SPEED∨"(SPEED DOWN):
Druk op SPEED"om handmatig de trainingsduur of afstand te verkorten.
Druk op SPEED om in een van de vooraf ingestelde trainingsprogramma's (P01-P12) de trainingsduur of afstand
te verkorten.
U kunt in verschillende trainingsmodi tijdens alle trainingsduren de snelheid aanpassen. Het snelheidsbereik ligt
tussen 1,0 km/u en 10,0 km/u.
INSTANT SPEED (2 / 4 / 6 / 8 / 10):
Met deze instelling kunt u de gewenste snelheid bereiken.
PULSE/CAL:
Druk tijdens de trainingsmodus op PULSE/cal om de hartslag- en caloriewaarden in het splitsvenster PULSE/CAL
weer te geven.
DISPLAYFUNCTIES:
TIME: Geeft de verstreken trainingstijd weer in minuten en seconden. Druk op START op het display om te beginnen.
Het display telt van 3 terug, en na weergave van “3-2-1” zal de band in beweging komen. De loopband begint met een
startsnelheid van 1,0 km/u. U kunt op SPEED∧"of SPEED∨"op het display of het handvat drukken om de snelheid
tijdens het trainen te verhogen of verlagen. De tijd loopt van 0:00 tot 99:59 in stappen van 1 seconde.
SPEED: Geeft de huidige snelheid aan; het bereik ligt tussen 1,0 km/u (minimum) en 10,0 km/u (maximum). U kunt op
SPEED of SPEED op het display of het handvat drukken om de snelheid te verhogen of verlagen.
DIST. (DISTANCE): Geeft de totale afstand weer die tijdens de sessie is afgelegd. Druk op START op het display
om te beginnen. Het display telt van 3 terug, en na weergave van “3-2-1” zal de band in beweging komen. De
loopband begint met een startsnelheid van 1,0 km/u. U kunt op SPEED∧"of SPEED∨"op het display of het handvat
drukken om de snelheid tijdens het trainen te verhogen of verlagen. De afstandmeting begint te lopen.
CAL. (CALORIES): Geeft het totale aantal tijdens de sessie verbrande calorieën weer. Druk op START op het display
om te beginnen. Het display telt van 3 terug, en na weergave van “3-2-1” zal de band in beweging komen. De loopband
begint met een startsnelheid van 1,0 km/u. U kunt op SPEED∧"of SPEED∨"op het display of het handvat drukken om de
snelheid tijdens het trainen te verhogen of verlagen.
De calorietelling begint te lopen. (Deze gegevens zijn een ruwe schatting om verschillende trainingssessies te kunnen
vergelijken en zijn niet bedoeld voor gebruik als onderdeel van een medische behandeling.)
PULSE: Geeft uw huidige hartslag weer in slagen per minuut (BPM). Om de hartslagmeting te activeren houdt u de
sensoren op de handvatten tijdens het trainen vast. Na 2-5 seconden wordt uw hartslag weergegeven op het
display. Voor een nauwkeurigere meting moet u de sensoren met beide handen vastpakken.
U kunt de gewenste tijd (TIME) of afstand (DISTANCE) instellen in de STOP-modus voordat u gaat trainen. U kunt
slechts één van de functies vooraf instellen. Om de tijd (TIME) in te stellen drukt u op MODE op het display tot het
splitsvenster TIME begint te knipperen. Druk op SPEED∧"of SPEED∨"op het display of het handvat drukken om de
instelling te wijzigen. U kunt de tijd wijzigen in stapjes van 1 minuut. Het vooraf ingestelde tijdbereik ligt tussen 5:00 en
99:00 minuten. Zodra u de trainingstijd hebt ingesteld, drukt u op START op het display om de training te starten. De
loopband begint met een startsnelheid van 1,0 km/u. U kunt op SPEED∧"of SPEED∨"op het display of het handvat
drukken om de snelheid tijdens het trainen te verhogen of verlagen. De tijd begint af te tellen van de vooraf ingestelde
trainingstijd naar 0:00 in stapjes van 1
seconde. Wanneer de vooraf ingestelde trainingstijd 0:00 heeft bereikt, zal de computer een pieptoon laten horen om u
te waarschuwen en zal de loopband automatisch stoppen.
Om de afstand (DISTANCE) in te stellen drukt u op MODE op het display tot het splitsvenster DISTANCE begint te
knipperen. Druk op SPEED∧"of SPEED∨"op het display of het handvat drukken om de instelling te wijzigen. Het vooraf
ingestelde afstandsbereik ligt tussen 0,50 en 99,5 kilometer; de standaardafstand is 1 kilometer. Zodra u de
trainingsafstand hebt ingesteld, drukt u op START op het display om de training te starten. De loopband begint met een
startsnelheid van 1,0 km/u. U kunt op SPEED∧"of SPEED∨"op het display of het handvat drukken om de snelheid
tijdens het trainen te verhogen of verlagen. De afstand begint af te tellen van de vooraf ingestelde trainingsafstand naar
0.00. Wanneer de vooraf ingestelde trainingsafstand 0.00 heeft bereikt, zal de computer een pieptoon laten horen om u
te waarschuwen en zal de loopband automatisch stoppen.