432180
2
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/34
Next page
3
4
LW160/LW161 Sweex Wireless 150N Router
Stel de Sweex Wireless 150N Router niet bloot aan extreme temperaturen. Plaats het apparaat niet in direct zonlicht of in de buurt van
verwarmingselementen.
Gebruik de Sweex Wireless 150N Router niet in een extreem vochtige of stoffige omgeving.
Bescherm het apparaat tegenschokken en stoten en laat het apparaat niet vallen. Hierdoor kan de interne elektronica beschadigd raken.
Probeer nooit het apparaat zelf te openen; het inwendige bevat geen onderdelen die kunnen worden gerepareerd of vervangen. Als u het
apparaat opent, vervalt de garantie.
Inhoud van het pakket
In deze verpakking vindt u:
Wireless 150N router
Voedingsadapter
Netwerkkabel
• Handleiding voor een snelle installatie
Cd-rom met deze gebruiksaanwijzing
Als één of meer onderdelen in het pakket ontbreken, breng het pakket dan terug naar het verkooppunt waar u het product hebt gekocht.
Terminologielijst
Deze gebruiksaanwijzing bevat een aantal technische termen. Het is belangrijk dat u weet wat deze termen betekenen voordat u begint met het
installeren en configureren van de router.
Router: dit is het product dat u zojuist hebt gekocht. Een router fungeert als een koppeling tussen twee netwerken, WAN en LAN.
Netwerkkabel: Een netwerkkabel wordt gebruikt voor het verbinden van netwerkapparaten, zoals computers, modems en routers. Mogelijk
hebt u reeds zo´n kabel; de kabel in het pakket is bedoeld om de router te verbinden met uw modem.
ISP: staat voor Internet Service Provider; dit is het bedrijf dat uw internetverbinding verzorgt.
Breedbandmodem: wordt in het vervolg van deze gebruiksaanwijzing “modem” genoemd. De modem is het apparaat dat u reeds hebt
of dat u van uw ISP hebt gekregen. De twee meest gebruikte modemtypen zijn kabelmodems en ADSL-modems, maar er zijn ook andere
modemtypen.
LAN: dit staat voor “Local Area Network”. In het geval van deze router bestaat het LAN uit de vier gele poorten en het draadloze netwerk.
Samen met de router vormen al uw computers een enkel LAN.
WAN: dit staat voor“Wide Area Network”; in de meeste gevallen is dat internet.
Draadloze beveiliging: Het draadloze netwerk van de router is standaard niet beveiligd. Dit betekent dat iedereen die zich binnen het bereik
bevindt (zoals uw buren) verbinding met het netwerk kan maken en gebruik kan maken van uw internetverbinding. Draadloze beveiliging
beschermt uw netwerk zodanig dat alleen geautoriseerde apparaten toegang tot uw netwerk hebben. Sweex raadt alle gebruikers aan hun
draadloze netwerk na de installatie te beveiligen met de WPA- of WPS-methode die in de sectie “Uw draadloze netwerk beveiligen” in deze
gebruiksaanwijzing worden beschreven.
Nederlandse versie
5
Nederlandse versie
Beschrijving van het product
Front
1. Voedingslampje: dit lampje geeft aan dat de adapter stroomt ontvangt.
2. Bedrijfslampje: het constant knipperende SYS-lampje geeft aan dat de router correct functioneert.
3. WPS-lampje: als dit lampje knippert, kunt u met een voor WPS geschikt apparaat verbinding met de router maken.
Meer informatie vindt u in de sectie “Uw draadloze netwerk beveiligen”.
4. Lampje voor draadloze verbinding: als dit lampje brandt, is het draadloze netwerk actief. Een knipperend lampje geeft aan dat er
draadloze activiteit is.
5. LAN-poortlampjes 1 - 4: als een van deze lampjes brandt, is er een actieve verbinding via de betreffende LAN-poort. Een
knipperend lampje geeft aan dat er netwerkactiviteit is.
6. WAN-poortlampje: als een van deze lampjes brandt, is er een actieve verbinding via de WAN-poort. Een knipperend
lampje geeft aan dat er WAN-activiteit is.
7. WPS-lampje: met deze knop kunt u draadloze WPS-beveiliging inschakelen. Meer informatie over WPS vindt
u in de sectie “Uw draadloze netwerk beveiligen”. Deze knop fungeert tevens als resetknop.
Meer informatie over de resetprocedure vindt u in de sectie “Problemen oplossen” in deze
gebruiksaanwijzing.
1 2 34 5 6 7
6
Achterkant
1. Voedingsaansluiting: op deze ingang moet u de meegeleverde voedingsadapter aansluiten. Als u de adapter kwijt bent, kunt u deze
vervangen door een vergelijkbaar model met een uitgangsspanning van 9 volt en een nominale stroomsterkte van
1,2 ampère.
2. Aan/uit-knop: Met deze knop kunt u de stroomtoevoer naar de router in- en uitschakelen.
3. WAN-poort: op deze poort moet u de netwerkkabel van uw ISP-modem aansluiten. Wanneer er een WAN-verbinding tot stand
is gebracht, gaat het WAN-lampje aan de voorkant van de router branden. Zonder deze verbinding hebt u geen
toegang tot internet.
4. LAN poorten 1 - 4: op deze poort kunt u een netwerkkabel van een computer aansluiten. Wanneer u de computer inschakelt, gaat het
betreffende lampje aan de voorkant van de router branden.
De router installeren
U kunt de router op twee manieren installeren:
De eenvoudige installatie die in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven.
De geavanceerde installatie die eveneens in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven.
