63NL/BE
• Neem de aanwijzingen betreffende het gebruik van de
mondstukken (27) in acht (zie 11.4.1).
• Controleer of het mondstuk (27) voor reinigingsmiddel
(zwart) is gebruikt.
• Open de tankdop van de reinigingsmiddelentank (18).
• Vul de reinigingsmiddelentank (17) met reinigingsmiddel.
LET OP
• Reinigingsmiddel mag niet met de hogedruksproeiers (27)
(wit, groen, geel of rood) worden gebruikt.
• Controleer of de tuinslang ook is aangesloten op de water-
toevoer (21) (zie 10.3).
• Controleer of de hogedrukslang (6) is aangesloten op het
handspuitpistool (2) en de waterafvoer (16) (zie 9.7).
• Plaats de sproeier (27) voor het reinigingsmiddel (zwart) op
de straalpijp (10) (zie 11.4.1).
• Start vervolgens de motor (zie 11.1).
11.5.1 Aanbevolen reinigingsmethode
• Vuil losmaken: Spuit het reinigingsmiddel zuinig op en laat
gedurende 1 - 5 minuten inwerken, maar laat het niet indro-
gen.
• Vuil verwijderen: Spoel het opgeloste vuil weg met een ho-
gedrukstraal.
11.5.2 Na gebruik met reinigingsmiddel (afb. 15)
Reinig na gebruik met reinigingsmiddel de reinigingsmiddelen-
tank (17) en de aangesloten slangen.
LET OP
Laat het reinigingsmiddel niet in de reinigingsmiddelentank
(17) achter!
• Leeg de reinigingsmiddelentank (17) na gebruik.
Voor het reinigen van de reinigingsmiddeltank (17) en de ho-
gedrukpomp (22) gaat u als volgt te werk:
• Druk de trekker (3) van het handspuitpistool (2) zo lang in tot
de reinigingsmiddelentank (17) leeg is.
• Vul de reinigingsmiddelentank (17) met schoon water.
• Steek de sproeier (27) voor het reinigingsmiddel (zwart) in
de straalpijp (11).
• Neem de hogedrukreiniger in bedrijf zoals beschreven in
hoofdstuk 10.
• Spoel de hogedrukreiniger enkele minuten uit met schoon
water.
11.6 Bedrijf onderbreken
• Laat de trekker (3) van het handspuitpistool (2) los.
Aanwijzing:
Wanneer de trekker (3) van het handspuitpistool (2) wordt los-
gelaten, blijft de motor stationair draaien.
• Schakel de motor bij langere onderbrekingen (enkele minu-
ten) uit (zie 11.2).
• Druk de trekker (3) zo lang in tot het apparaat drukloos is.
• Beveilig het handpistool (2) tegen onvoorzien openen met
de trekkerblokkering (4).
11.7 Einde werkzaamheden
• Schakel de motor aan het einde van de werkzaamheden uit
(zie 11.2).
• Sluit de watertoevoer naar de hogedrukreiniger.
• Druk de trekker (3) zo lang in tot het apparaat drukloos is.
• Beveilig het handpistool (2) tegen onvoorzien openen met
de trekkerblokkering (4).
• Schroef de watertoevoerslang van het apparaat.
12. Transport
m VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel en materiële schade!
• Let op het gewicht van het apparaat tijdens het transport.
• Wikkel de hogedrukslang (6) op en hang deze in de slang-
houder (13).
• Steek de straalpijp (11) in de onderste spuitpistoolhouder
(12). Haak het handspuitpistool (2) in de bovenste spuitpis-
toolhouder (5).
• Schuif het apparaat op de beugelgreep (1)
• Bij het transport in voertuigen moet het apparaat volgens de
geldende richtlijnen tegen wegrollen, wegglijden en kante-
len worden geborgd.
13. Reiniging
m GEVAAR
Gevaar voor letsel door onvoorzien inschakelen van het ap-
paraat.
• Voordat u aan het apparaat gaat werken, zet u de motor-
schakelaar op “0/Off” en verwijdert u de bougiestekker.
Gevaar voor brandwonden
• Raak geen hete geluiddempers, cilinders of koelribben aan.
m WAARSCHUWING
• Schakel het apparaat uit voordat u afstellings- of onder-
houdswerkzaamheden gaat uitvoeren.
• Verwijder de bougiestekker (24).
LET OP
• Schakel het apparaat onmiddellijk uit en neem contact op
met uw klantendienst:
-Bij ongewone trillingen of geluiden
-Als de motor overbelast lijkt te zijn of een verkeerde
bougie heeft.
• Houd afschermingen, ventilatieroosters en motorbehuizin-
gen zo stof- en vuilvrij mogelijk. Wrijf het apparaat met een
droge doek na of blaas het uit met perslucht bij lage druk.
• Wij adviseren om het apparaat direct na elk gebruik te reinigen.
• Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige doek en
wat zachte zeep. Gebruik geen chemische reinigingsmidde-
len of oplosmiddelen. Deze kunnen de kunststofonderdelen
van het apparaat aantasten. Zorg ervoor dat er geen water
in het apparaat komt.
13.1 Reiniging van de sproeiers
Als bij het indrukken van de trekker (3) een pulserend gevoel
optreedt, kan de sproeier (27) vuil of verstopt zijn en moet
deze onmiddellijk worden gereinigd.