STARTEN EN RIJDEN
}}
319
BELANGRIJK
Koppel de laadkabel nooit tijdens het opladen
los van het 230V-contact (AC) – het gevaar
bestaat dan dat het 230V-contact (AC)
beschadigd raakt. Beëindig altijd eerst het
opladen en koppel daarna de laadkabel los.
6. Wanneer de oplading afgerond is (zie vol-
gende tabel) - open het bestuurdersportier.
Het instrumentenpaneel gaat dan branden
en kan informatie tonen over de ladingstoe-
stand.
De LED-lampjes geven tijdens het opladen de
actuele status aan. Bij inschakeling van de interi-
eurverlichting branden de witte, blauwe, rode en
oranje ledjes (om enige tijd na uitschakeling van
de interieurverlichting weer te doven).
Ledje brandt Betekenis
Continu wit Hulpverlichting
Continu oranje
Stand-by
A
– in afwach-
ting van oplading.
Knippert groen
Wordt opgeladen
B
.
Continu groen
Oplading gereed
C
.
Blauw - knipperend
of continu
Timer ingeschakeld.
Rood - knipperend
of continu
Er is een storing opge-
treden.
A
Bijvoorbeeld bij het openen van een portier of een laadkabel-
stekker die niet vergrendeld is.
B
Naarmate de ladingstoestand van de accu verbetert gaat het
ledje langzamer knipperen.
C
Dooft na enige tijd.
Tijdens het opladen kan er een plasje water
onder de auto ontstaan afkomstig van de airco.
Dit is normaal en hoort bij de koelfunctie van de
hybride-accu.
Gerelateerde informatie
•
Opladen hybride-accu - afsluiten (p. 319)
Opladen hybride-accu - afsluiten
Beëindig het opladen door de auto te ontgren-
delen, de laadkabel uit de laadaansluiting van de