Bij het uitvoeren van de wizard en de eenvoudige installatie worden de standaardinstellingen geconfigureerd; deze instellingen zijn voor de
meeste gebruikers toereikend. Als u een ervaren gebruiker bent of als u weet welke installatiemethode is vereist voor uw ISP, kunt u direct
doorgaan naar de geavanceerde installatie.
Nederlandse versie
1 2 3 4
7
Nederlandse versie
Eenvoudige installatie
De eenvoudige installatie bestaat uit zeven stappen:
1. Schakel de voeding van uw modem uit. Als er een of meer computers met een netwerkkabel op uw modem zijn aangesloten,
moet u de kabel(s) loskoppelen.
2. Gebruik de meegeleverde netwerkkabel om uw modem aan te sluiten op de blauwe WAN-poort van de router. Sluit de computer(s)
nog niet aan!
3. Sluit de stroomtoevoer naar uw modem aan en wacht tot de lampjes aangeven dat de modem in bedrijf is.
4. Sluit de stroomtoevoer naar de router aan en druk op de aan-/uitknop. Wacht 1 minuut om de router de tijd te geven te starten
en zichzelf te configureren. Dit is belangrijk!
5. Als u computers of andere apparaten hebt die reeds met een netwerkkabel waren aangesloten, kunt u deze kabels nu aansluiten
op de gele LAN-poort(en) van de router.
6. Wacht nog 1 minuut. Uw router is nu geïnstalleerd! De computers die met een kabel zijn aangesloten, hebben nu toegang tot internet.
Voor draadloos verbonden computers moet u nog een extra stap uitvoeren; volg hiervoor de onderstaande instructies voor uw Windows-versie.
COMPUTER
INTERNET
MODEM
8
Verbinding maken met een draadloos netwerk
Windows XP: Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de netwerkadapter rechts onderin het scherm en klik op
"Beschikbare draadloze netwerken weergeven" ("View Available Wireless Networks").
Het venster "Een draadloos netwerk selecteren" ("Choose a wireless network") wordt weergegeven. Selecteer in dit venster
“Sweex LW160/161”, klik op de knop "Verbinding maken" ("Connect") en volg de instructies op het scherm:
Windows Vista: klik met de rechtermuisknop op het pictogram Netwerkcentrum (Network & Sharing Center) rechts onderin het scherm en
klik op “Verbinding met een netwerk maken” (“Connect to a network”):
Het venster “Verbinding met een netwerk maken” (“Connect to a network”) wordt weergegeven. Selecteer in dit venster “Sweex
LW160/161”, klik op de knop "Verbinding maken" ("Connect") en volg de instructies op het scherm:
Nederlandse versie
9
Opmerking: als u naast het netwerk een rood kruis ziet, plus de tekst “De instellingen die op deze computer zijn opgeslagen komen niet
overeen met de vereisten van het netwerk” (“The settings saved on this computer for the network do not match the requirements of the
network”), raadpleeg dan het hoofdstuk Problemen oplossen verderop in deze gebruiksaanwijzing.
Als u Windows Vista Service Pack 2 of Feature Pack for Wireless hebt geïnstalleerd en u de router voor de eerste keer aansluit, kunt u in Vista
de eenvoudige installatiemethode gebruiken en uw draadloze netwerk beveiligen met de WPS-methode. Nadat de verbinding is gemaakt, wordt
het volgende scherm weergegeven.
Voer de PIN-code in die wordt vermeld op het label aan de onderkant van uw router en klik op “Volgende” (“Next”):
Het volgende scherm wordt weergegeven. Voer hier de gewenste naam voor uw draadloze netwerk in, geef een beveiligingssleutel op en klik op
“Volgende” (“Next”) om de configuratie van de router te starten:
Nederlandse versie
10
Opmerking: het is zeer belangrijk dat u de beveiligingssleutel noteert en op een veilige plaats bewaart. De sleutel is nodig om oudere apparaten
die niet geschikt zijn voor WPS (zoals een Windows XP-computer) op uw netwerk te kunnen aansluiten. Omdat uw netwerk nu is ingesteld en
beveiligd, kunt u de secties “Een draadloos netwerk configureren” en “Uw draadloze netwerk beveiligen” in deze gebruiksaanwijzing overslaan.
Windows 7: Windows 7 geeft aan wanneer er draadloze netwerken beschikbaar zijn. U kunt dit herkennen aan het volgende pictogram
rechts onderin uw scherm:
Opmerking: als u een rood kruisje door het pictogram ziet, zijn er binnen het bereik van uw computer geen netwerken beschikbaar. Raadpleeg
in dit geval de sectie Problemen oplossen verderop in deze gebruiksaanwijzing.
Klik op het pictogram. Er wordt een lijst met draadloze netwerken weergegeven. Selecteer het “Sweex LW160/161” netwerk, schakel het
selectievakje “Automatisch verbinding maken” (“Connect Automatically”) in, klik op “Verbinding maken” (“Connect”) en volg de instructies op
het scherm:
Wanneer u voor de eerste keer verbinding maakt, kunt u in Windows 7 het draadloze netwerk eenvoudig instellen en beveiligen met de WPS-
methode. Nadat de verbinding is gemaakt, wordt het volgende scherm weergegeven:
Nederlandse versie
11
Nadat u op “OK” hebt geklikt, wordt u gevraagd de PIN-code van uw router op te geven. Deze code wordt vermeld op het label aan de
onderkant van de router. Voer de code in en klik op “Volgende” (“Next”):
Het volgende scherm wordt weergegeven. Voer hier de gewenste naam voor uw draadloze netwerk in en klik op “Volgende” (“Next”) om de
configuratie van de router te starten:
Opmerking: de standaard beveiligingsmethode bij deze installatieprocedure is WPA2. Als er een apparaat op uw netwerk is aangesloten
waardoor WPA2 niet wordt ondersteund, kunt u de beveiligingsmethode wijzigen door op de knop “Geavanceerd” (“Advanced”) te klikken.
