Afdrukken
WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter
Gebruikershandleiding
102
e. Bij het veld Vraag documentnaam op voert u een van de volgende handelingen uit:
• Als u een specifieke documentnaam gebruikt voor toegang tot het document vanaf het
bedieningspaneel, selecteert u Documentnaam invoeren. In het veld Documentnaam
typt u een naam voor het document, met een maximum van 12 tekens. Deze naam
verschijnt op het bedieningspaneel.
• Als u een tijdstempel op het bedieningspaneel weergeeft, selecteert u Bestaande naam
gebruiken als u het PostScript-stuurprogramma gebruikt, of Automatisch opvragen bij
het PCL-stuurprogramma.
f. Klik op OK.
4. Selecteer eventuele andere afdrukopties en klik vervolgens op OK.
5. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op OK (of op Afdrukken).
6. Volg de instructies in Een beveiligde afdruktaak afdrukken op pagina 102 wanneer u klaar bent
om af te drukken.
Opmerking: Alle afdruktaken die in het RAM-geheugen zijn opgeslagen worden gewist wanneer de
printer wordt uitgeschakeld of wanneer de stroomtoevoer wordt onderbroken.
Een beveiligde afdruktaak afdrukken
Een opgeslagen beveiligde afdruktaak vanaf het bedieningspaneel afdrukken:
1. Druk op de knop Afdrukken.
2. Selecteer Beveiligde afdruk en druk vervolgens op OK.
3. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag voor het selecteren van de gebruikersnaam die u tijdens
het configureren van de beveiligde afdruk hebt gemaakt en druk dan op OK.
4. Gebruik de cijfertoetsen voor het invoeren van het wachtwoord dat u aan het document hebt
toegewezen en druk op OK.
5. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om een van de volgende opties te selecteren:
• Alle documenten
• De tijdstempel die aan het document is toegewezen
• De documentnaam die u hebt gemaakt
6. Druk op OK.
7. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om een van de volgende opties te selecteren:
• Als u het document uit het geheugen wilt verwijderen nadat het is afgedrukt, selecteert u
Verwijderen na afdrukken en drukt u op OK. Gebruik de Pijl omhoog en Pijl omlaag of de
cijfertoetsen om het aantal af te drukken kopieën aan te geven.
• Als u het document wilt verwijderen zonder het af te drukken, selecteert u Verwijderen.
8. Druk op OK.
Opmerking: Alle afdruktaken die in het RAM-geheugen zijn opgeslagen worden gewist wanneer de
printer wordt uitgeschakeld of wanneer de stroomtoevoer wordt onderbroken.
Zie ook:
Een afdruktaak in het geheugen opslaan op pagina 101
