Transporteren naar de eerste opname
12. Transporteer de film met de sneltransport-
hendel (20) een opname verder en activeer de
camera.
13. Span vervolgens de film door de terugspoel-
slinger (10) voorzichtig in de pijlrichting te
draaien. De film wordt goed getransporteerd
als bij nogmaals bedienen van de sneltrans-
porthendel de terugspoelslinger tegen de pijl-
richting in meedraait.
14. Ontspan ten slotte de camera opnieuw en
span de sluiter voor de derde keer. Het beeld-
telwerk (19) staat nu op 1 en de camera is, na
controle of instelling van de filmgevoeligheid
(zie daarvoor de betreffende hoofdstukken
vanaf p. 97), gereed voor opnames.
Terugspoelen en uitnemen van de film
Als de film tot en met de laatste opname is belicht,
kan de sneltransporthendel niet meer worden be-
diend. Voordat u de film uitneemt, moet de film in
de filmpatroon worden teruggespoeld.
Haal
1. de hendel voor terugspoelontgrendeling (5)
over naar R,
2. klap de terugspoelslinger uit,
3. draai deze met de klokwijzers mee (pijlrichting)
totdat de film na lichte weerstand uit de op-
wikkelspoel is getrokken.
4. Open vervolgens het bodemdeksel,
5. klap de achterwand open, en
6. neem de filmpatroon eruit.
96
5 10