Wanneer de router is geconfigureerd, wordt het volgende scherm weergegeven:
Nederlandse versie
12
Opmerking: het is zeer belangrijk dat u de beveiligingssleutel noteert en op een veilige plaats bewaart. De sleutel is nodig om oudere
apparaten die niet geschikt zijn voor WPS (zoals een Windows XP-computer) op uw netwerk te kunnen aansluiten. Omdat uw netwerk
nu is ingesteld en beveiligd, kunt u de secties “Een draadloos netwerk configureren” en “Uw draadloze netwerk beveiligen” in deze
gebruiksaanwijzing overslaan.
Geavanceerde installatie
U kunt de geavanceerde installatiemethode gebruiken als u precies weet welke instellingen voor uw ISP zijn vereist of wanneer de eenvoudige
installatie is mislukt.
Er zijn 4 mogelijke configuraties. We hebben de configuraties onder elkaar gezet, inclusief instructies voor het instellen ervan. In de lijst met
providers verderop in deze gebruiksaanwijzing kunt u opzoeken welke instellingen overeenkomen met de instellingen die vereist zijn voor uw
ISP. De lijst bestaat uit ISP’s en de services die ze leveren. Achter elke service wordt de vereiste instelling vermeld.
Opmerking: als een van de onderstaande instellingen niet direct werkt, moet u enkele minuten wachten, uw modem uitschakelen en vervolgens
de modem opnieuw inschakelen.
Aanmelden bij de router:
Bij de geavanceerde installatie moet u zich aanmelden bij de router om deze handmatig te configureren voor uw internetverbinding. U kunt zich
als volgt aanmelden bij
de router: start Internet Explorer, maak de adresbalk leeg, typ http://192.168.16.1/ en druk op Enter. Als het goed is,
wordt het volgende venster weergegeven:
Voer “sweex” in als gebruikersnaam en mysweex” als wachtwoord, en klik op OK. Raadpleeg het hoofdstuk Problemen oplossen verderop
in deze gebruiksaanwijzing als u zich niet kunt aanmelden.
Nadat u zich hebt aangemeld, wordt het onderstaande venster weergegeven. Klik op “Nextom de geavanceerde installatie te starten.
Als er een ander scherm wordt weergegeven, klikt u op Quick Setup” in het menu aan de linkerkant:
Nederlandse versie
13
Als het goed is, wordt het scherm Internet Configuration Wizard weergegeven:
U kunt nu doorgaan met de geavanceerde installatie, op basis van een van de configuraties die verderop worden besproken.
Controleren of de router is verbonden met internet
Bij alle configuraties kunt u in de router controleren of u een werkende internetverbinding hebt. Nadat u de configuratie hebt uitgevoerd, worden
de wijzigingen door de router verwerkt en wordt de pagina “System Status” weergegeven. Als dit niet gebeurt, klikt u op “Status” in het menu
aan de linkerkant. Hieronder ziet u een voorbeeld van de statuspagina:
Configuratie 1: Auto-Detect
Als u deze optie kiest, probeert de router zelf het type internetverbinding voor uw ISP te detecteren.
Als het verbindingstype niet automatisch kan worden gedetecteerd, moet u het type internetverbinding handmatig configureren.
Nederlandse versie
14
Configuratie 2: PPPoE
Als uw ISP het verbindingstype PPPoE vereist, klikt u op de knop “PPPoE”. Het volgende scherm wordt weergegeven:
Voer in het veld “User Name” de accountnaam (user name) in die u van uw ISP hebt gekregen en voer in het veld “Password” het
bijbehorende wachtwoord in.
Klik op de knop “Next” wanneer u klaar bent en klik vervolgens op “Finish”.
Configuratie 3: Dynamic IP
Klik op de knop “Dynamic IP”. Deze configuratie wordt meestal gebruikt voor kabelmodems, waarbij de router een IP-adres ophaalt van de
DHCP-server van uw ISP.
Klik op de knop “Clone MAC Address”. Als het goed is, ziet u dat het “MAC Address” wordt gewijzigd. Klik op de knop “Next” en vervolgens
op “Finish”.
Configuratie 4: Static IP
Als u de WAN-poort van de router wilt configureren voor een statisch IP-adres, klikt u op de knop “Static IP”. Het volgende scherm wordt
weergegeven:
Nederlandse versie
15
Vul alle velden in die voor uw ISP moeten worden ingevuld en kies “Finish”.
Bij alle keuzes die u maakt hebt u steeds de mogelijkheid om de basisinstellingen (“Basic”) voor draadloze communicatie van de router te
configureren.
Bij elke keuze wordt het volgende scherm weergegeven:
Vul alle velden in. Zie de sectie “Een draadloos netwerk configureren” voor meer informatie over de beschikbare opties.
Sommige ISP’s vereisen dat het MAC-adres wordt gekloond; u kunt dit doen door in de “Network”-instellingen de optie “MAC Clone” te kiezen.
Wanneer u de optie “MAC Clone” kiest, wordt het volgende scherm weergegeven:
Kies de optie “Clone MAC Address” om uw MAC-adres te klonen.
Opmerking: Het klonen van een MAC-adres moet worden uitgevoerd op de computer die oorspronkelijk op uw modem was aangesloten en
deze computer moet met een netwerkkabel met uw router zijn verbonden. MAC-adressen kunnen meestal niet via een draadloze verbinding
worden gekloond.
