680556
51
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/80
Next page
base-plus_46900V006_472017_0-DRE_Rev-D_NL
Garagedeuraandrijving
S 9050 base / S 9050 base+
S 9060 base / S 9060 base+
S 9080 base / S 9080 base+
S 9110 base / S 9110 base+
NL VERTALING VAN DE ORIGINELE MONTAGE- EN
BEDIENINGSHANDLEIDING
base-plus_46900V006_472017_0-DRE_Rev-D_NL
Geachte klant,
Het verheugt ons dat u gekozen heeft voor een product van
SOMMER Antriebs- und Funktechnik GmbH.
Dit product is ontwikkeld en vervaardigd onder hoge
kwaliteit en met inachtneming van de norm ISO 9001.
Passie voor het product en de eisen en behoeften van
onze klanten staan daarbij op de voorgrond. Hierbij wordt
in het bijzonder rekening gehouden met de veiligheid en
betrouwbaarheid van onze producten.
Lees deze montage- en bedieningshandleiding aandachtig
door en volg de aanwijzingen op. Dan kunt u het product
veilig en optimaal monteren en bedienen.
Als u vragen heeft, neemt u contact op met de erkende
vakhandelaar of het installatiebedrijf.
Gegevens aandrijving:
Serienummer: Weergegeven op het titelblad van
deze montage- en bedieningshandleiding (eventueel
garantielabel).
Bouwjaar: vanaf 3.2015
Gegevens montage- en bedieningshandleiding
Uitgave montage- en bedieningshandleiding:
base-plus_46900V006_472017_0-DRE_Rev-D_NL
Garantie
De garantie voldoet aan de wettelijke bepalingen.
Contactpersoon voor garantiegevallen is de erkende
vakhandelaar. Het recht op garantie geldt alleen voor het
land waarin de aandrijving gekocht werd. Er geldt geen
garantie op verbruiksmiddelen zoals accu's, batterijen,
zekeringen en lampen. Dat geldt ook voor slijtende
onderdelen. De aandrijving is gemaakt voor een beperkte
gebruiksfrequentie. Frequenter gebruik leidt tot een hogere
slijtage.
Contactgegevens
Als u de klantenservice, onderdelen of accessoires nodig
heeft, neemt u contact op met de erkende vakhandelaar of
uw installatiebedrijf.
Feedback over deze montage- en
bedieningshandleiding
We hebben getracht deze montage- en
bedieningshandleiding zo overzichtelijk mogelijk te maken.
Als u aanbevelingen heeft voor en betere vormgeving
of als er volgens u informatie in deze montage- en
bedieningshandleiding ontbreekt, kunt u ons graag uw
suggesties sturen:
+49 (0) 7021 8001-403
doku@sommer.eu
Service
Als u service nodig heeft, kunt u met onze servicehotline (hieraan
zijn kosten verbonden) contact opnemen of kijkt u op onze
homepage:
+49 (0) 900 1800-150
(0,14 euro/minuut uit het Duitse vaste net, prijzen
voor mobiele telefonie kunnen afwijken)
www.sommer.eu/de/kundendienst.html
Auteursrechten en intellectuele eigendomsrechten
Het auteursrecht voor deze montage- en
bedieningshandleiding blijft eigendom van de
fabrikant. Geen enkel deel van deze montage- en
bedieningshandleiding mag, in welke vorm, zonder
schriftelijke toestemming van SOMMER Antriebs- und
Funktechnik GmbH worden gereproduceerd of met
behulp van elektronische systemen worden verwerkt,
vermenigvuldigd of verspreid. Overtreding van de
bovenstaande verklaring verplichten tot betaling van
schadevergoeding. Alle in deze handleiding genoemde
handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve
fabrikanten en worden hierbij erkend.
