Achtung! Sie sollten niemals eine Sicherheitsvorrichtung Ihres Geräts entfernen, ändern oder außer Betrieb setzen. Die
Kettenbremse / Handschutz und die Sägekette mit geringem Rückstoß sind hauptsächliche Sicherheitsmerkmale, die zu Ihrem
Schutz bestehen.
Achtung! Tragen Sie immer dicke Arbeitshandschuhe und trennen Sie das Verlängerungskabel, wenn Sie an der Sägekette
arbeiten.
Schleifen der Kette
A. Allgemeine Informationen über das Schleifen der Kette
Sägen Sie nie mit einer stumpfen Säge. Die Kette ist stumpf, wenn Sie die Kettensäge in den Baum schieben
müssen und wenn die Späne sehr klein sind. Das Sägenglied ist der Teil der Kette, der das Sägen übernimmt (Abb.
17). Der Höhenabstand zwischen Zahn Aund Kamm B ist die Schnittiefe. Beim Schleifen der Kette müssen Sie die
folgenden Punkte berücksichtigen (Abb.18):
• Feilenwinkel
• Schnittwinkel
• Feilenposition
• Durchmesser der Rundfeile
• Feilentiefe
Für korrektes Schleifen benötigen Sie richtige Werkzeuge; z. B. ein Werkzeug zum Erreichen eines korrekten
Feilenwinkels.
Achtung! Das Risiko eines Rückstoßes erhöht sich, wenn
• der Feilenwinkel zu groß ist
• der Schnittwinkel zu klein ist
• der Durchmesser der Rundfeile zu klein ist.
B. Schleifen der Zähne (Abb. 19)
Zum Schleifen der Zähne der Säge benötigen Sie eine Rundfeile und eine Schleiflehre. Suchen Sie in einem
Spezialladen für Kettensägen nach diesen Werkzeugen.
1. Prüfen Sie, ob die Kette vollständig auseinandergezogen ist. Andernfalls ist die Kette nicht stabil genug und
kann nicht ordentlich geschliffen werden.
2. Feilen Sie stets von der Innenseite des Zahns nach außen. Heben Sie die Feile immer an, wenn Sie beginnen,
einen anderen Zahn zu schleifen. Schleifen Sie zuerst alle Zähne auf einer Seite, drehen Sie die Kettensäge
und schleifen Sie dann die Zähne auf der anderen Seite.
3. Nach dem Feilen sollten alle Zähne dieselbe Länge haben. Wenn die Länge der Zähne nur 4 mm beträgt, ist
die Kette abgenutzt und sollte sie ersetzt werden.
C. Die Schnittiefe
Beim Schleifen der Zähne nimmt die Schnittiefe ab. Zum Erhalt der vollen Sägenkapazität sollte der Kamm (B)
abgesenkt werden. Zum Erzielen der perfekten Schnittiefe sollten Sie auch eine Schleiflehre verwenden. Gehen
Sie in einen Spezialladen für Kettensägen für die besonderen Werkzeuge und Abmessungen. Die Einstellung der
Schnittiefe hat unmittelbar nach dem Schleifen der Zähne zu erfolgen. Sie verwenden hierfür eine Flachfeile und
eine Schleiflehre. Die Schnittiefe ist korrekt, wenn Sie keinen Widerstand mehr verspüren, während Sie die Feile
über die Schleiflehre führen.
Kettenspannung
Prüfen Sie regelmäßig und so oft wie nötig die Kettenspannung, so dass die Kette eng an der Schiene anliegt, aber locker genug, um mit der
Hand bewegt werden zu können. (Siehe den Abschnitt für Hinweise zur Justierung der Sägekettenspannung.)
Einlaufen einer Neuen Kettensäge
Eine neue Kette und Schiene braucht schon nach 5 Anwendungen eine Neujustierung. Dies ist während der Einlaufzeit der Maschine normal und die
Abstände zwischen zukünftigen Justierungen wachsen rasch an. Nach einiger Zeit werden die beweglichen Teile der Kettensäge jedoch abnutzen,
was zur sogenannten Kettendehnung führt. Das ist normal. Wenn es nicht länger möglich ist, die Kettenspannung korrekt zu justieren, muss ein Glied
entfernt werden, um die Kette zu kürzen. Besuchen Sie Ihr autorisiertes Servicezentrum von Toledo zur Ausführung dieser Reparatur.
Fig. 19
Fig. 18
Fig. 17
Toledo 51
D
8. De zaag dragen
Draag de zaag aan het voorste handvat als de zaag is uitgeschakeld. Blijf met uw vingers van de schakelaar en zorg ervoor dat het
zaagblad en de zaagketting naar achteren wijzen.
9. Nooit de kabel verkeerd gebruiken
Draag het gereedschap nooit aan de kabel en trek de stekker nooit aan de kabel uit het stopcontact. Houd de kabel uit de buurt van hitte,
olie en scherpe randen.
10. Het werkstuk vastzetten
Zet het werkstuk met klemmen of een bankschroef vast.
11. Niet overreiken
Zorg er te allen tijde voor dat u stevig staat en een goede balans houdt.
