TRACKER 5505/5505i/5605 Installatie- en bedieningshandleiding
72
NAVMAN
Aandachtsgebied - Een belangrijk gebied op
de landkaart, zoals een beperkte ankerplaats of
een ondiep gebied (zie paragraaf 14-2).
Dieptelijn - Een dieptecontourlijn op de
landkaart.
Landkaartkaart - Een insteekkaart waarop
data voor een bepaald gebied staat (zie
paragraaf 1-3).
C-MAP™ landkaartkaart - Zie landkaartkaart
C-MAP™ gebruikerskaart - Zie
gebruikerskaart.
Cursor - Een -symbool op het beeldscherm
(zie paragraaf 3-2).
DGPS - Differential Global Positioning
Systeem. Navigatiegereedschap, gebaseerd
op GPS waarvoor een aantal fouten worden
gecorrigeerd (zie paragraaf 7).
Ganaar - Een eenvoudige manier om
simpelweg rechtstreeks naar een waypoint
of naar de cursorpositie te navigeren (zie
paragraaf 3-1).
GPS - Differential Global Positioning Systeem.
Satelliet-gebaseerd navigatiegereedschap (zie
paragraaf 7).
Etappe - De rechte segmenten van een
route tussen waypoints. Een route met vier
waypoints heeft drie etappes.
MOB - Man overboord.
MOB-functie - Start navigatie terug naar de
plaats waar iemand overboord is gevallen
(zie paragraaf 2-5).
NavBus - Een manier om Navman-
instrumenten met elkaar te verbinden zodat ze
data kunnen delen
(zie paragraaf 15-9).
NMEA - National Marine Electronics
Association.
NMEA 0183 - Een richtlijn voor het interfacen
van scheepvaartelektronica (zie paragraaf
15-10).
Route - Twee of meer waypoints die op
volgorde worden gelinkt zodat ze een koers
voor de boot vormen (zie paragraaf 6).
Gebruikerskaart - Een insteekkaart die
waypoints, routes en trajecten bewaart (zie
paragraaf 12).
UTC - Universal Time Coordinated of
gecoördineerde universele tijd. Dit is een
standaard wereldtijd, voorheen Greenwich
Mean Time (GMT) genaamd.
Waypoint - Een positie die ingesteld kan worden
op de TRACKER-landkaart, bijv. een visplek of een
punt op een route (zie paragraaf 5).
Woordenlijst
Appendix C - Woordenlijst en navigatiedata