Nederlandse versie
16
Een draadloos netwerk configureren
We raden u aan de instellingen voor draadloze communicatie van een computer die met de router is verbonden alleen via een netwerkkabel in
te stellen, met name als u de beveiligingsinstellingen voor draadloze communicatie wilt wijzigen. Op deze manier voorkomt u dat de verbinding
verloren gaat als u per ongeluk de verkeerde instellingen toepast.
Als u een draadloos netwerk wilt configureren, moet u zich eerst aanmelden bij de router zoals beschreven in de sectie “Geavanceerde” installatie
en vervolgens op “Wireless” klikken in het menu aan de linkerkant. Het volgende scherm wordt weergegeven:
SSID
De belangrijkste instelling in dit scherm is de SSID. Dit is de naam van uw draadloze netwerk, die wordt gebruikt voor identificatie. Als
het uitzenden van de SSID is ingeschakeld, kunnen u en alle andere gebruikers binnen het bereik van uw netwerk de naam in de lijst met
beschikbare draadloze netwerken zien staan.
We raden u aan de standaard SSID, “Sweex LW160/161”, te wijzigen. Deze standaardnaam kan conflicten veroorzaken als meerdere routers
van dit type zich binnen elkaars bereik bevinden. Wanneer u de SSID wijzigt, moet u opnieuw verbinding maken met uw draadloze netwerk,
zoals beschreven in “Verbinding maken met een draadloos netwerk”.
Region
De wetten en regels voor draadloze configuraties
kunnen per regio verschillen. Kies in het vervolgkeuzemenu de regio waarin u zich bevindt.
Channel
Met de instelling “Channel” bepaalt u de frequentie waarop de router het draadloze signaal verzendt. Met de standaardinstelling “AutoSelect”
scant de router tijdens het opstarten alle kanalen (frequenties) en wordt automatisch het kanaal met de beste signaaldoorgifte geselecteerd. We
raden u aan het kanaal alleen te wijzigen als de router slecht presteert als gevolg van een slechte signaaldoorgifte.
Mode
Hier kunt u de standaard voor de draadloze communicatie kiezen. We raden u aan de standaardinstelling te gebruiken.
Nederlandse versie
17
Channel Width
In dit gedeelte kunt u handmatig de kanaalbreedte (20/40MHz) instellen. We raden u aan de standaardinstelling te gebruiken.
Max Tx Rate
In dit gedeelte kunt u handmatig de overdrachtsnelheid (Tx) instellen. We raden u aan de standaardinstelling te gebruiken.
Klik op de knop “Save” wanneer u een of meer instellingen hebt gewijzigd om de wijziging(en) op te slaan.
Uw draadloze netwerk beveiligen
Draadloze beveiliging beschermt uw draadloze netwerk zodanig dat alleen geautoriseerde apparaten toegang tot uw netwerk hebben. Sweex
raadt aan om uw draadloze netwerk na de installatie te beveiligen. Wacht met het beveiligen van uw netwerk tot internettoegang via de router
is ingesteld.
U kunt uw draadloze netwerk op vier manieren beveiligen:
Met WPA/WPA2 (Enterprise/Personal) kunt u uw netwerk handmatig beveiligen. Hierbij configureert u een beveiligingssleutel, zodat alleen
apparaten die over deze sleutel beschikken toegang hebben tot het netwerk. U moet deze sleutel handmatig invoeren in elk apparaat dat u
toegang wilt verlenen. WPA wordt ondersteund door Windows XP Service Pack 2 en recenter, en door de meeste andere apparaten. Het is
momenteel de aanbevolen methode voor het beveiligen van een draadloos netwerk. WPA2 is een upgrade van WPA; hiervoor is ten minste
Windows XP Service Pack 3 vereist. Als u een WPA/WPA2 Enterprise-verbinding wilt maken, is
het IP-adres en wachtwoord van een RADIUS-
server vereist.
WPS is een uitbreiding van WPA. Hiermee kunt u automatisch WPA-sleutels configureren en uitwisselen aan de hand van een PIN-code of
door simpelweg op een knop te drukken. WPS wordt ondersteund door Windows Vista Service Pack 2 en Windows 7. Bij Windows XP is de
ondersteuning van WPS afhankelijk van de software of het hulpprogramma dat u van de fabrikant van uw draadloze-netwerkadapter hebt
gekregen.
WPA wordt mogelijk niet ondersteund door sommige oudere apparaten (2005 en ouder) en in sommige gevallen ook niet door Windows 98,
ME en 2000, evenals oudere versies van Windows XP (vóór Service Pack 2). In dat geval moet u de oudere WEP-methode voor draadloze
beveiliging gebruiken. WEP wordt niet aanbevolen voor normaal gebruik, omdat het volgens de huidige normen niet meer wordt gezien als
100% veilig.
U kunt de pagina Security Settings openen door te klikken op “Wireless” – “Wireless Security” in het menu aan de linkerkant.
Nederlandse versie
18
Methode 1: WEP
Als u WEP wilt gebruiken om uw netwerk te beveiligen, voert u de volgende drie stappen uit:
1. Selecteer de volgende instellingen:
Type: “Automatic” (we raden u aan de standaardinstelling te gebruiken)
WEP Key Format: “Hexadecimal” of “ASCII”
Key Selected: voer de gekozen WEP-sleutel in (“WEP key”) in en definieer het sleuteltype (“Key type”).
2. Klik op de knop “Save” als u klaar bent. Als er op dat moment een draadloze verbinding was, zult u zien dat de verbinding is verbroken.
