57
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
PORTIEREN
VER-/ONTGRENDELEN VAN
BUITENAF fig. 69
Openen
Draai de sleutel in stand 1 en trek de
handgreep omhoog.
Als u met centrale bediening (indien aan-
wezig) de sleutel draait, worden gelijktij-
dig alle portieren ontgrendeld.
Met afstandsbediening (indien aanwezig):
druk op knop
Ë
om de portieren te ope-
nen.
Vergrendelen
Draai bij goed gesloten portieren de
sleutel in stand 2.
Met centrale bediening (indien aanwezig)
moeten alle portieren goed gesloten zijn.
Met afstandsbediening (indien aanwezig):
druk op knop
Á
om de portieren te ver-
grendelen.
Als een portier niet goed gesloten is,
werkt de centrale portiervergrendeling
niet.
BELANGRIJK De centrale portierver-
grendeling werkt niet als een van de
voorportieren niet goed gesloten is of
als er een storing in het systeem is. Na
zes pogingen snel na elkaar schakelt het
systeem ongeveer 60 minuten uit.
Als het dak niet elektrisch bediend
kan worden fig. 67 en 68
Neem de sleutel E uit de gereedschap-
houder (in de bagageruimte) en open/
sluit het dak handmatig door de sleutel in
de zitting van de schakelaar te steken; om
de zitting te bereiken, moet u het geklem-
de deksel F op de middentraverse van
het dak (scheidingstraverse tussen het
beweegbare en vaste dak) verwijderen.
fig. 67
F0G0201m
fig. 68
F0G0200m
fig. 69
F0G0043m
Voordat u een portier
opent, moet u controleren
of u dat op een veilige manier kunt
doen.
ATTENTIE
Open de portieren uitslui-
tend bij een stilstaande auto.
ATTENTIE