9
Bij minder inspanning gebruikt ons lichaam een mix van vet en carbohydraten als
bron van brandstof. Als de maximale conditieprestatie is behaald, wordt het
percentage vet als brandstof verlaagd naar nul. Als de duur van de oefening wordt
verlengd, wordt ook het geconsumeerde percentage vet vermeerderd.
Als uw doel gewichtsverlies is, is het noodzakelijk om zoveel vet te verbranden
(tegenovergesteld aan carbohydraten) als mogelijk is. Dit is het best te behalen met
lage intensiviteit en over langere duur. Zodra de intensiviteit wordt verzwaard, begint
het conditieproces meer carbohydraten te verbranden en het gewichtverlies effect
wordt versterkt. Bij een lage intensiteit (60-70% van de maximale conditie output)
kan je nog een gesprek voeren met iemand; het is in geen geval uitputtend en wodt
behaald door rustig lopen.
Conditietraining
Een ondersteunend trainingsprogramma zal de efficientie verbeteren zodat de hart-, en
bloedvaten en de luchtwegen zuurstof kunnen aanvullen. Dit verbetert de longfunctie,
hartfunctie, bloedvaten-efficientie en haarvatgroei, wat leidt tot een gezond en langer
leven.
Op ongeveer 70-80% van de maximale conditionele uitvoer, worden er melkzuren
aangemaakt in het bloedvatenstelsel, op een grotere snelheid dan het door de lever,
nieren en andere organen eruit kan worden gehaald. Trainen boven dit
intensiteitsniveau zal een toenemende ophoping van melkzuren veroorzaken in het
bloed, hartslag en ademhaling versnellen, spiervermoeidheid veroorzaken en kan
leiden tot het einde van de oefening. Doorgaan met de oefening zal alleen bijdragen
aan het aanmaken van verkrijgbare brandstof opslagen.
Als uw trainingsdoel conditionele (cardio/ademhalingsverlengende) training is, is het
noodzakelijk om te trainen op een intensiteit wat vermoeidheid vermijdt door middel
van melkzuren-opbouwing. Dit is het beste haalbaar op een normaal intensiviteits-
niveau uitgerekt over gemiddelde/lange duur. Een gemiddeld oefeningsniveau (70-
80%) van de maximale conditie output) wordt behaald door een regelmatige loop, de
klachten van spierpijn vermijdend.)
Onconditionele training
Onconditionele training veroorzaakt het opbouwen van melkzuren (ongeveer 1
minuut na de oefening is voltooid) melkzuurverzadiging zal voor een snelle afname
zorgen van de trainingsintensiteit of beëindiging ervan.
De ophoping van melkzuren begrenst de bijdrage aan het onconditionele proces tot
totale energie productie. Alhoewel energie snel wordt geproduceerd, is de totale
capaciteit en totale kracht gelimiteerd.
Het moment dat melkzuren beginnen te ontstaan kan uitgesteld worden door middel
van training. Dit kan het beste gedaan worden door door verbetering van efficientie
van het conditieproces en wordt behaald door training op normale intensiteitniveaus.
Training op onconditioneel niveau kan een atleet zijn spieren vermoeien, maar dat zal
meer psychisch dan lichamelijk zijn.