22 23
2
Gebruik van de camera
Stand Fotograferen
Stilstaande beelden fotograferen AUTO
Basisfuncties van de camera
Vrijmaakknop flitser
Als u de flitser wilt gebruiken, klapt u die omhoog door op de
vrijmaakknop te drukken.
INFO – Knop informatieweergave
Als u de fotografische informatie wilt weergeven,
drukt u op de informatieweergaveknop.
Tijdens fotograferen worden de op dat moment
gebruikte foto-instellingen (witbalans, beeld-
scherpte, enzovoort) en een histogram getoond.
Tijdens weergeven wordt de informatie van het op
dat moment getoonde beeld getoond.
Snel-AF knop
Stelt het beeld eenmalig scherp. Deze func-
tie kunt u alleen bij handinstelling gebruiken.
Scherpstelring
Nadat u de camera heeft
ingesteld op handinstel
-
ling, stelt u scherp met de
scherpstelring.
Zoomring
Door de zoomring te ver-
draaien, kunt u uw onder
-
werp vergroot fotograferen.
Keuzeknop scherpstelfunctie
Met deze knop wisselt u tussen C-AF
(continu-AF), S-AF (enkelvoudig -AF) en MF
(handmatig scherpstellen).
Macroknop
Deze knop gebruikt u voor het fotograferen van close-ups. Door op deze knop te drukken, wisselt
u tussen:
Macro
➞
Supermacro
➞
Macro uit (Normal).
Brandpuntsbereik Normal Groothoek: circa 50 cm tot oneindig.
Tele: circa 2 m tot oneindig.
Macro Groothoek: circa 10 cm tot 3 m.
Tele: circa 90 cm tot 3 m.
Supermacro Circa 1 cm tot 1 m (uitsluitend in de stand groothoek).
◆ Aanwijzingen in de LCD-monitor ◆
De aanwijzingen voor de volgende stap in een
procedure verschijnen onderin de monitor. Om
die volgende stap uit te voeren, drukt u op de
aangegeven knop.
Om bijvoorbeeld het in de monitor getoonde
beeld te wissen, drukt u, zoals aangegeven in de
afbeelding, rechts, op de “MENU/OK”-knop. Wilt
u de wisbewerking beëindigen, dan drukt u op de
knop “DISP/BACK”.
1
2
3
Oogcorrectieknop
1 Zet de cameraschakelaar in de stand “q” (fotogra-
feren).
2 Zet de functieknop in de stand “B” (AUTO).
3 Zet de scherpstelfunctieknop op “S-AF”.
h Scherpstelbereik:
Groothoek: circa 50 cm tot oneindig.
Tele: circa 2 m tot oneindig.
! Wilt u onderwerpen dichterbij dan 50 cm fotograferen, dan
moet u de macrofunctie gebruiken (zie blz. 50).
! Verschijnt een van de meldingen [CARD ERROR] (kaart-
fout), [CARD NOT INITIALIZED] (kaartje niet geformatteerd),
[CARD FULL] (kaartje vol) of [NO CARD] (geen kaartje), dan
raadpleegt u blz. 130.
Klap de flitskop op door op de vrijmaakknop te druk-
ken.
! Als de flitskop opklapt, is het mogelijk dat het beeld uit de
monitor verdwijnt en de monitor kortstondig op zwart gaat,
omdat de flitser wordt opgeladen. Tijdens het opladen knip
-
pert de indicatie-LED oranje.
! Fotografeert u in een zeer stoffige ruimte of wanneer het
sneeuwt, dan kunnen er witte stippen in het beeld verschij
-
nen als gevolg van het door stofdeeltjes of sneeuwvlokken
weerkaatste flitslicht. In dat geval probeert u de opname te
maken met de flitser uitgeschakeld.
Bij elke druk op de knop “EVF/LCD” wisselt u tussen
zoeker (EVF) en monitor (LCD).
Is het AF-kader in de zoeker (EVF) moeilijk te zien, dan
past u met de oogcorrectieknop de zoeker aan aan uw
gezichtsvermogen.
De door u geselecteerde functie EVF (Elektronische
zoeker) of LCD (monitor) blijft ingesteld, ook als
u een andere fotofunctie kiest of de camera uit-
schakelt.