGPS-
correcties op elke GPS-antenne toepassen.
• Om de TRACKER voor verschillende
antenne-opties te configureren, zie
paragraaf 14-3.
Neem contact op met uw Navman-leverancier
voor meer informatie.
Een antenne installeren
Indien een externe antenne benodigd is,
installeer de antenne dan en bevestig de
antennekabel terug aan het instrument. Volg
de instructies in de handleiding die bij de
antenne werd geleverd. Installeer indien nodig
een optionele Navman verlengkabel.
Sluit de externe antenne van de TRACKER aan
op de gouden TRACKER-connector:
Configureer de TRACKER tijdens de installatie
voor de gekozen antenne, zie paragraaf 14-3.
Installeer de optionele benzine-brandstofkit
met de bij de kit geleverde instructies.
Opmerking:
• Installeer een kit voor elke motor, voor
maximaal twee motoren.
• SmartCraft motoren zijn voorzien van
brandstofdebietsensors. Daarnaast
zijn geen Navman brandstofsensoren
benodigd.
• Leg autopower bedrading aan (zie
paragraaf 15-4).
Voer tijdens de instelling
brandstofinstellingsdata in
(zie paragraaf 14-4).
Brandstofsensorkabel
Wit
15-5 Installatie: GPS-antenne
15-6 Installatie: Navman benzinesensors