3
46900V006_Rev-D_NL
Inhoudsopgave
9.4 Eindposities mechanisch bijstellen 38
9.5 Informatielabel en waarschuwingslabels
aanbrengen 38
10. Aansluitingen en speciale functies van de
loopwagen 39
10.1 Printplaat loopwagen 39
10.2 Aansluitmogelijkheden op loopwagen 40
10.3 Lichtintensiteit van LED verlagen 41
10.4 Uitleg radiokanalen 41
10.5 Zender programmeren 41
10.6 Informatie over Memo 41
10.7 Programmeermodus onderbreken 42
10.8 Zendertoets uit radiokanaal wissen 42
10.9 Zender helemaal uit ontvanger wissen 42
10.10 Radiokanaal van de ontvanger wissen 42
10.11 Alle radiokanalen in ontvanger wissen 42
10.12 Programmeren van een tweede handzender via
radiotechniek (HFL) 43
10.13 Besturing resetten 43
10.14 Instelling van DIP-schakelaars op loopwagen 44
10.15 Automatische sluiting instellen – basiswaarden
definiëren 45
10.16 Verlichtingsfunctie instellen 45
10.17 Gedeeltelijke opening instellen 46
10.18 Gedeeltelijke opening wissen 46
10.19 Loopdeurbeveiliging 46
10.20 Uitgang 12 V 47
10.21 SOMlink 47
11. Aansluitingen en speciale functies van de
plafondbesturing 48
11.1 Printplaat plafondbesturing 48
11.2 Aansluitmogelijkheden plafondbesturing 49
11.3 Instelling DIP-schakelaars op plafondbesturing 51
11.4 Drukknop 2 voor gedeeltelijke opening 51
11.5 Gedeeltelijke opening wissen 52
11.6 Fotocel en raamfotocel 52
11.7 Wallstation 53
11.8 Conex 54
11.9 Output OC 54
11.10 Relay 55
11.11 Accu monteren en demonteren 55
12. twin-modus 57
12.1 twin-modus 57
12.2 Aandrijvingen monteren 57
12.3 Master en slave selecteren en configureren 57
12.4 Gedeeltelijke opening 58
12.5 Gedefinieerd openen en sluiten 58
12.6 Deurstatusindicatie 58
12.7 Verlichting bij twin-modus 58
12.8 Fotocel 58
12.9 Externe drukknop 58
12.10 Resetten 58
1. Over deze montage- en bedieningshandleiding 5
1.1 Montage- en bedieningshandleiding bewaren en
doorgeven 5
1.2 Belangrijk bij vertalingen 5
1.3 Beschreven producttype 5
1.4 Doelgroepen van de montage- en
bedieningshandleiding 5
1.5 Toelichting op de waarschuwingssymbolen en
aanwijzingen 5
1.6 Bijzondere waarschuwingen, gevarensymbolen en
gebodstekens 6
1.7 Aanwijzingen bij de tekstweergave 8
1.8 Beoogd gebruik van de aandrijving 8
1.9 Niet-beoogd gebruik van de aandrijving 9
1.10 Kwalificatie van het personeel 9
1.11 Voor de exploitant 10
2. Algemene veiligheidsinstructies 11
2.1 Fundamentele veiligheidsinstructies voor het
gebruik 11
2.2 Extra veiligheidsinstructies voor de
afstandsbediening 13
3. Functie- en productbeschrijving 14
3.1 De aandrijving en het werkingsprincipe 14
3.2 Veiligheidssysteem 14
3.3 Productmarkering 15
3.4 Toelichting op de gereedschapssymbolen 15
3.5 Leveringsomvang 16
3.6 Afmetingen 17
3.7 Technische gegevens 17
3.8 Deurtypen en accessoires 18
4. Gereedschappen en beschermingsmiddelen 19
4.1 Benodigde gereedschappen en persoonlijke
beschermingsmiddelen 19
5. Inbouwverklaring 20
6. Montage 21
6.1 Belangrijke aanwijzingen bij de montage 21
6.2 Voorbereiding montage 23
6.3 Aandrijfsysteem monteren 24
6.4 Montage aan de deur 26
7. Afdekkappen verwijderen en bevestigen 31
7.1 Afdekkap van loopwagen 31
7.2 Afdekkap van plafondbesturing 32
8. Elektrische aansluiting 33
8.1 Aansluiting op een stopcontact 33
9. Inbedrijfname 34
9.1 Veiligheidsinstructies voor de inbedrijfname 34
9.2 Inbedrijfname uitvoeren 35
9.3 Obstakeldetectie bij
krachtprogrammeerbeweging 37
4
46900V006_Rev-D_NL
13. Functionele controle en eindtest 59
13.1 Obstakeldetectie testen 59
13.2 Deurinstallatie overhandigen 60
14. Bediening 61
14.1 Veiligheidsinstructies voor het gebruik 61
14.2 Overhandiging aan de exploitant 62
