Gebruiksaanwijzing ID1000NG
18
De algemene toestand van de centrale wordt op de VDU weergegeven, net zoals op lijn 1 van
het LCD-display echter zonder tijd/datumaanduiding en adressering.
4.1 Stoppen van de ingebouwde zoemer
Druk op funktietoets F10. Alle onder 3.3 beschreven handelingen zullen uitgevoerd worden,
met dit verschil dat de extra informatie over het voorval op het display van de VDU geplaatst
wordt, en men de lijst van de meldingen niet kan doorlopen.
4.2 Ontruiming via de externe alarmgevers
Druk op funktietoets F12. Alle, onder 3.4 beschreven handelingen zullen uitgevoerd worden.
Het stoppen van de externe alarmgevers is niet mogelijk via het toetsenbord van de VDU
indien de ontruiming geïnitialiseerd werd via de VDU; dit dient te gebeu-ren met de toets
STOPPEN ALARMGEVERS van de centrale.
4.3 Stoppen van de externe alarmgevers
Druk op funktietoets F14 om de externe alarmgevers te stoppen, met deze beperking dat dit
enkel mogelijk is indien de ontruiming door de kontrolematrix geïnitialiseerd werden, en niet
door de toets ONTRUIMING van VDU of centrale. Alle onder 3.5 beschreven handelingen
zullen uitgevoerd worden. Na een ONTRUIMING heeft deze toets geen effekt.
Na SYSTEEMFOUT 40 zal de ingebouwde storingszoemer enkel stilgelegd kunnen worden
met de toets STOPPEN ALARMGEVERS van de centrale.
4.4 Reset
Druk op funktietoets F16. Alles wat onder 3.7 beschreven wordt zal uitgevoerd worden.
4.5 Weergeven en uitprinten van de konfiguratiegegevens
Gelieve paragraaf 3.11 en 3.12 te raadplegen voor meer details.
5. Samenvatting van de mogelijke toestandsmeldingen
De centrale voorziet in 9 verschillende toestandsmeldingen.
Standaard bevindt de centrale zich in de toestand NORMAAL.
De andere toestandsmeldingen treden op bij afwijkingen van de normale toestand; meerdere
toestandsmeldingen kunnen tegelijkertijd aanwezig zijn, maar worden in een bepaalde prioriteit
weergegeven.
Hieronder kan men een lijst vinden in dalende prioriteit:
BRAND