Voer de stappen uit die worden beschreven in de sectie “Verbinding maken met een draadloos netwerk” in deze gebruiksaanwijzing om de
(inmiddels beveiligde) verbinding opnieuw tot stand te brengen.
Methode 2: WPA
Als u WPA wilt gebruiken om uw netwerk te beveiligen, voert u de volgende twee stappen uit:
1. Selecteer de volgende instellingen:
Security Mode: “Mixed WPA/WPA2”
WPA Algorithms: TKIP (alleen voor Enterprise) en AES
Pass Phrase: hier kunt u de beveiligingssleutel (wachtwoord) instellen voor uw draadloze netwerk. Gebruik een woord of een reeks tekens
die moeilijk te achterhalen zijn. De “Pass Phrase” moet uit ten minste 8 tekens bestaan. We raden u ook aan de “Pass Phrase” op te
schrijven en ergens in de buurt van de router te bewaren. Raadpleeg de sectie Problemen oplossen verderop in deze gebruiksaanwijzing als u
de “Pass Phrase” kwijt bent.
2. Klik op de knop “Save” als u klaar bent. Als er op dat moment een draadloze verbinding was, zult u zien dat de verbinding is verbroken.
Voer de stappen uit die worden beschreven in de sectie “Verbinding maken met een draadloos netwerk” in deze gebruiksaanwijzing om de
(inmiddels beveiligde) verbinding opnieuw tot stand te brengen.
Nederlandse versie
19
Methode 3: WPS
Voor deze methode zijn geen aanvullende instellingen vereist. U hoeft alleen de knop WPS aan de voorkant van de router in te drukken. Als u
deze knop indrukt, gaat het WPS-lampje aan de voorkant van de router knipperen. Zolang dit lampje knippert, kunt u uw WPS-apparaat op de
router aansluiten. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, houdt het WPS-lampje op met knipperen. Als u een ander WPS-apparaat wilt
aansluiten, drukt u nogmaals op de WPS-knop voordat u een verbinding maakt.
Nadat u voor de eerste keer een met WPS beveiligde verbinding hebt ingesteld, gaat de verbinding van alle reeds aangesloten apparaten
verloren. U kunt deze verbindingen herstellen met dezelfde WPS-methode of door handmatig de WPA-sleutel in te voeren, zoals hieronder
besproken.
Als u een apparaat dat geen WPS ondersteunt, wilt verbinden met een met WPS beveiligde router, klikt u op “WPS” in het menu aan de
linkerkant: “WPS Key (ASCII)” is de WPA-sleutel die u kunt gebruiken voor het verbinden van apparaten die WPS niet ondersteunen.
Geavanceerde functies
In deze sectie worden enkele geavanceerde functies van de router besproken. In deze en de daaropvolgende secties wordt ervan uitgegaan dat
u beschikt over een basiskennis van de technologie en terminologie die wordt toegepast bij computernetwerken.
Statische DHCP
De router wijst standaard dynamische IP-adressen toe aan alle aangesloten apparaten; dit gebeurt aan de hand van DHCP-protocollen. Dit is
de meest gebruiksvriendelijke manier om een netwerk te configureren. Met deze methode kunnen IP-adressen echter in de loop van de tijd,
of wanneer een apparaat opnieuw verbinding maakt, worden gewijzigd. In bepaalde gevallen is dat niet wenselijk. Als u bijvoorbeeld port
forwarding toepast, mag het IP-adres van een apparaat niet worden gewijzigd. Een mogelijke oplossing is het configureren van een statisch
IP-adres in het apparaat zelf, maar dit kan weer problemen veroorzaken als u het apparaat ook op andere netwerken gebruikt. U kunt echter
ook de router zo instellen dat altijd hetzelfde IP-adres aan het apparaat wordt toegewezen. Dit wordt statische DHCP of DHCP-adresreservering
genoemd.
Nederlandse versie
20
Als u statische DHCP voor een apparaat wilt instellen, moet u zich aanmelden bij de router zoals beschreven in de sectie “Geavanceerde
installatie” en op “DHCP” – “Address Reservation” klikken in het menu aan de linkerkant. Het volgende scherm wordt weergegeven:
Als u een apparaat wilt configureren voor een statisch DHCP-adres, geeft u het MAC-adres van het apparaat op in het veld “MAC Address”
en het gewenste IP-adres in veld “Reserved IP Address”, en klikt u daarna op de knop “Save”. In de “DHCP Clients List” worden alle IP- en
MAC-adressen vermeld van de automatisch geconfigureerde apparaten die op uw netwerk actief zijn.
Opmerking: wijs geen statische DHCP-adressen toe uit het bereik 192.168.16.100 t/m 192.168.16.200! Dit bereik wordt al gebruikt voor
dynamisch toegewezen adressen. De adressen 192.168.16.1 (van de router zelf) en 192.168.16.255 (het uitzendadres) kunnen ook niet
worden gebruikt.
Port forwarding (virtuele server) en DMZ instellen
Het is mogelijk dat u bij bepaalde toepassingen, apparaten en servers port forwarding moet instellen om ervoor te zorgen dat ze achter de
firewall van de router goed werken. Dit komt doordat de firewall standaard alleen uitgaande verbindingen toestaat en alle binnenkomende
verbindingen standaard blokkeert. De ingebouwde firewall is om technische redenen inherent aan de routeringsfunctie en kan niet volledig
worden
uitgeschakeld.
Als port forwarding is ingeschakeld, wordt een binnenkomende verbinding voor een bepaalde poort door de router geaccepteerd en doorgestuurd
naar het IP-adres van een apparaat in uw lokale netwerk. Opmerking: met “poort” wordt in deze sectie de TCP- of UDP-poort bedoeld en niet de
fysieke WAN- en LAN-poorten aan de achterkant van de router.