14.3 Bedrijfsmodi deurbeweging 63
14.4 Obstakeldetectie 64
14.5 Energiespaarmodus 64
14.6 Werking bij stroomuitval 64
14.7 Werking noodontgrendeling 64
15. Onderhoud en reiniging 66
15.1 Veiligheidsinstructies voor onderhoud en
reiniging 66
15.2 Onderhoudsschema 68
15.3 Reiniging 68
16. Storingen verhelpen 69
16.1 Veiligheidsinstructies voor het verhelpen van
storingen 69
16.2 Storingen verhelpen 70
16.3 Tijdvolgorde van de aandrijvingsverlichting in de
normale modus en bij storingen 71
16.4 Overzichtstabel voor het verhelpen van storingen 72
16.5 Loopwagen vervangen 73
17. Buitenbedrijfstelling, opslag en afvoer 74
17.1 Aandrijving buiten bedrijf stellen en demonteren 74
17.2 Opslag 75
17.3 Afvoeren van afval 75
18. Verkorte montagehandleiding 76
19. Aansluitschema's en functies van
DIP-schakelaars 79
5
46900V006_Rev-D_NL
1. Over deze montage- en bedieningshandleiding
1.1 Montage- en bedieningshandleiding
bewaren en doorgeven
Lees deze montage- en bedieningshandleiding vóór de
montage, de inbedrijfname, het gebruik en de demontage
zorgvuldig en helemaal door. Volg alle waarschuwingen
en veiligheidsinstructies op.
Bewaar deze montage- en bedieningshandleiding altijd
binnen handbereik en op een goed toegankelijke plek op
de locatie waar het product wordt gebruikt.
De montage- en bedieningshandleiding kunt u kunt u ook
downloaden bij SOMMER onder:
www.sommer.eu
Bij overdracht of verkoop van de aandrijving aan derden
geeft u de volgende documenten door aan de nieuwe
eigenaar:
EG-conformiteitsverklaring
overdrachtsprotocol en controleboek
deze montage- en bedieningshandleiding
bewijs van regelmatig onderhoud, controle en
reiniging
documenten over uitgevoerde ombouw- en
reparatiewerkzaamheden
1.2 Belangrijk bij vertalingen
De originele montage- en bedieningshandleiding
werd opgesteld in de Duitse taal. Bij iedere andere
beschikbare taal gaat het om een vertaling van de Duitse
uitgave. Door het inscannen van de QR-code gaat u naar
de originele montage- en bedieningshandleiding.
http://som4.me/orig-base-plus-revd
Meer taalvarianten vindt u onder:
www.sommer.eu
1.3 Beschreven producttype
De aandrijving is gebouwd volgens de stand van de
techniek en de erkende technische normen en valt onder
de EG-machinerichtlijn (2006/42/EG).
De aandrijving is voorzien van een radio-ontvanger.
Optioneel verkrijgbare accessoires wordt beschreven.
De uitvoering kan afhankelijk van het type variëren.
Daardoor kan de inzet van accessoires verschillen.
1.4 Doelgroepen van de montage- en
bedieningshandleiding
De montage- en bedieningshandleiding moet gelezen
en opgevolgd worden door iedere persoon die met de
volgende werkzaamheden of het gebruik belast is:
lossen en bedrijfsintern transport
uitpakken en montage
inbedrijfname
instelling
gebruik
onderhoud, controles en reiniging
storingen verhelpen en reparaties
demontage en afvoer
1.5 Toelichting op de
waarschuwingssymbolen en
aanwijzingen
In deze montage- en bedieningshandleiding zijn de
waarschuwingen als volgt opgebouwd.
Geva-
rensym-
bool
Signaalwoord
Soort en bron van het gevaar
Gevolgen van het gevaar
Voorkomen van het gevaar
Het gevarensymbool kenmerkt het gevaar.
Het signaalwoord houdt verband met het
gevarensymbool. Uit de ernst van het gevaar volgen
drie niveaus:
GEVAAR
WAARSCHUWING
LET OP
6
46900V006_Rev-D_NL
Dat leidt tot drie verschillende niveaus van
gevarenaanduidingen.
GEVAAR
Beschrijft een direct dreigend
gevaar dat tot ernstig letsel of de
dood leidt
Beschrijft de gevolgen van het gevaar
voor u of andere personen.
Volg de aanwijzingen voor het
voorkomen van het gevaar.
