Het programma “AC” heeft echter ook kant-en-klare programma’s:
De “automatische landingshulp” brengt onder een bepaald ingesteld motortoerental hoogteroer, Flaps
(welfkleppen) en Spoiler (remkleppen) naar een vrij te programmeren positie. Bij het kunstvlucht-programma
“Snap Roll (SR)” nemen op afroep het hoogte-, richtings- en rolroer een gedefinieerde positie in.
Het vleugelprogramma “WING (WNG)” omvat de programma’s DELTA en FLAPERON. Bij delta- en
vliegende-vleugelmodellen worden hoogte- en rolroerfunctie via een gemeenschappelijk roer aan de achterkant
van de rechtse en linkse vleugel bediend door parallel resp. tegengesteld bewegen van deze roeren via aparte
servo’s. De FLAPERON-functie verbindt de ontvangeruitgangen 2 en 6, die dan als rolroeren en / of als
welfkleppen gestuurd worden.
Acrobatic – Nautic – Car -standaardmodellen
spoiler
hoogteroer (elevator)
welfkleppen
richtingsroer
(rudder)
welfklep (flap)
speciale functie
richtingsroer
hoogteroer
rolroer (aileron) rem- of stoorklep (spoiler)
rolroer
remkleppen of motordrossel
Delta – modellen
speciale functie
speciale functie
speciale functie
speciale functie
rol / hoogte servo rechts
links
rol / hoogte servo links
rechts
speciale functie
Flaperon
spoiler
motordrossel of regelaar
rolroer rechts
speciale functie
rolroer (ailerons) en tegelijkertijd welfkleppen (flaps)
richtingsroer
hoogteroer
rolroer links
remkleppen of motordrossel
Nautic en Car
speciale functie
speciale functie
speciale functie
richtingssturing / sturen
speciale functie
speciale functie
motordrossel of vaartregelaar
Instel-rotatie ACROBATIC - NAUTIC - CAR
1 = Dual Rate, stuuruitslag- omschakeling
2 = progressieve stuurkarakteristiek
3 = trim-offset-geheugen
4 = draairichtingsomkeer servo’s
5 = servouitslag- middenverstelling