10.2.3. Bergmeerduiken
Op grote hoogten is de atmosferische druk lager dan op zeeniveau. Als u naar een
grote hoogte reist, bevat uw lichaam meer stilstof ten opzichte van de homeostase
op de oorspronkelijke hoogte. Dit aanvullende stikstof komt geleidelijk vrij totdat het
evenwicht is hersteld. Het verdient aanbeveling op de nieuwe hoogte eerst te
acclimatiseren door ten minste drie uur te wachten voordat u gaat duiken.
Voordat u gaat duiken op hoogte, moet de hoogte-instelling aan de nieuwe hoogte
worden aangepast. De maximale partiële stikstofdruk die is toegestaan volgens het
wiskundige model van de duikcomputer, wordt dan verminderd in overeenstemming
met de lagere luchtdruk in de omgeving.
Hierdoor worden de nultijdlimieten sterk verkort.
10.3. Zuurstofblootstelling
De berekeningen voor zuurstofblootstelling zijn gebaseerd op de momenteel gangbare
tabellen en principes voor maximale blootstelling. Bovendien maakt de duikcomputer
gebruik van verschillende methoden om een behoudende schatting te maken van de
zuurstofdruk. Voorbeeld:
•
De weergegeven berekeningen voor de zuurstofblootstelling worden verhoogd tot
de volgende procentuele waarde.
•
Voor recreatief persluchtduiken, wordt standaard de aanbevolen PO
2
-bovengrens
van 1,4 bar gebruikt.
•
De procentuele CNS-limieten tot 1,6 bar zijn gebaseerd op de limieten uit de NOAA
Diving Manual van 1991.
•
De OTU-registratie is gebaseerd op het dagelijkse tolerantieniveau op de lange
termijn en de herstelfactor is verlaagd.
100