WAARSCHUWING
Beschrijft een mogelijk gevaar
voor ernstig of dodelijk letsel
Beschrijft de mogelijke gevolgen van
het gevaar voor u of andere personen.
Volg de aanwijzingen voor het
voorkomen van het gevaar.
LET OP
Beschrijft een mogelijk gevaar
voor een gevaarlijke situatie
Beschrijft de mogelijke gevolgen van
het gevaar voor u of andere personen.
Volg de aanwijzingen voor het
voorkomen van het gevaar.
Voor aanwijzingen en informatie worden de volgende
symbolen gebruikt:
AANWIJZING
Beschrijft aanvullende informatie en
nuttige aanwijzingen voor een correcte
omgang met de aandrijving, zonder gevaar
voor personen.
Als deze niet worden opgevolgd kunnen
materiële schade of storingen aan de
aandrijving of de deur optreden.
INFORMATIE
Beschrijft aanvullende informatie en
nuttige aanwijzingen.
Functies voor een optimaal gebruik van de
aandrijving worden beschreven.
INFORMATIE
Dit symbool wijst erop dat de buiten bedrijf
gesteld componenten van de aandrijving
niet bij het huishoudelijk afval mogen
worden gegooid. De componenten moeten
op de voorgeschreven wijze door een
erkend afvalbedrijf worden afgevoerd.
Hiertoe moeten de lokale en nationale
bepalingen worden nageleefd.
INFORMATIE
Dit symbool wijst erop de oude accu's
en batterijen niet bij het huishoudelijk
afval moeten worden gegooid. Oude
accu's en batterijen bevatten schadelijke
stoffen. Deze moeten op de juiste wijze
bij de gemeentelijke verzamelpunten of in
klaarstaande verzameldozen bij de dealer
worden afgegeven. Hiertoe moeten de
lokale en nationale bepalingen worden
nageleefd.
In afbeeldingen en in de tekst worden verdere symbolen
gebruikt.
Lees voor meer informatie verder in de
montage- en bedieningshandleiding.
Aandrijving van netspanning loskoppelen.
Aandrijving op netspanning aansluiten.
Symbool wijst op de fabrieksinstelling.
Symbool wijst op een WLAN-apparaat,
bijvoorbeeld een smartphone.
1.6 Bijzondere waarschuwingen,
gevarensymbolen en
gebodstekens
Om de bron van het gevaar preciezer aan te geven
worden de volgende symbolen in combinatie met de
bovenstaande gevarentekens en signaalwoorden
gebruikt. Volg de aanwijzingen om een dreigend gevaar
te voorkomen.
1. Over deze montage- en bedieningshandleiding
8
46900V006_Rev-D_NL
1. Over deze montage- en bedieningshandleiding
WAARSCHUWING
Gevaar door hete onderdelen!
Na een frequent bedrijf kunnen
onderdelen van de loopwagen of
de besturing heet worden. Als de
afdekkap wordt verwijderd en hete
onderdelen worden aangeraakt kunnen
brandwonden het gevolg zijn.
Laat de aandrijving afkoelen voordat u
de afdekkap verwijderd.
De volgende gebodstekens zijn geboden bij de
betreffende handelingen. De beschreven geboden
moeten nageleefd worden.
WAARSCHUWING
Letselgevaar voor de ogen!
Bij het boren kunnen ogen en handen
door spaanders ernstig gewond raken.
Draag uw persoonlijke veiligheidsbril.
WAARSCHUWING
Letselgevaar voor het hoofd!
Bij het stoten van hangende voorwerpen
kunnen ernstige kras- en snijwonden
ontstaan.
Draag uw persoonlijke veiligheidshelm.
LET OP
Letselgevaar voor de handen!
Ruwe metalen onderdelen kunnen bij
het beetpakken of aanraken kras- en
snijwonden veroorzaken.
Draag uw persoonlijke
veiligheidshandschoenen.
1.7 Aanwijzingen bij de tekstweergave
1. Staat voor handelingsinstructies
Staat voor resultaten van de handelingsinstructie
Opsommingen zijn weergegeven als lijst met
opsommingstekens:
Opsomming 1
Opsomming 2
1 A
1 A
Positienummers in de afbeelding wijzen
op een nummer in de tekst.
Belangrijke punten in teksten, bijvoorbeeld in
handelingsinstructies zijn vetgedrukt.
Verwijzingen naar andere hoofdstukken of paragrafen zijn
vetgedrukt en tussen "aanhalingstekens" geplaatst.
