III
35
Voorruit en zijruiten.
Voorruit, zijruiten en voeten van de
inzittenden.
Voeten van de inzittenden.
Aanbevolen stand wanneer de verwarming
aan staat.
Voeten van de inzittenden, centrale
ventilatieroosters en zijventilatieroosters.
Centrale ventilatieroosters en zijventilatieroosters.
Aanbevolen stand wanneer de airconditioning
aan staat.
E. Instellen van de luchtverdeling
Het is ook mogelijk de luchtverdeelknop in een
tussenstand te plaatsen.
Druk bij draaiende motor op de toets F: het
lampje gaat branden.
F. Ontdooien van de achterruit
Het systeem zorgt ervoor dat de achterruit wordt
ontdooid. U kunt deze functie uitschakelen door
opnieuw op de toets F te drukken.
Het snel ontdooien of ontwasemen van de voorruit en
zijruiten gaat als volgt:
- zet de temperatuurknop B en de aanjagerknop C in
de maximumstand,
- zet de schuif voor de luchtverdeelknop D in de stand
voor toevoer van buitenlucht,
- zet de airconditioning aan door op de toets A te
drukken.
V E N T I L A T I E - V E R W A R M I N G
A I R C O N D I T I O N I N G