10
5. Oliedebiet-arbeidsvelden
Opmerking bij de arbeidsvelden
De arbeidsvelden tonen het brandervermogen en het
oliedebiet in functie van de druk in de vuurhaard. Ze
stemmen overeen met de maximumwaarden volgens de
normen EN 303 en werden opgemeten aan
geïdealiseerde testvlambuisketels volgens EN 267.
Alle vermogengegevens zijn gebaseerd op een
luchtaanzuigtemperatuur van 20° C en een
opstellingshoogte van 500 m.
Opgelet!
De brander mag in geen geval buiten zijn arbeidsveld
bedreven worden.
Brandertype WL20-A en WL20Z-B, WL20-A-H en WL20Z-B-H
Bouwserie nr. 5G 713/96 en 5G 233/93
Vlamkop W20/1 W20/2 W20/3
Vermogen 2,0–4,3 kg/h 2,7–5,5 kg/h 4,5–9,6 kg/h
23,6–51 kW 32–65 kW 53–114 kW
Brandertype WL10-B-H WL15-B
Bouwserie nr. 5G 323/94 5G 324/94
Vlamkop W10/5 W10/5
Vermogen 1,4–3,2 kg/h 1,8–3,2 kg/h
16,5–38 kW 21,5–38 kW
Rookgasmassastroom
De rookgasmassastroom is afhankelijk van het ingestelde
brandervermogen en van de luchtovermaat. In de tabel zijn
richtwaarden aangegeven voor de berekening van de
schoorsteen. Verder dienen de richtlijnen van de
ketelconstructeur in acht genomen te worden.
Brandertype Vlamkop Vermogen CO
2
Rookgasmassastroom
[ kW ] [ % ] [ kg/s ]
WL10-B-H W10/5 16,5 … 38 13,0 0,0068 … 0,0156
WL15-B W10/5 21,5 … 38 13,0 0,0088 … 0,0156
WL20… W20/1 23,6 … 51 13,0 0,0097 … 0,0210
W20/2 32,0 … 65 13,0 0,0132 … 0,0267
W20/3 53,0 … 114 13,0 0,0218 … 0,0469