1.8 Beoogd gebruik van de aandrijving
De aandrijving is uitsluitend bestemd voor het openen
en sluiten van deuren. Elk ander of verdergaand gebruik
geldt als niet beoogd gebruik. Voor schade die door niet
beoogd gebruik ontstaat is de fabrikant niet aansprakelijk.
Het risico draagt alleen de exploitant. Hierdoor vervalt de
garantie.
Uitsluitend de beschreven veranderingen mogen aan
de aandrijving worden uitgevoerd, mits er met originele
SOMMER-accessoires worden gebruikt.
Met deze aandrijving geautomatiseerde deuren moeten
voldoen aan de op dat moment geldende internationale
en nationale normen, richtlijnen en voorschriften.
Daartoe behoren onder andere EN 12604, EN 12605 en
EN 13241-1.
De aandrijving mag alleen worden gebruikt:
in combinatie met de in de referentielijst aangegeven
deurtypen, zie onder:
http://som4.me/cgdo
als voor de deurinstallatie de EG-
conformiteitsverklaring is afgegeven
het CE-teken en het typeplaatje zijn aangebracht
aan de deurinstallatie
het overdrachtsprotocol en het controleboek ingevuld
beschikbaar zijn
de montage- en bedieningshandleiding voor de
aandrijving en de deur beschikbaar zijn
9
46900V006_Rev-D_NL
met inachtneming van montage- en
bedieningshandleiding
in technisch goede staat
met aandacht voor de veiligheid en de mogelijke
gevaren door geïnstrueerde gebruikers.
1.9 Niet-beoogd gebruik van de
aandrijving
Elk ander of verdergaand gebruik dat niet in hoofdstuk
1.8 is beschreven geldt als niet beoogd gebruik.
Het risico draagt alleen de exploitant.
De garantie van de fabrikant vervalt door:
schade die is veroorzaakt door niet beoogd gebruik
gebruik met defecte onderdelen
niet toegestane veranderingen aan de aandrijving
modicaties en niet toegestane programmeringen
aan de aandrijving en onderdelen ervan
De deur mag geen deel uitmaken van een
brandbeveiligingssysteem, een vluchtroute of een
nooduitgang, die de deur bij brand automatisch sluit.
Een automatische sluiting wordt door de montage van
de aandrijving voorkomen.
Houdt u zich aan de ter plaatse geldende
bouwvoorschriften.
De aandrijving mag niet worden gebruikt in:
omgevingen met explosiegevaar
extreem zouthoudende lucht
agressie atmosfeer, waaronder bijvoorbeeld chloor
1.10 Kwalificatie van het personeel
Personen onder invloed van drugs, alcohol of
geneesmiddelen die het reactievermogen beperken
mogen niet aan de aandrijving werken.
Na inbouw van de aandrijving moet de
verantwoordelijke persoon voor de inbouw van de
aandrijving volgens machinerichtlijn 2006/42/EG een
EG-conformiteitsverklaring voor de deurinstallatie
opstellen en de CE-markering en een typeplaatje
aanbrengen. Dit geldt ook bij de ombouw van
een handbediende deur. Bovendien moet een
overdrachtsprotocol en controleboek ingevuld worden.
Deze zijn beschikbaar onder:
EG-conformiteitsverklaring
Overdrachtsprotocol voor de aandrijving
http://som4.me/cgdo
Opgeleide specialist voor montage, inbedrijfname en
demontage
Deze montage- en bedieningshandleiding moet door
een opgeleide specialist die de aandrijving monteert of
onderhoudt gelezen, begrepen en opgevolgd worden.
Werkzaamheden aan spanningvoerende onderdelen
mogen uitsluitend door een opgeleide elektricien
worden uitgevoerd conform EN 50110-1.
De aandrijving mag uitsluitend door opgeleide specialist
gemonteerd, in bedrijf genomen en gedemonteerd
worden.
