12.0 BEDIENING VAN DE CRUISE CONTROL MAGIC SPEED
(ZIE
✎
K 3)
‘AAN/UIT’-SCHAKELAAR:
Door het eenmalig aantippen van de AAN/UIT-schakelaar wordt MAGICSPEED ingeschakeld.
Het LED-licht licht op. Is MAGIC SPEED ingeschakeld, dan wordt door het eenmalig aan-
tippen van de AAN/UIT-schakelaar de MAGIC-SPEED uitgeschakeld. Het LED-licht dooft.
‘SET’-TOETS:
1. Ingeven van de op dat moment gereden snelheid, door de ‘SET’- toets in te drukken en
meteen weer los te laten. Deze gewenste snelheid wordt gehandhaafd, totdat:
a) het rem- dan wel het koppelingspedaal wordt ingedrukt,
b) met de AAN/UIT-schakelaar het apparaat wordt uitgeschakeld (LED dooft).
c) de snelheid van het voertuig minder dan 40 - 50 km/u bedraagt
d) bij omhooglopende weg de snelheid met meer dan 25% afneemt.
2. Indien de ‘SET’-toets ingedrukt wordt gehouden, accelereert uw voertuig. Laat men de
toets los, dan houdt de cruise control de op dat moment bereikte snelheid vast en slaat
deze op.
‘RES’-TOETS:
Overname van de laatst opgeslagen snelheid vindt plaats, wanneer de ‘RES’-knop ingedrukt
en meteen weer losgelaten wordt, onder voorwaarde dat:
a) met de AAN/UIT-schakelaar het apparaat is ingeschakeld (de LED op het
bedieningsgedeelte licht op)
b) de snelheid van uw voertuig niet lager is dan minimaal 40-50 km/u
c) het rem- dan wel het koppelingspedaal niet wordt ingedrukt
d) het contact niet tussentijds werd uitgeschakeld
e) de op dat moment gereden snelheid niet lager is dan 50% van de opgeslagen
waarde.