Controlelamp stuurbekrachtiging
Deze lamp brandt wanneer zich
een storing in het
stuurbekrachtigingssysteem
voordoet. De auto blijft bestuurbaar, maar
u zult meer kracht moeten uitoefenen om
het stuurwiel te draaien. Laat het systeem
zo snel mogelijk door een goed opgeleide
monteur controleren.
Controlelamp aandrijflijn
Auto's met automatische transmissie
Wanneer de
waarschuwingslamp van de
aandrijflijn bij draaiende motor
gaat branden, dan wijst dit op een storing
of hoge transmissietemperatuur. Breng de
auto tot stilstand zodra dit veilig kan en
voer de volgende handelingen uit:
1. Schakel P of N in en laat de motor 10
minuten stationair draaien.
2. Schakel het contact uit en start de
motor opnieuw.
Wanneer de waarschuwingslamp van de
aandrijflijn gaat branden, schakel dan het
contact uit en laat de transmissie
controleren voordat u uw reis hervat.
Wanneer de waarschuwingslamp van de
aandrijflijn niet gaat branden, hervat dan
uw reis en laat de transmissie zo spoedig
mogelijk controleren.
Auto's met een handgeschakelde
5-versnellingsbak of Durashift EST
Wanneer de
waarschuwingslamp van de
aandrijflijn bij draaiende motor
gaat branden, dan wijst dit op een storing.
De motor blijft draaien maar levert minder
vermogen. Laat dit zo snel mogelijk
controleren.
Wanneer de waarschuwingslamp van de
aandrijflijn bij draaiende motor gaat
knipperen, dan wijst dit op een storing.
Breng de auto tot stilstand zodra dit veilig
kan. Laat deze storing controleren voordat
u uw reis hervat.
Controlelamp mistachterlicht
Brandt wanneer u de
mistachterlichten inschakelt.
Waarschuwingslamp
stabiliteitsregeling (ESP)
Wanneer het systeem tijdens het
rijden wordt geactiveerd,
knippert de lamp. Als na het
inschakelen van het contact deze lamp
niet brandt of indien deze tijdens het rijden
continu brandt, dan wijst dit op een storing.
Bij storingen wordt het systeem
uitgeschakeld. Laat het systeem zo snel
mogelijk door een goed opgeleide monteur
controleren.
Wanneer u het ESP uitschakelt, gaat de
controlelamp branden. De lamp gaat uit
wanneer u het systeem weer inschakelt of
wanneer u het contact uitschakelt.
54
Instrumentenpaneel