Problemen oplossen
254 WorkCentre 7800-serie-multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
Het probleem terugbrengen tot de printer of de applicatie
Als u zeker weet dat het papier wordt ondersteund en in goede conditie is, gebruikt u de volgende
stappen om het probleem te isoleren:
1. Druk de pagina's via het bedieningspaneel van de printer af voor een diagnose van de
afdrukkwaliteit. Zie De pagina's voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit
afdrukken op pagina 253 voor meer informatie.
− Als de pagina's goed worden afgedrukt, werkt de printer goed en ligt het probleem met de
afdrukkwaliteit bij een applicatie, printerdriver of printerserver.
− Als er nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit op de pagina's te zien zijn, ligt het
probleem bij de printer.
2. Als de pagina's correct worden afgedrukt, raadpleegt u Problemen met de afdrukkwaliteit in de
applicatie, printerdriver of printerserver oplossen op pagina 254.
3. Als de problemen met de afdrukkwaliteit nog steeds optreden of als de pagina's niet worden
afgedrukt, raadpleegt u Problemen met de afdrukkwaliteit in de printer oplossen op pagina 255.
Problemen met de afdrukkwaliteit in de applicatie, printerdriver of printerserver
oplossen
Als via het bedieningspaneel goed op de printer wordt afgedrukt, maar u nog steeds problemen met
de afdrukkwaliteit hebt, kan de applicatie, printerdriver of printerserver hiervan de oorzaak zijn.
Het probleem isoleren:
1. Druk een gelijksoortig document vanuit een andere applicatie af en let op dezelfde problemen
met de afdrukkwaliteit.
− Als het document dezelfde problemen met de afdrukkwaliteit bevat, ligt het probleem
waarschijnlijk bij een printerdriver of printerserver. Als het probleem blijft bestaan, gaat u
naar stap 2.
− Als het document wordt afgedrukt zonder problemen met de afdrukkwaliteit, is de
applicatie waarschijnlijk de oorzaak. Start uw printer opnieuw, start de applicatie opnieuw
en druk het document nogmaals af. Als het probleem blijft optreden, gaat u naar stap 5. Zie
De printer opnieuw starten op pagina 207 voor meer informatie.
2. Controleer welke printerdriver voor de afdrukopdracht is gebruikt.
a. Ga naar de lijst met printers op uw computer:
• Voor Windows XP SP1 of hoger: klik op Start > Instellingen > Printers en
faxapparaten.
• Voor Windows Vista: klik op Start > Bedieningspaneel > Hardware en geluiden >
Printers.
• Voor Windows Server 2003 en hoger: klik op Start > Instellingen > Printers.
• Voor Windows 7: klik op Start > Apparaten en printers.
b. Klik met de rechtermuisknop op de naam van de printer.
c. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Eigenschappen.
• Controleer of de modelnaam in het midden van de driver overeenkomt met de
modelnaam van de printer.
• Als de namen niet met elkaar overeenkomen, installeert u de correcte printerdriver voor
de printer.