7. Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door een vakman
worden uitgevoerd.
Om kortsluiting en hieruit resulterende beschadigingen van het
apparaat te voorkomen, moet tijdens het aansluiten de minpool
(aarde) van de autoaccu worden losgekoppeld.
Sluit de minpool van de accu pas weer aan, nadat u het systeem
volledig aangesloten en de aansluiting gecontroleerd heeft.
Hou rekening met de aanwijzingen van de fabrikant van het
voertuig, zodat de opgeslagen gegevens van het voertuig niet
verloren gaan.
Gebruik voor de controle van de spanning aan boordspannings-
kabels alleen een voltmeter of een diodetester, omdat normale
controlelampen te hoge stromen opnemen en daardoor de
boordelektronica zou kunnen beschadigen.
Let bij het leggen van leidingen op, dat deze niet ingeklemd wor-
den of tegen scherpe kanten aan schuren; gebruik bij doorvoe-
ringen rubber kokers.
Gebruik bij het leggen van de sensorleidingen naar de koffer-
ruimte rubberen doorvoeren o.a. om geen invloed uit te oefenen
op de dichtheid van het inwendige van het voertuig.
Let er bij het leggen van de leidingen in deurbalken enz. op dat
geen veiligheidsrelevante inrichtingen (bijv. een zij-airbag) wor-
den belemmerd of beschadigd. De leidingen mogen niet in het
activiteitsgebied van de airbags gelegd worden.
65