03 Instrumenten, schakelaars en bediening
03
}}
75
Instrumentenpaneel - betekenis
waarschuwingssymbolen
De waarschuwingssymbolen attenderen u
erop dat de bijbehorende belangrijke functies/
systemen ingeschakeld zijn of dat er ernstige
storingen of gebreken zijn opgetreden.
Waarschuwingssymbolen
Symbool Betekenis
Parkeerrem ingeschakeld
Airbags (SRS)
Gordelwaarschuwing
Startaccu wordt niet opgela-
den
Storing in remsysteem
Waarschuwing
Parkeerrem ingeschakeld
Het symbool brandt continu, wanneer u de
parkeerrem hebt aangezet. Het symbool knip-
pert tijdens het aanzetten en gaat daarna
continu branden.
Een knipperend symbool in een andere situ-
atie wijst op een storing. Lees de melding op
het informatiedisplay.
Voor meer informatie, zie Parkeerrem
(p. 287).
Airbags (SRS)
Als het symbool tijdens het rijden oplicht of
blijft branden, is er een storing geregistreerd
in de gordelsluiting of in het SRS-, SIPS- of
IC-systeem. Rijd de auto zo spoedig mogelijk
naar een werkplaats om het systeem te laten
controleren. Volvo adviseert dat u daarvoor
een erkende Volvo-werkplaats bezoekt.
Gordelwaarschuwing
Het symbool knippert als de bestuurder of de
voorpassagier geen veiligheidsgordel draagt
of als iemand op de achterbank de gordel
heeft losgenomen.
Startaccu wordt niet opgeladen
Het symbool gaat tijdens het rijden branden,
als er sprake is van een storing in het elek-
trisch systeem. Bezoek een werkplaats. Volvo
adviseert dat u daarvoor een erkende Volvo-
werkplaats bezoekt.
Storing in remsysteem
Als het symbool oplicht, is het remvloeistof-
peil mogelijk te laag. Breng de auto zo spoe-
dig mogelijk tot stilstand en controleer het
peil in het remvloeistofreservoir, zie Rem- en
koppelingsvloeistof - peil (p. 367).
Als de waarschuwingssymbolen voor het
remsysteem en ABS tegelijkertijd branden,
kan er een storing in de remkrachtverdeling
zijn opgetreden.
1. Breng de auto zo spoedig mogelijk tot
stilstand en zet de motor af.
2. Start de motor opnieuw.
•
Rijd verder als beide symbolen uit-
gaan.
•
Als de symbolen echter blijven bran-
den, moet u het peil in het remvloei-
stofreservoir controleren, zie Rem- en
koppelingsvloeistof - peil (p. 367). Als
de lampjes blijven branden ondanks
dat het peil van de remvloeistof in orde
is, moet u de auto uiterst voorzichtig
naar een werkplaats rijden om het rem-
systeem te laten controleren. Volvo
adviseert dat u daarvoor een erkende
Volvo-werkplaats bezoekt.
WAARSCHUWING
Als de remvloeistof onder het MIN-
streepje van het reservoir staat, mag u niet
verder rijden voordat u remvloeistof hebt
bijgevuld.
Laat de oorzaak van het remvloeistofver-
lies controleren door een werkplaats.
Volvo adviseert dat u daarvoor contact
opneemt met een erkende Volvo-werk-
plaats.
WAARSCHUWING
Als de rem- en ABS-symbolen tegelijkertijd
branden, bestaat de kans dat de achter-
trein bij krachtig afremmen slipt.