TRACKER 5505/5505i/5605 Installatie- en bedieningshandleiding
53
NAVMAN
Voor de brandstoffuncties dient een optionele
brandstofdebietsensor geïnstalleerd te
worden. Druk een of meerdere keren op
, totdat het Instellingsmenu wordt
weergegeven en selecteer dan Brandstof:
Bron
Selecteer de brandstofdebietsensors die
gebruikt dienen te worden indien de boot over
meer dan een set brandstofsensoren beschikt.
Selecteer normaalgesproken Auto.
Aantal motoren
Stel het aantal motoren in of selecteer 0 om
alle brandstoffuncties uit te schakelen. Indien
er twee motoren aan boord zijn worden deze
Bakboord en Stuurboord genoemd.
Num tanks
Stel het aantal brandstoftanks in. Indien
er twee tanks aan boord zijn worden deze
Bakboord en Stuurboord genoemd.
Instelling motoren
Indien de boot meer dan een motor
heeft, selecteer dan motor en selecteer
achtereenvolgens elke motor.
Voor de geselecteerde motor kunt u invoeren:
Van tank: De brandstoftank waar de motor op
is aangesloten.
14-4 Instelling > Brandstof
Debietfilter: De meeste motoren onttrekken
geen constante hoeveelheid brandstof aan de
tank. Voor een stabiele brandstofdebietwaarde
berekent de TRACKER de debietwaarde
door verschillende metingen te doen en
hier het gemiddelde van te nemen. Gebruik
het debietfilter om de periode waarover het
gemiddelde wordt genomen in te stellen.
Het debietfilter kan worden ingesteld
van 0 tot 30 seconden. Gebruik de laagste
waarde die nog een stabiele debiet geeft.
Normaal gesproken geeft een waarde van
5 tot 10 seconden een toereikend resultaat
voor tweetakt carburateur motoren. Voor
injectie- en viertaktmotoren kan een hogere
waarde nodig zijn.
Deze instelling is van invloed op de
Branstofdebiet- en Brandstofverbruikwaarden
op het brandstofscherm, maar niet op de
Verbruikte brandstof-waarde.
Instellingen tanks
Indien de boot meer dan een tank heeft,
selecteer dan de tank en selecteer
achtereenvolgens elke tank.
Voor de geselecteerde tank kunt u invoeren:
Tankformaat: De capaciteit van de tank.
Navman raad aan het tankformaat op te meten
door de brandstoftank leeg te laten lopen, de
tank helemaal te vullen en de hoeveelheid af
te lezen op de meter van de benzinepomp.
Pas op voor luchtbellen, in het bijzonder in
ondervloerse tanks.
Brandstofalarm: zie paragraaf 10-4.
Dieselsensors
Indien de boot meer dan een dieselmotor heeft
en beschikt over Navman dieselsensors, dan
dienen de sensors te worden ingesteld.
1 Selecteer in het brandstofinstellingsmenu
Diesel sensors. Het beeldscherm geeft het
brandstofdebiet en de RPM voor de twee
motoren weer.
2 Identificeer welke lijn data weergeeft
voor een bekende motor; varieer bijv. de
snelheid voor een motor, of laat de ene
motor lopen en stop de andere(n).
Brandstofverbruik kan drastisch
veranderen, afhankelijk van de lading
van de boot en de condities op het water.
Neem altijd voldoende brandstof voor de
reis, plus een reserve mee.