Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meetdra-
den op beschadigingen, zoals sneden, scheuren of knelling.
Defecte meetdraden mogen niet meer worden gebruikt! Levens-
gevaarlijk!
De multimeter bestaat uit twee onafhankelijke en galvanisch
gescheiden onderdelen. Voor de meting met de multimeter
zijn enkel de afgebeelde bedieningselementen nodig.
a) Speciale functies
De multimeter bezit speciale functies die tijdens het meten individueel kunnen wor-
den gebruikt.
HOLD-functie
De HOLD-functie houdt de huidige meetwaarde op het display vast om deze rustig
te kunnen aflezen of verwerken.
Voor het inschakelen van de HOLD-functie drukt u op de toets „HOLD“ (6); een
geluidssignaal bevestigt deze handeling en „HOLD“ wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de toets „HOLD“ (6) voor het deactiveren van de HOLD-functie of
gebruik de draaiknop (1).
MAX-functie
De MAX-functie houdt de piekwaarde op het display vast om deze rustig te kunnen
aflezen of verwerken.
Voor het inschakelen van de MAX-functie drukt u op de toets „MAX“ (7); een geluids-
signaal bevestigt deze handeling en „MAX“ wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de toets „MAX“ (7) voor het deactiveren van de MAX-functie of
gebruik de draaiknop (1).
Deze functie is in het meetbereik diodetest en doorgangstest niet beschikbaar.
83