b) Meting van gelijk- en wisselspanning
ƽ
Zorg ervoor, dat de max. toegelaten ingangswaarden in geen geval
worden overschreden, ook niet bij de meting van gesuperponeerde
gelijkspanningen (bijv. bromspanning).
Voor het meten van spanningen gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in met de draaiknop
(1) en
selecteer het meetbereik „VDC“ voor gelijkspan-
ning of „VAC“ voor wisselspanning. Op het dis-
play verschijnt „DC“ of „AC“.
- Steek de meetdraden in de meetbussen.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetob-
ject (batterij, schakeling, enz.).
- De meetwaarde wordt op het display (2) weerge-
geven.
Het spanningsbereik „V DC/AC“ geeft een ingangsweerstand van >7,5
MOhm aan. Zodra er bij gelijkspanning voor de meetwaarde een "-"(min)-
teken te zien is, is de gemeten spanning negatief (of de meetdraden zijn
verwisseld). Als OL verschijnt, is het meetbereik overschreden.
84