51
ń
4.2 D-TTL flitsfunctie met de mecablitz 44 AF-4N
Deze flitsfunctie is alleen op de digitale Nikon SLR-camera’s (bijv. D1X
en D100) beschikbaar! De normale flitsfunctie van analoge camera’s
wordt door de digitale SLR-camera’s niet ondersteund!
Deze flitsfunctie optimaliseert de uitgebalanceerde belichting tussen onderwerp
en achtergrond (inclusief invulflitsfunctie) bij digitale SLR-camera’s.
Bij een opname wordt dan, voorafgaand aan de eigenlijke belichting een serie
nauwelijks zichtbare flitsen door de mecablitz ontstoken. Deze worden door de
TTL-multisensor en de microregelaar in de camera geevalueerd. De camera
past daarop de TTL-flitsbelichting optimaal aan de opnamesituatie aan (D-TTL-
flitsbelichting).
Instellingsmethode voor de “D-TTL flitsfunctie
• Breng de mecablitz op de camera aan.
• Schakel mecablitz en camera in.
• Tip de ontspanknop op de camera aan, zodat er tussen flitser en camera
een uitwisseling van gegevens kan plaatsvinden.
• Druk zo vaak op de “Mode” toets, dat in het LC-display “D TTL” knippert.
• De instelling is onmiddellijk werkzaam. Na ong. 5 s. keert in het LC-dis-
play de normale aanduiding weer terug.
4.2.1 D-TTL-3D-flitsfunctie met mecablitz 44 AF-4N
Deze flitsfunctie is alleen bij gebruik van “D-AF-Nikkor objectieven”
ter beschikking! Bij enkele camera’s (bijv. D 100) wordt de D-TTL-3D-
flitsfunctie bij SPOT-belichtingsmeting niet ondersteund! Deze flitsfunc-
tie wordt daarbij automatisch uitgezet, c.q. kan niet worden geacti-
veerd. Dan wordt de normale D-TTL filtsfunctie uitgevoerd.
Deze flitsfunctie optimaliseert de uitgebalanceerde belichting tussen onder-
werp en achtergrond (inclusief de invulflitsfunctie) bij digitale SLR-camera’s
Bij een opname wordt door de mecablitz, voorafgaand aan de eigenlijke
belichting, een serie nauwelijks zichtbare flitsen ontstoken. Deze worden
door de TTL-multisensor en de microregelaar in de camera geevalueerd. De
camera past daarop de TTL-flitsbelichting optimaal aan de opnamesituatie
☞
☞
aan. Daarbij wordt bovendien de afstand (“D-TTL-3D-flitsfunctie”) tot het
onderwerp in de bepaling van het optimale flitsvermogen meeberekend.
Instelmethode voor de D-TTL-3D Flitsfunctie
• Breng de mecablitz op de camera aan.
• Schakel mecablitz en camera in.
• Tip de ontspanknop op de camera aan, zodat er tussen flitser en camera
een uitwisseling van gegevens kan plaatsvinden.
• Druk zo vaak op de “Mode” toets, dat in het LC-display “D TTL ” knippert.
• De instelling is onmiddellijk werkzaam. Na ong. 5 s. keert in het LC-dis-
play de normale aanduiding weer terug.
4.3 Met de hand in te stellen correctie op de TTL-flitsbelichting
De TTL-flitsbelichtingsautomatiek van de meeste camera’s is op een reflectie-
graad van het onderwerp van 25 % (gemiddelde reflectiegraad van flitson-
derwerpen) afgestemd. Een donkere achtergrond die veel licht absorbeert of
een lichte achtergrond die sterk reflecteert, kunnen tot over-, c.q. onderbe-
lichting van het onderwerp leiden.
Om bovengenoemd effect te compenseren, kan bij sommige camera’s (zie
Tabel 1) de TTL-flitsbelichting (c.q. D-TTL flitsbelichting bij digitale SLR-
camera’s) met de hand van een correctiewaarde worden voorzien om hem
aan te passen aan de opnamesituatie. De waarde van die correctie is afhan-
kelijk van het contrast tussen onderwerp en achtergrond!
Donker onderwerp tegen een lichte achtergrond: positieve correctie-
waarde . Licht onderwerp tegen een donkere achtergrond: negatieve
correctiewaarde . Bij het instellen van een correctiewaarde kan de
aanduiding van de reikwijdte in het LC-display van de mecablitz ver-
anderen en aan de correctiewaarde worden aangepast (hangt van
het type camera af)!
Een correctie op de belichting door het veranderen van het diafragma van
het objectief is niet mogelijk, omdat de belichtingsautomatiek van de camera
het veranderde diafragma weer als normaal werkdiafragma ziet.
☞