Instel-rotatie
Vanuit de normale bedrijfsaanduiding komt u via
ENTER
in de Instel-rotatie. Bevindt u zich 20
nog in de Systeem-rotatie, dan 2
×
ENTER
indrukken.
De als laatste gekozen code van de Instel-rotatie verschijnt op het display. Binnen de Instel-
rotatie komt u via
MODE
bij de volgende code.
rolroer richtingsroer
Exponential stuurkarakteristiek, b.v. richtingsroer CH4
Normaal gesproken volgt de servo lineair de stuurknuppeluitslag. Bij een fijngevoelige sturing 21
in de knuppel-middenstand kiest u een waarde tussen LN (=lineair) en 100%. De externe schakelaar
2 schakelt om tussen 2 richtingsroer-instellingen.
servo-omkeer
Pas de servo-draairichting aan met
INC / DEC
. Een cursor laat u de actuele draairichting “REV” 24
of “NORM” zien.
servouitslag - middenverstelling
Voordat u deze code toepast, moet het model eerst mechanisch optimaal zijn afgesteld. Hoge 24
positieve of negatieve waarden kunnen de servo-uitslag anders eenzijdig beperken.
servouitslag – instelling
Controleert u bij het model de servo-uitslagen en verkleint u deze eventueel voor ieder richting 25
apart. De bijbehorende stuurknuppel moet daarvoor in de desbetreffende richting worden bewogen.
differentiatie-mixer (mag bij slechts 1 rolroerservo niet geprogrammeerd worden!)
Bij een rolroer-aansturing via 2 aparte rolroerservo’s heeft het naar beneden uitslaande rolroer een 37
kleinere uitslag dan het naar boven uitslaande rolroer. De optimale instelling moet tijdens het
vliegen worden bepaald.
extra programmering: rolroeren als hulp bij de landing
Bij het aanvliegen voor de landing moeten de beide rolroeren via de gas-remstuurknuppel naar
boven worden uitgeslagen: de remkleppen- / welfkleppen-mixer “S-F” heeft als effect, dat de
remkleppenstuurknuppel een eventueel aangesloten welfklep-servo bedient. Deze uitgang heeft
echter tegelijkertijd effect als ingang van de welfkleppen- / rolroer-mixer “FA1/0” op de beide
rolroeren. Om het model bij het landen niet te laten pompen, moet het hoogteroer via de welfkleppen-
/ hoogteroer-mixer “FE1/0”automatisch naar beneden worden bijgesteld.
gas –remkleppenstuurknuppel
welfkleppen – rolroer-mixer “FA1/0”
Zet de mixer op 100%. Via een aan bus 3 op de zenderprint aangesloten schakelaar kunt u een 38
tweede mixwaarde instellen (op dubbele bezetting met “MIX C” letten!). De kleppen kunnen nu
nog niet via de gas- / remkleppenstuurknuppel bewogen worden. Daarvoor moet u de volgende
mixer activeren.
remkleppen – welfkleppen-mixer
Kies de mixrichting “+” of “-“ nu zo, dat de rolroeren bij het bedienen van de gas - / 39
remkleppenstuurknuppel (naar achteren) parallel naar boven bewegen. Wanneer u nu echter de
stuurknuppel uit de middenpositie naar voren beweegt, slaan de rolroeren samen naar beneden uit.
Om dit te verhinderen, moet het mixerneutraalpunt via de Offset-instelling worden verschoven.
Offset-instelling
Beweeg de gas- / remkleppenstuurknuppel naar voren en druk
INC
resp.
DEC
. De kleppen gaan nu
terug naar de neutrale positie. Beweegt u de stuurknuppel nu naar achteren, dan volgen de rolroeren
volgens het mixpercentage vande “S-F”-mixers als welfkleppen.
voor
achter gas-remkleppenstuurknuppel
welfkleppen – hoogteroer-mixer bladzijde