10
DE HANDMATIGE MODUS GEB
DE VOORAF INGESTELDE PROGRAMMA’S
GEBRUIKEN:
HARTSLAG GESTUURDE PROGRAMMA’S
1. Zet de console aan
U kunt de console aanzetten door een willekeurige
knop in te drukken of door te fietsen
1. Selecteer de handmatige modus
Wanneer de computer aangaat staat die automatisch
op handmatige modus. Heeft u een programma
geselecteerd, druk dan meerdere malen op de Smart
programs knop totdat er MANUAL op het scherm
staat.
TIME zal gaan knipperen, druk op de UP en DOWN
knoppen om de lengte van uw training aan te
passen. Druk vervolgens op ENTER om te bevesti-
gen. Herhaal dit voor de afstand en het aantal
calorieën. Druk op Start/Stop om te beginnen.
3.De weerstand veranderen.
Tijdens het fietsen verandert u de weerstand met
de UP en DOWN toetsen.
4. Volg uw vooruitgang op het display.
De display toont de verstreken tijd en afgelegde
afstand.
Opmerking: Wanneer er een “Smart program”
geselecteerd is toont hij de resterende tijd in plaats
van de verstreken tijd. Ook geeft hij de pedaalom-
wentelingen per minuut, aantal verbrande calorieën
en de hartslag weer (indien u de hartslagsensoren
vastpakt).
5.Meet uw hartslag indien gewenst.
Opmerking: Als er een plastic beschermlaagje over
de sensoren zit, verwijder dit dan. Meet uw hartslag
door de sensoren vast te houden met uw handpalm
tegen het metalen gedeelte. Beweeg uw handen niet
en houd het metalen gedeelte niet te stevig vast.
Zodra de sensoren uw hartslag meten, gaat het
hartvormige symbool op het scherm tegelijk met uw
eigen hartslag knipperen. Na enkele momenten
verschijnt uw hartslag in beeld. Voor de meest
nauwkeurige meting houdt u de sensoren minstens
15 seconden vast. Opmerking: Als u de sensoren
vast blijft houden, laat het display de andere
waarden zoals tijd zien. Als uw hartslag niet gemeten
wordt, controleer dan of u uw handen op de juiste
manier op de sensoren heeft geplaatst. Voor
optimale prestaties maakt u de sensoren voor
gebruik schoon met een zacht doekje. Maak de
sensoren nooit schoon met alcohol, schuurmiddelen
of chemicaliën.
6.Wanneer u klaar bent met de training, zal de
computer automatisch uitschakelen.
Als de pedalen een paar seconden niet bewegen zal
de computer op pauze gaan. De computer heeft een
auto-off instelling. Wanneer de pedalen of de comput-
er enkele minuten niet gebruikt worden zal de com-
puter automatisch uitschakelen om stroom te bespar-
en.
1. Zet de console aan.
Dit kan door een willekeurige knop in te drukken of
wanneer de pedalen beginnen te draaien
2. Selecteer een vooraf ingesteld programma.
Met behulp van de UP en DOWN knoppen kunt u
een programma selecteren van 2 tot 7. Selecteer
een programma dat aansluit bij uw doel en bevestig
met ENTER.
Opmerking: Programma’s 2, 5, 6 en 7 zijn prestatie
programma’s en programma’s 3, 4 en 6 zijn
uithoudingsvermogen programma’s.
Raadpleeg een coach voor meer details over de
selectie en het gebruik van een programma.
3.Pas het programma aan uw dagelijkse doel
aan.
Zodra TIME knippert op het display, bepaalt u met
behulp van de UP en DOWN knoppen de lengte van
uw training. Bevestig met ENTER uw keuze. Herhaal
deze stappen voor DISTANCE en CALORIES. Druk
vervolgens op START/STOP om uw keuze te beves-
tigen.
1. Zet de console aan.
Dit kan door een willekeurige knop in te drukken of
door te fietsen.
2. Selecteer een vooraf ingesteld programma.
Met behulp van de UP en DOWN knoppen kunt u
een programma selecteren van 8 tot 11. Bevestig
met ENTER