03 Instrumenten, schakelaars en bediening
03
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
79
tenwissers of het mistachterlicht zijn geacti-
veerd.
Met de draaiknop in de stand
brandt
altijd het dimlicht, wanneer de motor loopt of
als de sleutelstand II actief is.
Grootlichtsignalen
Trek de stuurhendel voorzichtig tot in de
stand voor grootlichtsignalen naar het stuur-
wiel toe. Het groot licht brandt totdat u de
hendel loslaat.
Groot licht
Het groot licht is te ontsteken met de draai-
knop in stand
21
of
. Schakel het
groot licht in of uit door de stuurhendel tot in
de eindstand naar het stuurwiel te halen en
vervolgens los te laten. Het groot licht is
eveneens uit te schakelen door de stuurhen-
del lichtjes in de richting van het stuurwiel te
duwen.
Wanneer het groot licht ontstoken is, brandt
het symbool
op het instrumentenpa-
neel.
Verstralers*
Als de auto beschikt over verstralers, kunt u
in het menusysteem MY CAR selecteren of
deze gedeactiveerd moeten worden of aan/uit
moeten gaan in combinatie met het groot
licht
22
, zie MY CAR (p. 100).
Gerelateerde informatie
•
Actieve xenon-koplampen* (p. 81)
•
Actief groot licht* (p. 79)
•
Bedieningspaneel verlichting (p. 75)
•
Koplampen - lichtbundel aanpassen (p.
87)
•
Tunneldetectie* (p. 78)
Actief groot licht*
Actief groot licht ontdekt de koplampen van
een tegenligger of de achterlichten van een
voorligger en schakelt dan over van groot licht
naar dimlicht. Alleen dat deel van de lichtbun-
del van de xenonkoplampen dat rechtstreeks
op de tegenliggers/voorliggers gericht is,
wordt gedimd. De verlichting gaat terug naar
groot licht als het invallende licht ophoudt.
Actief groot licht - AHB
Actief groot licht (Active High Beam – AHB) is
een functie waarbij met een camerasensor in
de bovenrand van de voorruit de koplampen
van tegenliggers of de achterlichten van voor-
liggers worden geregistreerd en wordt over-
geschakeld van groot licht naar dimlicht. De
functie kan ook rekening houden met de
straatverlichting.
Auto met halogeenkoplampen
Wanneer er geen invallend licht van voor-/
tegenliggers meer wordt waargenomen,
schakelt de verlichting enkele seconden later
weer over naar groot licht.
Auto met xenonkoplampen
In tegenstelling tot wat er gebeurt bij de stan-
daarddimfunctie blijft het deel van de licht-
bundel dat naast tegen- of voorliggers valt op
grootlichtsterkte branden – alleen dat deel
van de lichtbundel dat rechtstreeks op de
21
Wanneer het dimlicht brandt.
22
Verstralers moeten op het elektrische systeem worden aangesloten door een werkplaats. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.