162
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Opmerking Voordat u het verwisselde
wiel (indien lichtmetaal) in de daarvoor be-
stemde ruimte opbergt, moet u het ge-
klemd gemonteerde embleem verwijde-
ren door er aan de binnenzijde op de te
drukken.
❒
verwijder bij auto’s met stalen velgen
het geklemd gemonteerde wieldeksel
D-fig. 6;
❒
draai met de bijgeleverde sleutel E-fig.
7 de wielbouten ongeveer een slag los;
schud bij uitvoeringen met lichtmeta-
len velgen enige malen aan de boven-
kant van de carrosserie, waardoor de
velg los van de wielnaaf kan komen;
❒
neem het noodreservewiel B-fig. 4 uit
om de gereedschaphouder C-fig. 5 te
bereiken;
❒
neem de gereedschaphouder C-fig. 5
uit en zet de houder dicht bij het te
verwisselen wiel;
❒
verwijder het vulstuk dat onder het
noodreservewiel is geplaatst om het
normale wiel te kunnen opbergen;
LET OP: Als deze instructie niet wordt op-
gevolgd, kan de laadvloer breken.
fig. 5
F0L0219m
fig. 6