Gebruiksaanwijzing ID1000NG
17
VERWIJDER MASKER ALLE, ZONE (n) (J/N)?
Druk op JA ter bevestiging, en NEEN ter annulatie. Zie Bevestig Veranderingen voor het
vastleggen van deze gegevens in de centrale.
Indien gekozen werd voor het maskeren van één enkele melder/module, vraagt de centrale
naar het adres, volgens de procedure die onder 3.11 Weergeven en/of loggen van een
melder/module beschreven werd. Wanneer de gewenste melder/module gevonden, en met
ENTER geselekteerd werd, verschijnt op het display:
MASKEER (J/N) indien de melder/module niet gemaskeerd was
of
VERWIJDER MASKER (J/N) bij een gemaskeerde melder/module
Druk op JA om de bestaande toestand om te keren, ttz van MASKEER->VERWIJDER
MASKER en van VERWIJDER MASKER->MASKEER.
Onafhankelijk van het feit dat men per zone of per individuele melder/module werkt, keert de
centrale terug naar Top Level Display met de melding op lijn 2:
Druk toets BEVESTIG VERANDERINGEN
Men kan verdere maskeringen ingeven zonder deze toets te bedienen; het bevestigen van het
maskeren of het verwijderen van een maskering gebeurt echter pas na de bediening van de
toets BEVESTIG VERANDERINGEN.
Indien afgezien wordt van een bepaalde aktie, kan dit steeds door NEEN/ANNUL in te
drukken worden geannuleerd. Hierdoor vervallen alle aanpassingen die sinds de laatste
implementatie mbv de toets BEVESTIG VERANDERINGEN doorgevoerd werden.
Wanneer een maskering op een gedeelte van de adresseerbare melders/modules van het
systeem doorgevoerd werd, zal de storingszoemer om de 2 minuten een kort geluid laten
horen gedurende de maskering. Dit geluid kan niet uitgeschakeld worden.
4. Bediening via een VDU-terminal
Bepaalde toetsen van de centrale, zoals beschreven in hoofdstuk 3, kunnen via een VDU-
terminal doorgevoerd worden.
De 4 hoofdbedieningstoetsen van de centrale STOPPEN INTERNE ZOEMER, RESET,
ONTRUIMING, STOPPEN ALARMGEVERS kunnen geëmuleerd worden via de
funktietoetsen van de VDU. De aktivering van deze toetsen hangt af van de konfiguratie van
het systeem. (raadpleeg de programmeerhandleiding voor details)
De emulatie is geaktiveerd indien de onderste lijn van het VDU-display er melding van maakt.
De emulatie is enkel mogelijk indien de VDU-terminal uitgerust is met 16 funktietoet-sen;
indien dit niet het geval is kunnen de volgende 4 paragrafen overgeslagen worden.