ń
6
Instelling van volume en geluid
Voorbeeld: Lage tonen instellen
Toets
¢¢
SOUND zo vaak kort indrukken, tot in
het display verschijnt:
Met de
¢¢
VOLUME draaiknop
kunt u nu de in-
druk van de weergave van de lage tonen
veranderen.
Wilt u de instelling van de weergave van de
lage tonen direct in de middelste stand
terugzetten:
Toets
¢¢
SOUND
zo lang indrukken
, tot het
signaal te horen is.
LOUD (Loudness)
Een ingeschakelde Loudness levert een
klankverbetering bij en laag volume op.
U kunt de functie vanuit de basisstand in- en
uitschakelen.
Volume
¢¢
VOLUME Draaiknop draaien:
In het display verschijnt:
» VOL 00 « … »VOL 46 «.
Sound-(klank-)instellingen
Voor elke instellng FADER, BASS, TREBLE,
BALANCE geldt:
1. Functies door één- of meermaals kort
indrukken van de toets
¢¢
SOUND kiezen.
2. Stel de gewenste geluidsindruk met de
¢¢
VOLUME draaiknop in
of
Basisinstelling kiezen:
¢¢
SOUND zo lang
indrukken, tot het signaal te horen is.
3. Instelling beëindigen:
¢¢
SOUND zo vaak
indrukken, tot de ingestelde zender weer
weergegeven wordt.
ǺǺ Na ca. 10 seconden wordt het bedienings-
niveau met actuele instellingen automatisch
verlaten.
Druk zo lang op de toets
¢¢
SOUND, tot u twee
signalen hoort. In het display ziet u
» LOUD ON « (aan) of »LOUD oFF « (uit).
Volumeverdeling FAD (fader)
Met de fader verandert u de „volume-
verdeling” tussen voorste („F” front) en ach-
terste („R“ rear) luidsprekergroep.
Balansregeling BAL (balance)
Balance is de „volumeverhouding“ tussen de
luidsprekers links en rechts.
Toets
¢¢
VOLUME
draaiknop
Toets
¢¢
SOUND