12. De kettingzaag zorgvuldig onderhouden
Controleer de kabels van de kettingzaag regelmatig en laat ze bij beschadiging repareren door een geautoriseerde servicedienst. Houd
de kabel nooit bij de ketting of de bediener. Draag de kettingzaag nooit aan de kabel en trek de stekker nooit aan de kabel uit het
stopcontact. Houd de kabel uit de buurt van olie en scherpe randen. Controleer de verlengkabels regelmatig en vervang deze bij
beschadiging. Houd de gereedschappen scherp en schoon, zodat de prestaties verbeteren en u veilig kunt werken. Neem de instructies
voor het smeren en verwisselen van de toebehoren in acht. Houd de handvatten droog, schoon, en olie- en vetvrij.
13. De stekker van de kettingzaag uit het stopcontact trekken
Trek de stekker van de kettingzaag uit het stopcontact als u de kettingzaag niet gebruikt, voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert
en als u toebehoren of extra’s zoals de zaagketting en de kettingbeschermer vervangt.
14. Stel- en moersleutels verwijderen
Maak er een gewoonte van om te controleren of de stel- en moersleutels zijn verwijderd voordat u het apparaat inschakelt.
15. Onbedoeld starten voorkomen
Houd tijdens het dragen van gereedschap dat op het stroomnet is aangesloten nooit de vinger op de schakelaar. Verzeker u ervan dat de
schakelaar uit staat als u het gereedschap aansluit.
16. Verlengkabels voor buitengebruik
Gebruik alleen verlengkabels die bedoeld zijn voor buitengebruik en als zodanig zijn aangeduid (≥ 1,5 mm
2
).
17. Alert blijven
Let op wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik de kettingzaag nooit als u moe bent. Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van
de kettingzaag als de motor draait. Zorg ervoor dat u niets raakt voordat u de zaagketting start.
18. Onderdelen op beschadiging controleren
Voordat u het gereedschap, een beschermer of een ander beschadigd onderdeel opnieuw gebruikt, moet u het grondig controleren om
zeker te zijn dat het correct zal functioneren en de bedoelde werking heeft. Controleer of bewegende onderdelen goed zijn uitgelijnd en
vrij lopen, of de onderdelen niet gebroken zijn, of ze goed zijn bevestigd en controleer op andere toestanden die de werking nadelig
kunnen beïnvloeden. Een beschermer of ander beschadigd onderdeel moet vakkundig worden gerepareerd of door een geautoriseerd
servicecentrum worden vervangen, tenzij in deze gebruiksaanwijzing iets anders vermeld staat. Laat defecte schakelaars vervangen
door een geautoriseerde servicedienst. Gebruik het gereedschap niet als de schakelaar zich niet laat in- en uitschakelen.
19. Waarschuwing!
Het gebruik van andere dan de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen toebehoren of extra’s kan letselgevaar opleveren.
20. Laat uw gereedschap door een vakman repareren
Dit elektrische gereedschap voldoet aan de van toepassing zijnde veiligheidseisen. Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen
worden uitgevoerd die originele reserveonderdelen gebruiken, omdat de bediener anders aanzienlijke risico’s loopt.
Waarschuwing! Terugslag ontstaat als de neus of de punt van het zaagblad een voorwerp raakt of als het hout de zaagketting in
de zaagsnede inklemt. Contact van de neus kan in sommige gevallen een bliksemsnelle achterwaartse beweging veroorzaken,
waardoor het zaagblad snel in de richting van de bediener wordt geslingerd. Als de zaagketting aan de bovenkant van het
zaagblad ingeklemd raakt, kan het zaagblad zeer snel in de richting van de bediener worden gedrukt. Door deze reacties kunt u
de controle over de kettingzaag verliezen, waardoor u ernstig gewond kunt raken. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om
terugslag te minimaliseren.
21. Bescherming tegen terugslag
A. Houd de zaag stevig vast! houd de kettingzaag met beide handen stevig vast als de motor draait. Zorg ervoor dat u de zaag met
beide handen stevig vast hebt; de rechter hand op het achterste handvat en de linker op het voorste handvat.
B. Niet overreiken.
C. Zorg er te allen tijde voor dat u stevig staat en een goede balans houdt.
D. Zorg dat de neus van het zaagblad geen houtblok, tak, grond of ander obstakel raakt.
E. Niet boven schouderhoogte zagen.
F. Gebruik toebehoren zoals een terugslagarme ketting, zaagbladneusbeschermers en speciale zaagbladen die terugslagrisico’s
verminderen.
G. Gebruik alleen vervangingsbladen en kettingen die door de fabrikant worden aanbevolen of vergelijkbare producten.
H. Er bestaan geen andere vervangingsonderdelen die bescherming bieden tegen terugslag conform richtlijn Z62.3 van het
Canadese normalisatie-instituut CSA.
22. Stroomvoorziening
Sluit de kettingzaag aan op een stroomnet met het juiste voltage; zorg ervoor dat het voltage overeenkomt met de waarde die op het
typeplaatje staat vermeld.
23. De kettingzaag niet gebruiken bij beschadiging of als het apparaat niet correct, onvolledig dan wel onveilig is gemonteerd. Verzeker u
ervan dat de zaagketting stopt als u de startschakelaar loslaat.
24. Probeer nooit werkzaamheden uit waarmee u geen ervaring hebt.
25. De kettingzaag nooit gebruiken met slechts één hand! Het risico bestaat dat uzelf, uw helpers of omstanders ernstig gewond raken als u
de zaag met slechts één hand bedient. Een kettingzaag is bedoeld voor tweehandsbediening.
30 Toledo
NL