55
Probleem U kunt niet intern bellen
Uitleg De ISDN Homevox is ingesteld op direct buitenlijn. Dit kunt u controleren door de
hoorn op te nemen en vervolgens 0 in te toetsen. Als u dan géén kiestoon hoort,
staat de ISDN Homevox ingesteld op direct buitenlijn.
Antwoord U kunt een binnenlijn selecteren door de hoorn op te nemen en op ? te drukken
(zie ook hoofdstuk 14).
Probleem Uw telefoon beschikt niet over de toetsen ? en /.
Oorzaak
Uw telefoon beschikt niet over een ?- en een /-toets, omdat het bijvoorbeeld een
pulstoestel is.
Oplossing Stel het betreffende aansluitpunt in op toestellen zonder ?- en /-toets.
Vervolgens kunt u gebruik maken van functies waarbij u op ? en / moet drukken
door een bepaalde code in te toetsen (zie de handleiding Installeren en program-
meren, paragraaf 11.1).
Probleem U kunt alleen bellen vanaf ISDN-telefoons.
Oorzaak De stroom is uitgevallen of de elektriciteitsstekker van de ISDN Homevox zit niet in
het stopcontact.
Oplossing (1) Controleer of de elektriciteitsstekker van de ISDN Homevox in het stopcontact zit.
Oplossing (2) Wacht totdat de stroom weer is ingeschakeld.
Probleem U wordt gebeld, maar de analoge telefoon gaat niet over.
Oorzaak (1) Het aansluitmaximum van het betreffende analoge toestelaansluitpunt is over-
schreden.
Oplossing Beperk het aantal toestellen op één analoog toestelaansluitpunt van de
ISDN Homevox (zie de handleiding Installeren en programmeren, paragraaf 2.3).
Oorzaak (2) Controleer of de telefoon overgaat als u intern gebeld wordt. Als de telefoon dan
wel overgaat, is uw telefoon niet geprogrammeerd in een toestelgroep voor inko-
mende gesprekken.
Oplossing Programmeer uw telefoon in een toestelgroep voor inkomende gesprekken (zie de
handleiding Installeren en programmeren, paragraaf 9.4).
Oorzaak (3) Er is geen toestelnummer in de ISDN-telefoon geprogrammeerd.
Oplossing Programmeer een toestelnummer in de ISDN-telefoon (zie de handleiding
Installeren en programmeren, paragraaf 9.6, en de gebruiksaanwijzing van uw
ISDN-telefoon).
Oorzaak (4) Het belsignaal van de telefoon is uitgeschakeld, bijvoorbeeld doordat de telefoon
in de nachtstand staat.
Oplossing Schakel het belsignaal van de telefoon handmatig in of wijzig de programmering
(zie de handleiding Installeren en programmeren, hoofdstuk 12).
Probleem U kunt de wachtstand niet inschakelen.
Oorzaak Uw toontoestel heeft geen flashtoets.
Oplossing Stel het betreffende toestelaansluitpunt in op haakcontact (zie de handleiding
Installeren en programmeren, paragraaf 11.1). Vervolgens kunt u de wachtstand
inschakelen door kort op het haakcontact te drukken.