DMZ is een speciale vorm van port forwarding waarbij de router alle binnenkomende verbindingen doorstuurt naar het opgegeven IP-adres.
Nederlandse versie
21
Als u port forwarding wilt instellen, moet u zich aanmelden bij de router zoals beschreven in de sectie “Geavanceerde installatie” en op
“Forwarding” – “Virtual Servers” klikken in het menu aan de linkerkant. Het volgende scherm wordt weergegeven:
Klik op “DMZ” in het menu aan de linkerkant, voer het IP-adres van het apparaat in, schakel het selectievakje “Enable” in en klik op de knop
“Save”.
Bandbreedtebeheer
Bandbreedtebeheer wordt ook wel “bandbreedtemanagement” genoemd. Hiermee kunt u de bandbreedte van een of meer apparaten in uw
netwerk softwarematig beperken. Dit kan nuttig zijn wanneer u bijvoorbeeld bandbreedte wilt reserveren voor een VoIP-telefoon of wanneer u de
beschikbare bandbreedte voor peer-to-peer toepassingen wilt beperken.
Als u bandbreedtebeheer wilt instellen, moet u zich aanmelden bij de router zoals beschreven in de sectie “Geavanceerde installatie”, op
“Bandwidth Control” – “Rules List” klikken in het menu aan de linkerkant en vervolgens het selectievakje “Enable” inschakelen. Het volgende
scherm wordt weergegeven:
Geef eerst de bandbreedte op voor uploaden en downloaden via het WAN, in kbps. Houd de snelheden aan die door uw ISP worden aangeraden
en verlaag deze met 10% of gebruik een website voor het testen van snelheden om uw bandbreedte te meten en verlaag de gemeten waarde
met
5%. Hierna kunt u regels gaan maken. Voer de gewenste poort(en) en protocol(len) in waarop de regel moet worden toegepast (of
selecteer een vooraf gedefinieerde service) en stel het IP-adres van uw apparaat of een IP-bereik voor meerdere apparaten in. Stel hierna
Opmerking: als u regels voor netwerkverkeer wilt toepassen op een bepaald apparaat, raden we u aan eerst een statisch DHCP IP-adres aan het
apparaat toe te wijzen. Als u dit niet doet, kan het IP-adres worden gewijzigd en is de regel niet langer van toepassing of wellicht van toepassing
op een ander apparaat.
Nederlandse versie
22
Nederlandse versie
Problemen oplossen
Dit hoofdstuk van de gebruiksaanwijzing behandelt een aantal mogelijke problemen en oplossingen hiervoor.
Ik kan me niet aanmelden bij de router op http://192.168.16.1/. Windows geeft aan dat ik wel een werkende netwerkverbinding heb.
Dit probleem kan ontstaan door onjuiste IP-instellingen op uw computer. U kunt uw instellingen als volgt controleren en wijzigen:
Windows XP
1. Klik op de knop Start links onderin het scherm en klik op “Configuratiescherm” (“Control Panel”):
2. Klik in het Configuratiescherm op “Netwerk- en internetverbindingen” (“Network and Internet Connections”) en klik op het pictogram
“Netwerkverbindingen” (“Network Connections”). Als uw configuratiescherm staat ingesteld op Klassieke weergave kunt u het pictogram
“Netwerkverbindingen” (“Network Connections”) rechtstreeks openen.
23
Nederlandse versie
3. Klik met de rechtermuisknop op de eerste geactiveerde LAN-verbinding of snelle internetverbinding –in dit voorbeeld is dat de
“LAN-verbinding” (“Local Area Connection”)– en klik op “Eigenschappen” (“Properties”) in het contextmenu. Als u meerdere aangesloten
netwerkverbindingen hebt, herhaalt u stappen 3 tot en met 6 voor elke verbinding.
4. Het eigenschappenvenster van de verbinding wordt weergegeven. Selecteer in dit venster het “Internetprotocol” (“Internet Protocol”)
in de lijst met opties en klik op de knop “Eigenschappen” ("Properties”):
24
5. Het eigenschappenvenster van het internetprotocol wordt weergegeven. Controleer of in dit venster beide configuraties zijn ingesteld op
“Automatisch toewijzen” (“Obtain automatically”):
6. Bevestig de instellingen door op “OK” te klikken. De netwerkinstellingen voor XP zijn nu correct geconfigureerd voor uw router.
Windows Vista
1. Klik op de knop Start links onderin het scherm en klik op “Configuratiescherm” (“Control Panel”):
Nederlandse versie
25
2. Klik in het Configuratiescherm (Control Panel) op “Netwerkstatus en -taken weergeven” (“View network status and tasks”). Als uw
Configuratiescherm (Control Panel) staat ingesteld op Klassieke weergave, klikt u op het pictogram “Netwerkcentrum” (“Network and
Sharing Center”):
3. Het venster van het Netwerkcentrum (Network and Sharing Center) wordt geopend.
Klik in het Netwerkcentrum (Network and Sharing Center) op “Netwerkverbindingen beheren” (“Manage network connections”) op de balk
aan de linkerkant:
4. Klik met de rechtermuisknop op de eerste geactiveerde LAN-verbinding of snelle internetverbinding –in dit voorbeeld is dat de “LAN-
verbinding” (“Local Area Connection”)– en klik op “Eigenschappen” (“Properties”) in het contextmenu. Als u meerdere aangesloten
verbindingen hebt, herhaalt u stappen 4 tot en met 7 voor elke verbinding:
Nederlandse versie
26
Nederlandse versie
5. Het eigenschappenvenster van de verbinding wordt weergegeven. Selecteer in dit venster “Internet Protocol versie 4” (“Internet Protocol
Version 4”) in de lijst met opties en klik op de knop "Eigenschappen” (“Properties"):
27
Nederlandse versie
6. Het eigenschappenvenster van Internet Protocol versie 4 wordt weergegeven. Controleer of in dit venster beide configuraties zijn ingesteld op
“Automatisch toewijzen” (“Obtain automatically”):
7. Bevestig de instellingen door op “OK” te klikken. De netwerkinstellingen voor Vista zijn nu correct geconfigureerd voor uw router.
