||
03 Instrumenten, schakelaars en bediening
03
76
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Waarschuwing
Het rode waarschuwingssymbool gaat bran-
den, wanneer er een storing is geregistreerd
die van invloed kan zijn op de veiligheid en/of
de rijeigenschappen van de auto. Er ver-
schijnt tegelijkertijd een verklarende melding
op het informatiedisplay. Het symbool blijft
branden totdat de storing is verholpen, maar
de melding kunt u verwijderen met de OK-
knop, zie Menufuncties - instrumentenpaneel
(p. 113). Het waarschuwingssymbool kan
ook gaan branden in combinatie met andere
symbolen.
Actie:
1. Stop zo spoedig mogelijk. Rijd niet verder
met de auto.
2. Lees de informatie op het informatiedis-
play. Voer de handeling uit die de melding
op het display u voorschrijft. Wis de mel-
ding met de OK-knop.
Waarschuwing, portieren niet gesloten
Als een van de portieren niet goed dichtstaat,
gaat het informatie- of waarschuwingssym-
bool branden en verschijnt er een verklarende
afbeelding op het informatiedisplay. Breng de
auto zo spoedig mogelijk tot stilstand en sluit
het portier dat openstaat.
Als de auto met een snelheid van
maximaal 7 km/h rijdt, gaat het infor-
matiesymbool branden.
Als de auto met een snelheid van
maximaal 7 km/h rijdt, gaat het waar-
schuwingssymbool branden.
Als de motorkap
4
niet goed dichtstaat, gaat
het waarschuwingssymbool branden en ver-
schijnt er een verklarende afbeelding op het
informatiedisplay. Breng de auto zo spoedig
mogelijk tot stilstand en sluit de motorkap.
Als de achterklep niet goed dichtstaat, gaat
het informatiesymbool branden en verschijnt
er een verklarende afbeelding op het informa-
tiedisplay. Breng de auto zo spoedig mogelijk
tot stilstand en sluit de achterklep.
Gerelateerde informatie
•
Instrumentenpaneel (p. 67)
•
Instrumentenpaneel - betekenis controle-
symbolen (p. 73)
•
Instrumentenpaneel, digitaal - overzicht
(p. 68)
Buitentemperatuur
Het buitentemperatuurmeterdisplay is zicht-
baar op het instrumentenpaneel.
Display voor buitentemperatuurmeter
Wanneer de temperatuur tussen –5 °C en +2
°C ligt, brandt er een sneeuwvloksymbool op
het display. Het lampje wijst op het gevaar
voor gladheid. Wanneer de auto stilstaat of
geparkeerd gestaan heeft, is het mogelijk dat
de buitentemperatuurmeter een te hoge
waarde aangeeft.
Gerelateerde informatie
•
Instrumentenpaneel (p. 67)
4
Alleen auto’s met alarm*.