40
Bij aangelegde rollen bedraagt de minimumafstand voor
de maten „a” en „b” 10 mm (afb. C).
9. Nadat de Mover correct gemonteerd en bevestigd is, kan de
als speciaal toebehoren verkrijgbare enkelzijbediening conform
zijn meegeleverde montagehandleiding gemonteerd worden.
Elektrische bedrading en relaisbesturing
Voor aanvang van de werkzaamheden accu en elke ex-
terne stroomvoorziening afklemmen. Bij onzekerheden
m.b.t. de elektrische aansluiting geeft u een erkende auto-elek-
triciën opdracht voor het aansluiten.
Op elke motor zijn twee kabels (6 mm
2
) voorgemonteerd. Alle
kabels over de caravanbodem naar de geplande montage-
plaats van de relaisbesturing leggen. Een geschikte plaats voor
de relaisbesturing is b.v. een bedopbergkast in directe nabij-
heid van het rangeerhulpmiddel met een minimumafstand
tot de accu van 40 cm.
De accu-aansluitkabels mogen niet verlengd worden.
Motor- en accu-aansluitkabels moeten apart gelegd zijn
en mogen niet boven de relaiskast gelegd worden.
1. Afb. F: De relaisbesturing (montage horizontaal en antenne
verticaal naar boven) op de bodem van de opbergkast bevesti-
gen met de meegeleverde schroeven.
2. Voor de relaisbesturing, ca. 150 mm vanaf de kant waar de
kabels aangesloten worden, een gat met Ø 25 mm boren.
Voor het boren letten op eronder liggende chassisdelen,
gas- en elektriciteitsleidingen! Motor- en accu-aansluit-
kabels mogen niet parallel aan elkaar gelegd worden.
3. De motoraansluitkabels op de caravan-ondervloer naar de
relaisbesturing leggen en met behulp van de meegeleverde
klemmen en schroeven aan het chassis resp. de ondervloer be-
vestigen. Let er a.u.b. goed op, dat de kabels zodanig gelegd
worden dat deze niet langs het chassis schuren of op de grond
hangen (meegeleverde doorvoermantels gebruiken).
De motoren bewegen tijdens werking. Ter compen-
satie de kabels in dit bereik losjes met een beetje
bewegingsruimte bevestigen, om uitrekken van de kabels te
vermijden.
4. De betreffende motoraansluitkabels markeren en vervolgens
dienovereenkomstig inkorten (afhankelijk van de montage,
voor of achter de as). Op de kabels de meegeleverde platte
stekkers krimpen (afb. G) en conform aansluitschema (afb. E)
erop klemmen (rood = plus, zwart = min).
Bij het inkorten van de motoraansluitkabels dient erop
gelet te worden, dat beide kabels met dezelfde lengte
ingekort worden. Overtollige kabel moet zonder lus gelegd
worden. Letten op een zorgvuldige aansluiting!
5. Afb. E en F: De accu-aansluitkabels (10 mm
2
) naar de
relaisbesturing leggen en m.b.v de meegeleverde klemmen en
schroeven veilig bevestigen.
De accu-aansluitkabels zodanig leggen dat deze (met name
bij doorvoeren bij metalen wanden) niet kunnen schuren.
Gebruik ter bescherming waterslangen of doorvoertulen, om
beschadigingen aan de kabels te vermijden. De accu-aansluit-
kabels aansluiten op de aanwezige accuklemmen
(rood = plus, zwart = min).
6. Controleer nogmaals of alle kabels correct aangesloten,
m.b.v. de meegeleverde klemmen bevestigd zijn en nergens
langs kunnen schuren.
Functiecontrole
1. Controleer of de accu voor de werking van de Mover hele-
maal opgeladen is (bij een accuspanning beneden 10,2 V mag
de Mover niet gebruikt worden).
2. De caravan in een vrij gebied buiten plaatsen en de handrem
aantrekken. De aandrijfrollen mogen niet tegen de wielen lig-
gen en de hoeksteunen moeten opgetild zijn.
3. De accuklemmen op de accu aansluiten. Controleren of alle
kabels veilig bevestigd en niet heet zijn en er geen sprake is
van tekenen van een kortsluiting enz.
4. De schuifschakelaar van de afstandsbediening op stand
„Aan“
schuiven. Hierdoor wordt de afstandsbediening inge-
schakeld, de LED brandt. Wanneer de LED niet gaat branden,
polariteit en toestand van de batterijen in de afstandsbediening
controleren. De afstandsbediening schakelt na ca. 40 secon-
den vanzelf uit, wanneer geen toetsen ingedrukt worden.
5. Controleren of beide aandrijfmotoren stilstaan. Bij ingescha-
kelde afstandsbediening, binnen een afstand van 2 m tot de
relaisbesturing, de „Vooruit“-toets indrukken, beide aandrijf-
motoren moet nu vooruit bewegen.
6. De schuifschakelaar van de afstandsbediening op stand
„Uit“
schuiven om de afstandsbediening en zo de Mover uit
te schakelen.
7. De aandrijfrollen m.b.v. de meegeleverde wielsleutel (19 mm)
of de steunpootkruk tegen de banden leggen. Het mechanisme
is tamelijk stroef en klikt vast. Er is slechts een beweging van
minder dan een 1/2 slag nodig. De wielsleutel draaien tot deze
niet meer gedraaid kan worden zonder overmatige krachtsin-
spanning. Dit moet gebeuren aan beide kanten van de caravan.
8. Zorg ervoor, dat zich geen obstakels rond de caravan bevin-
den, maak de handrem los en schakel de afstandsbediening in.
Nu conform de gebruiksaanwijzing alle functies meerdere
malen controleren.
9. De schuifschakelaar van de afstandsbediening op stand
„Uit“
schuiven om de afstandsbediening en de Mover uit te
schakelen. Handrem van de caravan aantrekken. De aandrijfrol-
len met de wielsleutel (19 mm) afzetten en de afstand tussen
rol en band nogmaals controleren. Indien nodig bijstellen.
De afstand tussen rollen en banden bedraagt 20 mm.
Waarschuwingen
De bij het apparaat geleverde gele sticker met waarschuwin-
gen voor de gebruiker moet door de inbouwer of de eigenaar
van het voertuig op een voor elke gebruiker duidelijk zichtbare
plaats in het voertuig worden aangebracht (bijv. op de deur van
de kleurenkast). Als u deze sticker niet hebt, moet u die bij
Truma aanvragen.
Technische gegevens
Benaming: Euro Mover Versie M1
Toepassingsgebied: Eénassige caravan met
totaalgewicht tot maximaal
1700 kg
Werkspanning: 12 V DC
Opgenomen stroom: Gemiddeld ca. 30 A
Maximaal 120 A
Opgenomen ruststroom: < 15 mA
Snelheid: Ca. 22 cm per seconde
(afhankelijk van gewicht en
helling)
Maximale bandbreedte: 205 mm
Gewicht: Ca. 32 kg
Technische wijzigingen voorbehouden!