Windows 7
1. Klik op de knop Start links onderin het scherm en klik op “Configuratiescherm” (“Control Panel”):
28
2. Klik in het Configuratiescherm (Control Panel) op “Netwerkstatus en -taken weergeven” (“View network status and tasks”).
Als het Configuratiescherm (Control Panel) op Pictogramweergave staat ingesteld, klikt u op het pictogram “Netwerkcentrum”
(“Network and Sharing Center”):
3. Het venster van het Netwerkcentrum (Network and Sharing Center) wordt geopend.
Klik in het Netwerkcentrum (Network and Sharing Center) op “Adapterinstellingen wijzigen” (“Change adapter settings”)
op de balk aan de linkerkant:
English version
29
4. Klik met de rechtermuisknop op de eerste actieve verbinding –in dit voorbeeld is dat de “LAN-verbinding” (“Local Area Connection”)– en klik
op “Eigenschappen” (“Properties”) in het contextmenu. Als u meerdere aangesloten verbindingen hebt, herhaalt u stappen 4 tot en met 7
voor elke verbinding:
5. Het eigenschappenvenster van de verbinding wordt weergegeven. Selecteer in dit venster “Internet Protocol versie 4” (“Internet Protocol Version 4”)
in de lijst met opties en klik op de knop “Eigenschappen” (“Properties”):
English version
30
6. Het eigenschappenvenster van Internet Protocol versie 4 wordt weergegeven. Controleer of in dit venster beide configuraties zijn ingesteld op
“Automatisch toewijzen” (“Obtain automatically”):
7. Bevestig de instellingen door op “OK” te klikken. De netwerkinstellingen voor Windows 7 zijn nu correct geconfigureerd voor uw router.
Het lijkt of er een verbinding is, maar Internet Explorer geeft toch een foutbericht weer zoals “De webpagina kan niet worden
weergegeven” (“Internet Explorer cannot display the webpage”).
Dit probleem kan ontstaan door onjuiste instellingen van de proxyserver. U kunt deze instellingen als volgt wijzigen:
1. Klik in Internet Explorer op het menu of pictogram “Extra” (“Tools”) en kies “Internetopties” (“Internet Options”).
2. Het venster “Internetopties” (“Internet Options”) wordt geopend.
Nederlandse versie
31
3. Klik in dit venster op het tabblad “Verbindingen” (“Connections”) en vervolgens op dit tabblad op de knop “LAN-instellingen”
("LAN Settings”).
4. Het venster “LAN-instellingen” (“LAN Settings”) wordt geopend. Controleer of alle selectievakjes zijn uitgeschakeld en bevestig de instellingen
door op “OK” te klikken:
Nederlandse versie
32
Mijn computer geeft aan dat deze niet op een netwerk is aangesloten.
Dit probleem kunt u doorgaans oplossen door alle verbindingen en indicatielampjes zorgvuldig te controleren. Als uw computer bekabeld is,
volgt u de netwerkkabel naar de adapter. De kabel moet zijn aangesloten op een van de gele LAN-poorten. De gele poorten zijn genummerd
en aan de voorkant van de router bevinden zich indicatielampjes die corresponderen met de poortnummers. Het lampje van de betreffende
poort moet branden als er een werkende verbinding is. Als het lampje niet brandt, controleert u of de kabel goed is aangesloten. Als dit geen
soelaas biedt, probeert u een andere kabel. Bij een draadloze computer controleert u het statuspictogram van de draadloze verbinding rechts
onderin het scherm. Bij een werkende verbinding wordt er geen rood kruis weergegeven. Als u wel een rood kruis ziet, voert u de stappen uit
die worden beschreven in de sectie “Verbinding maken met een draadloos netwerk” in deze gebruiksaanwijzing.
I k heb Windows Vista en ik krijg de foutmelding "De instellingen die op deze computer zijn opgeslagen komen niet overeen met de
vereisten van het netwerk" ("the settings saved on this computer for the network do not match the requirements of
the network")
wanneer ik probeer een draadloze verbinding te maken.
Dit probleem kan als volgt worden opgelost:
1. Klik in het Configuratiescherm (Control Panel) op “Netwerkstatus en -taken weergeven” (“View network status and tasks”). Als uw
Configuratiescherm (Control Panel) staat ingesteld op Klassieke weergave, klikt u op het pictogram “Netwerkcentrum” (“Network and
Sharing Center”):
2. Het venster van het Netwerkcentrum (Network and Sharing Center) wordt geopend. Klik in het Netwerkcentrum (Network and Sharing
Center) op “Draadloze netwerken beheren” (“Manage wireless networks”) op de balk aan de linkerkant:
Nederlandse versie
33
3. Het venster Draadloze netwerken beheren (Manage Wireless Networks) wordt geopend. Selecteer in dit venster het netwerk dat problemen
veroorzaakt en klik op ”Verwijderen” (”Remove”). Nadat het netwerk is verwijderd, kunt u het venster sluiten en voert u de stappen uit die
worden beschreven in de sectie “Verbinding maken met een draadloos netwerk” in deze gebruiksaanwijzing.
