36
B
ASISHANDELINGEN OPNAME
GEBRUIK VAN DE INGEBOUWDE FLITSER
FLITSBEREIK – AUTOMATISCHE WERKING
Om de flitser te activeren klapt u hem aan de twee tabjes aan weers-
zijden omhoog. De flitsstand moet handmatig worden ingesteld. De
flitser wordt altijd ontstoken, ongeacht de hoeveelheid licht. De vol-
gende flitsinformatie verschijnt linksboven in de zoeker en op de
LCD-monitor om de flitsstatus aan te duiden.
De camera regelt de flitsdosering automatisch. Voor een goede belichting is het nodig dat het onder-
werp zich binnen het flitsbereik bevindt. Door de constructie van het optische systeem zijn de bereiken
in de groothoek- en telestand verschillend.
Groothoekstand
Telestand
0,5 m ~ 3,8 m
0,5 m ~ 3,0 m
Flitswaarschuwing. Bij tegenlicht verschijnt deze gele aanduiding als advies om de
flitser te gebruiken.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, verschijnt de witte flitsaanduiding om aan te
geven dat de flitser opnamegereed is.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt verschijnt de rode flitsaanduiding als de
flitser nog aan het laden is
Na de opname verschijnt de blauwe flitsaanduiding kort om aan te geven dat het
onderwerp goed werd belicht.
Bij weinig licht of binnenshuis kunt u flitslicht gebruiken om het onderwerp te verlichten; daarmee voor-
komt u ook trillingsonscherpte als gevolg van een te lange sluitertijd. U kunt de flitser ook voor invul-
flits gebruiken om te donkere beeldpartijen op te helderen. Verwijder altijd de zonnekap wanneer u de
ingebouwde flitser gebruikt; anders geeft de zonnekap schaduw onderin het beeld.