ń
7
NL
Radio (tuner)
Gebied kiezen
FM(UKW)-gebied:
¢¢
RADIO-
toets
zo vaak kort
indrukken, tot het gewenste gebied »FM I « of
» FM II « in het display verschijnt.
AM-gebied:
Toets
¢¢
RADIO zo vaak kort indrukken, tot in het
display » MW « (middengolf) of »lW « (lange
golf) en de ingestelde frequentie verschijnt.
Midden- en lange golf vormen een doorgaand
gebied, omschakelen is daarom niet nodig.
Last Station Memory
Nadat u het gebied gekozen heeft, hoort u de
laatst ingestelde zender (Last Station
Memory) in dit gebied. Last Station Memory
betekent, uw toestel onthoudt de instellingen,
die u gekozen heeft, voordat u het toestel
uitschakelt. Na het weer inschakelen hoort u
deze zender, resp. TAPE/CD weer.
Stereo-ontvangst (alleen bij FM)
U ontvangt een stereo-zender, als »
ɳ « in
het display verschijnt.
Standby voor verkeersinformatie (TP)
TP (TRAFFIC PROGRAM) = zender met verkeers-
informatie.
TP in-/uitschakelen:
¢¢
TP -toets kort indrukken
.
Standby voor verkeersinformatie ingescha-
keld: Het teken » TP « wordt weergegeven.
ǺǺ Is de ingestelde zender geen zender met
verkeersinformatie, dan start automatisch
een zoekfunctie naar de volgende zender
met verkeersinformatie.
Actuele verkeersinformatie onderbreken:
¢¢
TP -toets kort indrukken. Standby voor
verkeersinformatie blijft bestaan.
í Verkeersinformatie begint met een
minimumvolume:
In het EXPERT-bedieningsmenu kunt u het
minimumvolume, waarmee de verkeers-
informatie te horen zijn, veranderen, zie
pagina 17, EXPERT
§`.
ǺǺ Wilt u alleen verkeersinformatie horen,
dan activeert u de functie „standby voor
verkeersinformatie” met de toets
¢¢
TP
en stelt u het volume met de
¢¢
VOLUME
draaiknop op „nul”.
ǺǺ Ook de cassette- of CD-weergave wordt
tijdens de verkeersinformatie onderbroken.
Alternatieve frequenties (AF)
Als u een RDS-programma ontvangt, dat door
meerdere zenders met verschillende
frequenties uitgezonden wordt, dan wisselt
uw autoradio automatisch naar de best te
ontvangen frequentie.
ǺǺ Als u zich in een zeer slecht verzorgd
ontvangstgebied bevindt, kunnen wissel-
pogingen tussen AF´s als storende pauzes
hoorbaar worden. In een dergelijk geval
kan de AF-functie uitgeschakeld worden.
In de standaardinstelling is AF geactiveerd.
AF-functie uitschakelen
Dit is alleen bij zenders met alternatieve
frequenties mogelijk.
¢¢
TP - toets langer indrukken, tot het signaal
te horen is.
Het teken » AF « wordt niet meer weerge-
geven.
AF-functie weer inschakelen
¢¢
TP - toets langer indrukken, tot het signaal
te horen is.
Het teken » AF « wordt weergegeven.