87Bestuurdersplaats
Rijd ongeveer 15 minuten in de vierde of vijfde versnelling (automatische
versnellingsbak: keuzehendelstand S) met een snelheid van ten minste 60
km/u en een motortoerental rond 2.000 tpm. Hierdoor stijgt de temperatuur
en wordt het roet in het filter verbrand. Wanneer het filter met succes gerei-
nigd is, gaat het controlelampje uit.
Als het controlelampje niet uitgaat of als de drie controlelampjes gaan
branden (roetfilter , storing in het uitlaatgascontrolesysteem en voor-
gloeien ), breng uw auto dan naar een gespecialiseerde werkplaats om
de storing te laten verhelpen.
ATTENTIE
●Altijd uw snelheid aan de terrein-, weg- en verkeersomstandigheden
aanpassen. Ondanks de rijaanbevelingen dient u altijd de verkeersvoor-
schriften in acht te nemen.
●Vanwege de hoge temperaturen die in het roetfilter voor dieselmoto-
ren bereikt worden, wordt aangeraden de wagen zo te parkeren dat het
roetfilter niet met snel brandbare materialen onder de wagen in aanra-
king kan komen. Zo niet, bestaat er brandgevaar!
Antiblokkeersysteem (ABS)*
Het controlelampje controleert de werking van het ABS.
Het controlelampje gaat enkele seconden branden wanneer u het contact
inschakelt. Het lampje gaat uit, nadat een automatische test is uitgevoerd.
Er zit een storing in het ABS als:
●Het controlelampje niet gaat branden wanneer het contact wordt in-
geschakeld.
●Het controlelampje na enkele seconden niet weer uitgaat.
●Het controlelampje tijdens het rijden gaat branden.
Er kan nog met het normale remsysteem - dus zonder ABS - worden geremd.
A.u.b. zo snel mogelijk een gespecialiseerde werkplaats opzoeken. Voor
meer aanwijzingen over het ABS ⇒ pagina 191.
Bij een storing van het ABS brandt ook het ESC*-controlelampje.
Storing in het hele remsysteem
Als het ABS-controlelampje samen met het controlelampje voor het rem-
systeem gaat branden, is niet alleen het ABS defect maar moet u ook re-
kening houden met een defect remsysteem ⇒ .
ATTENTIE
●Voordat u de motorkap opent, eerst de waarschuwingen lezen en deze
opvolgen ⇒ pagina 230, Werkzaamheden in de motorruimte.
●Als het remcontrolelampje en het ABS-controlelampje gelijktij-
dig branden, onmiddellijk de wagen stoppen en het remvloeistofpeil con-
troleren ⇒ pagina 243, Remvloeistof. Als het remvloeistofpeil tot onder
de "MIN"-markering is gedaald, niet verder rijden - gevaar voor ongeval-
len! Roep de hulp in van een vakman.
●Als het remvloeistofpeil in orde is, kan de storing in het remsysteem
veroorzaakt zijn door een storing in de werking van het ABS. Hierdoor
kunnen de achterwielen relatief snel blokkeren als er wordt geremd. Dit
kan onder omstandigheden ertoe leiden dat de achterkant van de wagen
uitbreekt - slipgevaar! De wagen stoppen en de hulp van een garage in-
roepen.
Ruitensproeiervloeistof*
Het controlelampje gaat branden bij te laag sproeiervloei-
stofpeil in het sproeiervloeistofreservoir.
Dit betekent dat u bij de volgende gelegenheid het reservoir moet bijvullen
⇒ pagina 240.
'Veilig op weg' Bediening Advies en actie Technische Gegevens