III
36
ACHTERZITPLAATSEN
Neerklappen van de rugleuning
in delen of als een geheel:
Verricht deze handelingen met
geopende achterklep, terwijl u
achter de auto staat.
Neerklappen van de rugleuning:
- controleer of de autogordel zich
naast de rugleuning bevindt,
- plaats de hoofdsteunen in de
laagste stand (zie «hoofdsteunen
achterin»).
- trek aan de hendel(s) B (één
voor elke stoel, twee voor de
achterbank), die zich achter de
rugleuning(en) aan kofferzijde
bevinden, en klap de rugleuning
neer.
Terugplaatsen van de
rugleuning in delen of als een
geheel:
- klap de rugleuning naar de
achterzijde van de auto en con-
troleer vervolgens of deze ver-
grendeld is in het verankerings-
punt C.
Let erop dat de autogordels niet
klem komen te zitten, met name
tussen de rugleuning en het
verankeringspunt C.
Controleer of de stoel c.q.
achterbank goed vergrendeld is.
AUTOGORDELS ACHTER
Berg de gespen van de gordels
op door ze in de opening A te
steken.
5-deurs3-deurs
A C H T E R Z I T P L A A T S E N