5. Na een juiste plaatsing de schroeven en moeren licht vast-
draaien en vervolgens de afstand van 15 mm tussen rollen en
banden controleren. Hierbij moet het gewicht van de caravan
op de wielen rusten.
6. Afb. D: De verschuifbare middenstang in het midden plaat-
sen en de 2 schroeven aan beide kanten vastdraaien (15 Nm).
7. De afstand van 15 mm tot de band (met belaste wielen)
nogmaals controleren en vervolgens de schroeven en moeren
vastdraaien (28 Nm voor SW 17 mm).
8. Afb. B: Na voltooide montage de 4 aanslagen direct voor
en achter de bevestigingsplaten aanbrengen (28 Nm voor SW
17 mm). De aanslagen voorkomen tijdens gebruik verschuiven
van de Mover op het voertuigchassis.
9. Afb. E: Nadat de Mover correct gemonteerd en bevestigd
is, de overige verbindingsstangen voor de enkelzijbediening
conform afbeelding monteren. Door verschuiven van de mid-
denstang kan de enkelzijbediening aan de voertuigbreedte aan-
gepast worden. De buitenste verbindingsstangen bovendien
met de 4 stifttappen bevestigen.
Elektrische bedrading en relaisbesturing
Voor aanvang van de werkzaamheden accu en elke ex-
terne stroomvoorziening afklemmen. Bij onzekerheden
m.b.t. de elektrische aansluiting geeft u een erkende auto-elek-
triciën opdracht voor het aansluiten.
Op elke motor zijn vier kabels (2 x 4 mm
2
en 2 x 1 mm
2
) voor-
gemonteerd. Alle kabels over de caravanbodem naar de ge-
plande montageplaats van de relaisbesturing leggen. Een ge-
schikte plaats voor de relaisbesturing is b.v. een bedopbergkast
in directe nabijheid van de accu en het rangeerhulpmiddel.
De accu-aansluitkabels mogen niet verlengd worden.
1. Afb. F: De relaisbesturing op de bodem van de opbergkast
met de meegeleverde schroeven bevestigen.
2. Voor de relaisbesturing, ca. 150 mm vanaf de kant waar de
kabels aangesloten worden, een gat met Ø 25 mm boren
(let op: voor het boren letten op eronder liggende chassisde-
len, gas- en elektriciteitsleidingen!).
3. De motoraansluitkabel over de caravanbodem naar de relais-
besturing leggen en m.b.v. de meegeleverde P-klemmen en
schroeven aan de bodem bevestigen. Let er a.u.b. goed op,
dat de kabels zodanig gelegd worden dat deze niet langs het
chassis schuren of op de grond hangen (meegeleverde door-
voermantels gebruiken). Opmerking: de motoren bewegen
tijdens werking. Ter compensatie de kabels in dit bereik los-
jes met een beetje bewegingsruimte bevestigen, om uitrekken
van de kabels te vermijden.
4. Afb. F en G: De accu-aansluitkabels (6 mm
2
) aansluiten op
de aanwezige accuklemmen (rood = plus, zwart = min). De
kabels naar de relaisbesturing leggen en m.b.v. de meegelever-
de P-klemmen en schroeven veilig bevestigen. Opmerking: de
accu-aansluitkabels zodanig leggen dat deze (met name bij
doorvoeren bij metalen wanden) nergens langs kunnen schu-
ren. Gebruik ter bescherming waterslangen of doorvoertulen,
om beschadigingen aan de kabels te vermijden.
5. De motoraansluitkabels naar de relaisbesturing brengen. De
betreffende kabels markeren en vervolgens dienovereenkom-
stig inkorten. Op de kabel met 4 mm
2
de meegeleverde platte
stekker krimpen (afb. H) en conform aansluitschema erop ste-
ken (rood = plus, zwart = min). De kabels met 1 mm
2
wor-
den op de connector geklemd (letten op rechts en links, er
hoeft niet gelet te worden op polariteit).
Overtollige kabel moet ingekort en zonder lus in de bed-
bak gelegd worden. Letten op zorgvuldige aansluiting!
Alle motor- en accu-aansluitkabels overeenkomstig de installa-
tie van de Mover voor of achter de as vastklemmen.
6. Controleer nogmaals, of alle kabels correct aangesloten,
m.b.v. de meegeleverde P-klemmen bevestigd zijn en nergens
langs kunnen schuren.
Functiecontrole
1. Controleer of de accu voor de werking van de Mover hele-
maal opgeladen is (bij een accuspanning beneden 10,2 V mag
de Mover niet gebruikt worden).
2. De caravan in een vrij gebied buiten plaatsen en de handrem
aantrekken. De aandrijfrollen mogen niet tegen de wielen lig-
gen en de hoeksteunen moeten opgetild zijn.
3. De accuklemmen op de accu aansluiten. Controleren of alle
kabels veilig bevestigd en niet heet zijn en er geen sprake is
van tekenen van een kortsluiting enz.
4. De rode toets van de afstandsbediening binnen één seconde
twee keer indrukken. Hierdoor wordt de afstandsbediening zelf
en de verlichting ervan ingeschakeld. Wanneer de lamp niet gaat
branden, polariteit en toestand van de batterijen in de afstands-
bediening controleren. De afstandsbediening schakelt na
ca. 40 seconden uit, wanneer geen toetsen ingedrukt worden.
5. Controleren of beide aandrijfmotoren stilstaan. Bij ingescha-
kelde afstandsbediening, binnen een afstand van 2 m tot de re-
laisbesturing, de „Vooruit“-toets indrukken, beide aandrijfmo-
toren moet nu vooruit bewegen.
6. De rode toets nogmaals indrukken, om de afstandsbedie-
ning en de Mover uit te schakelen.
7. De aandrijfrollen m.b.v. de meegeleverde wielsleutel (19 mm)
of de steunpootkruk tegen de banden leggen. Het mechanisme
is tamelijk stroef en klikt vast. Er is slechts een beweging van
minder dan een 1/2 slag nodig. De wielsleutel draaien tot deze
niet meer gedraaid kan worden zonder overmatige krachtsin-
spanning. Dit kan aan een willekeurige kant van de caravan
plaatsvinden en legt beide aandrijfrollen tegen de banden.
8. Ervoor zorgen, dat zich geen obstakels rond de caravan be-
vinden, handrem losmaken en de afstandsbediening inschake-
len. Nu conform de gebruiksaanwijzing alle functies meerdere
malen controleren.
9. De rode toets nogmaals indrukken, om de afstandsbedie-
ning en de Mover uit te schakelen. De aandrijfrollen met de
wielsleutel (19 mm) afzetten en de afstand tussen rol en band
nogmaals controleren. Indien nodig bijstellen.
15 mm is de minimumafstand tussen rollen en banden.
Technische gegevens
Benaming: Euro Mover Tandem
Toepassingsgebied: Dubbelassige caravan/aanhanger
met een totaal gewicht tot
max. 2250 kg
Werkspanning: 12 V DC
Opgenomen stroom: Gemiddeld ca. 15 A
Maximaal 60 A
Opgenomen ruststroom: < 15 mA
Snelheid: Ca. 2 cm per seconde
(afhankelijk van bandenmaat)
Max. klimvermogen: 25% bij een caravan met een
gewicht van 1400 kg
10% bij een caravan met een
gewicht van 2000 kg
Maximale bandbreedte: 205 mm
Gewicht: ca. 42 kg
Technische wijzigingen voorbehouden!
29