Ik heb Windows 7 en kan geen verbinding maken met mijn draadloze netwerk. Naast het netwerk wordt een rood kruis
weergegeven.
Dit probleem kan als volgt worden opgelost:
1. Klik op het pictogram Netwerkcentrum (Network and Sharing Center) rechts onderin het scherm:
2. Klik vervolgens op “Netwerkcentrum openen” (“Open Network and Sharing Center”):
Nederlandse versie
34
3. Klik in het Netwerkcentrum (Network and Sharing Center) op “Draadloze netwerken beheren” (“Manage wireless networks”):
4. Het onderstaande venster wordt weergegeven. Klik met de rechtermuisknop op het met een rood kruis gemarkeerde netwerk uit stap 2
en klik op “Netwerk verwijderen” (“Remove network”):
Nederlandse versie
35
5. Nadat het netwerk is verwijderd, kunt u het venster sluiten en voert u de stappen uit die worden beschreven in de sectie “Verbinding maken
met een draadloos netwerk” in deze gebruiksaanwijzing
Ik ben de WPA- of WEP-sleutel kwijt die ik nodig heb om toegang te krijgen tot mijn draadloze netwerk.
Er zijn twee oplossingen voor dit probleem:
1. Meld u aan bij de router vanaf een computer die is aangesloten met een netwerkkabel, zoals beschreven in de sectie “Geavanceerde
installatie” in deze gebruiksaanwijzing. Klik op “Wireless Network” – “Security Settings”; hier kunt u de sleutel bekijken.
2. Stel de router in op de standaard fabrieksinstelling: een onbeveiligd netwerk. Deze resetprocedure wordt verderop besproken.
Ik kan geen draadloze netwerken vinden.
Dit probleem doet zich meestal voor bij notebooks. De meeste notebooks hebben een schakelaar of een toetsencombinatie om de draad-
loze-netwerkmodule in of uit te schakelen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor het inschakelen van de module voor draadloze
communicatie.
Ik kan wel andere netwerken vinden, maar ik zie het Sweex LW160/161-netwerk niet.
Er zijn twee oplossingen voor dit probleem:
1. U bevindt zich niet binnen het bereik van de router. Probeer verbinding te maken in dezelfde ruimte waar de router
zich bevindt.
2. De router zendt uit via een kanaal dat u niet kunt ontvangen. Dit kan zich voordoen wanneer de router uitzendt via kanaal 12 of 13;
deze kanalen kunnen niet door alle apparaten worden ontvangen. Zie de sectie “Een draadloos netwerk configureren” voor informatie
over het wijzigen van kanalen.
Mijn router reageert niet meer, of ik wil met een schone lei beginnen (resetten).
U kunt dit oplossen door router terug te zetten naar de standaard fabrieksinstellingen. Wanneer u de resetprocedure hebt uitgevoerd, bevindt
de router zich weer in dezelfde staat waarin deze werd geleverd en moet u de router weer opnieuw installeren aan de hand van de instructies
in deze gebruiksaanwijzing. Houd de knop WPS 15 seconden ingedrukt om de router te resetten. De resetprocedure is voltooid wanneer het
SYS-lampje en het WLAN-lampje niet meer branden.
Ik wil meer dan 4 bekabelde apparaten op de router aansluiten. Hoe kan ik het aantal poorten uitbreiden?
U kunt dit doen door een Ethernet-netwerkswitch op een van de LAN-poorten aan te sluiten.
Als u een probleem tegenkomt dat niet in deze handleiding wordt beschreven, kunt u naar een oplossing zoeken onder de ‘Frequently Asked
Questions' (FAQ) bij uw product op de website sweex.com.
Nederlandse versie
36
Sweex garantie voorwaarden.
2 Jaar standaard garantie binnen EU
Op dit Sweex product rust binnen de EU standaard een garantietermijn van 2 jaar vanaf de aankoopdatum.
Mocht U gedurende de eerste 2 jaar na aankoop een beroep willen doen op deze garantie, dan kunt U zich voor de voorwaarden en
procedures hiervoor rechtstreeks wenden tot het verkooppunt waar U het product heeft aangeschaft.
10 Jaar verlengde fabrieksgarantie
Naast de wettelijk geldende 2 jaar standaard garantie biedt Sweex U echter een verlengde kwaliteitsgarantie aan van maar liefst 10 jaar,
als uw product is aangeschaft binnen de EU.
Ga voor meer informatie, voorwaarden en het registratieformulier naar www.sweex.com/12yearswarranty en registreer binnen 30 dagen na
aankoop Uw product voor de verlengde garantieperiode van in totaal 12 jaar.
Zaken die zijn uitgesloten van garantie
De garantie van Sweex dekt alleen fabricage defecten. Uitgesloten van garantie zijn accessoires zoals batterijen, oplaadbare batterijen en
eventueel meegeleverde software.
De aansprakelijkheid van Sweex is beperkt tot de kosten van reparatie en/of vervanging van het product onder garantie.
Beide vormen van garantie (2 jaar standaard garantie en de 10 jaar verlengde fabrieksgarantie) zijn nietig in het geval dat het product
is geopend, er wijzigingen zijn aangebracht, fysieke schade aan het product is toegebracht en bij ander gebruik dan waar het product
oorspronkelijk voor bedoeld is.
Alle merknamen en bijhorende rechten genoemd in deze handleiding zijn en blijven eigendom van de rechtmatige eigenaar.
Nederlandse versie
2


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Sweex wireless 150n kit wrls at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Sweex wireless 150n kit wrls in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,52 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info