bediening
extra zekerheid
detectiebeveiliging
De kookzone reageert alleen als er een geschikte pan op
staat. Wanneer er alleen een lepel of vork op de kookzone
ligt, schakelt de kookzone niet in.
De displays kookstanden blijven knipperen.
ventilatiebeveiliging
De elektronica moet gekoeld worden. De koele lucht wordt
achter het keukenkastje aangezogen en aan de onderzijde
van de kookplaat weer uitgeblazen. Het toestel kan daarom
alleen functioneren als er voldoende lucht kan circuleren.
Het toestel schakelt zich na korte tijd uit wanneer er
onvoldoende lucht circuleert.
NL 19NL 18
bediening
extra zekerheid
Luchtcirculatie onder
de inductiekookplaat.
oververhittingsbeveiligingen
Het toestel kan oververhit raken, wanneer:
– de pan de warmte niet goed geleidt;
– vet of olie op een hoge stand verhit wordt;
– er onvoldoende luchtcirculatie is (zie ook
ventilatiebeveiliging).
In geval van oververhitting leidt dit bij de desbetreffende
kookzone, respectievelijk alle kookzones, tot een van de
volgende reacties:
– de kookplaat zal het toegevoerde vermogen iets af laten
nemen (dit is niet zichtbaar bij de kookstanden in de
displays);
– wanneer dit niet helpt zal de kookplaat het vermogen
verder terugregelen en afwisselend de gekozen
kookstand en 'F7' weergeven in de displays. Als de
kookplaat hierdoor voldoende af is gekoeld, komt het
ingestelde vermogen weer terug;
– mocht de kookplaat nog niet voldoende zijn afgekoeld,
dan zal de kookplaat één of meerdere kookzones
uitschakelen en in het display afwisselend de ingestelde
kookstand en 'F8' weergeven. Als de kookplaat hierdoor
voldoende afkoelt, komt het ingestelde vermogen weer
terug. Wanneer dit na enige niet helpt zal de betreffende
kookzone uitgeschakeld blijven.
Zodra de kookzone(s) voldoende is (zijn) afgekoeld kunt u
deze weer normaal gebruiken.
Voorkom dat de oververhittingsbeveiliging van het toestel
geactiveerd wordt door:
– pannen te gebruiken die de warmte goed geleiden;
– vet of olie op een lagere stand te verhitten;
– voor voldoende luchtcirculatie te zorgen.
Neem contact op met de servicedienst of een erkend
vakman indien de oververhittingsbeveiliging desondanks
opnieuw geactiveerd wordt.