6.1 Installeren van de camera
Dit is een montagevoorbeeld.
- Leg de montageplaats van de camera vast.
- Controleer de ligging van de aansluitkabel voor de voeding van de camera naar
de achteruitrijdlichten. Bepaal hoe de leidingen voor de voeding moet worden
gelegd.
-
Zoek een geschikte opening in het voertuig voor de voedingskabel van de
camera.
☞
Enkele voertuigen zijn al voorzien van gaten voor het doorvoe-
ren van kabels. Als dit niet het geval is bij uw auto, vrachtwagen
of mobilhome, dan zullen de noodzakelijke boringen moeten
worden uitgevoerd.
Let er voor u in het voertuig gaat boren in elk geval op dat
• de boordelektriciteit niet beschadigd wordt
• de werking niet wordt beïnvloed
• de gebruiksgoedkeuring niet vervalt
• het tanksysteem van uw voertuig niet beschadigd wordt
• de veiligheid en de werking van het voertuig integraal intact
blijven.
Indien u niet zeker bent of de gewenste plaats voor het boren aan
deze criteria voldoet, vraagt u raad aan een gekwalificeerde auto-
monteur. We adviseren u de montage en de aansluiting te laten uit-
voeren door een gekwalificeerde automonteur.
- Neem de montagehouder van de camera en hou deze op de voorziene monta-
geplaats.
- Teken de boorgaten af.
63