De opgeleide specialist moet de volgende normen
kennen:
EN 13241-1
Industrie-, bedrijfs- en garagedeuren en poorten -
Productnorm
EN 12604 Industriële, bedrijfs- en garagedeuren en
hekken – Mechanische aspecten – Eisen
EN 12605 Industriële, bedrijfs- en garagedeuren
en hekken – Mechanische aspecten –
Beproevingsmethoden
EN 12445 en EN 12453
– Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren
Onder een opgeleide specialist wordt verstaan een door
een installatiebedrijf ingeroepen persoon. De opgeleide
specialist moet de exploitant instrueren in:
in het gebruik van de aandrijving en de daaraan
verbonden gevaren
de omgang met de handmatige noodontgrendeling
regelmatig onderhoud, en regelmatige controle en
reiniging die de exploitant kan uitvoeren
De exploitant moet erop worden gewezen dat eventuele
andere gebruikers moeten worden geïnstrueerd in
het gebruik van de aandrijving, de gevaren en de
noodontgrendeling.
De exploitant moet erover worden geïnformeerd welke
werkzaamheden uitsluitend door een opgeleide specialist
mogen worden uitgevoerd:
accessoires installeren
instellingen
regelmatig onderhoud, regelmatige controle en
reiniging
storingen verhelpen en reparaties
1. Over deze montage- en bedieningshandleiding
10
46900V006_Rev-D_NL
1. Over deze montage- en bedieningshandleiding
De volgende documenten voor de deurinstallatie moeten
aan de exploitant worden overhandigd:
EG-conformiteitsverklaring
overdrachtsprotocol en controleboek
montage- en bedieningshandleiding voor de
aandrijving en de deur
1.11 Voor de exploitant
De exploitant moet er op letten dat het CE-teken en het
typeplaatje op de deurinstallatie zijn aangebracht.
De volgende documenten voor de deurinstallatie moeten
aan de exploitant worden overhandigd:
montage- en bedieningshandleiding voor de
aandrijving en de deur
controleboek
EG-conformiteitsverklaring
overdrachtsprotocol
De exploitant moet deze montage- en
bedieningshandleiding altijd binnen handbereik in de
buurt van de deurinstallatie beschikbaar stellen.
De exploitant is verantwoordelijk voor:
het beoogde gebruik van de aandrijving
de goede staat
de instructie van alle gebruikers in het gebruik
en over de daaraan verbonden gevaren van de
deurinstallatie
het gebruik
onderhoud, controle en reiniging door een opgeleide
specialist
het verhelpen van storingen en reparaties door een
opgeleide specialist
De aandrijving mag niet door personen met beperkte
fysieke, sensorische of mentale vaardigheden of
gebrek aan ervaring en kennis worden bediend. Tenzij
deze personen een bijzondere instructie gehad en de
montage- en bedieningshandleiding begrepen hebben.
Ook onder toezicht mogen kinderen niet met de
aandrijving spelen of deze gebruiken. Kinderen moeten
uit de buurt van de aandrijving worden gehouden.
Handzenders of andere commandogevers mogen niet in
de handen van kinderen terechtkomen. Om ongewild en
onbevoegd gebruik te voorkomen, moeten handzenders
veilig worden opgeborgen worden.
De exploitant leeft de ongevallenpreventievoorschriften
en de geldende normen in Duitsland na. In andere landen
moet de exploitant de aldaar geldende nationale normen
naleven.
Voor het bedrijfsmatige gebruik geldt de richtlijn
"Technische regels voor werkplekken ASR A1.7" van de
raad voor werkplekken (ASTA). De richtlijnen moeten
opgevolgd en nageleefd worden. In Duitsland geldt dit
voor de exploitant. In andere landen moet de exploitant
de aldaar geldende nationale normen naleven.
11
46900V006_Rev-D_NL
2. Algemene veiligheidsinstructies
2.1 Fundamentele veiligheidsinstructies
voor het gebruik
Volg de volgende fundamentele veiligheidsinstructies op.
De aandrijving mag niet door personen met beperkte
fysieke, sensorische of mentale vaardigheden of
gebrek aan ervaring en kennis worden bediend. Tenzij
deze personen een bijzondere instructies gehad en de
bedienings- en montagehandleiding begrepen hebben.
Ook onder toezicht mogen kinderen niet met de
aandrijving spelen of deze gebruiken. Kinderen moeten
uit de buurt van de aandrijving worden gehouden.
Handzenders of andere commandogevers mogen niet in
de handen van kinderen terechtkomen. Om ongewild en
onbevoegd gebruik te voorkomen, moeten handzenders
veilig worden opgeborgen worden.
GEVAAR
Gevaar door niet naleven!
Als veiligheidsinstructies niet worden
nageleefd, leidt dit tot ernstig letsel of
de dood.
U moet zich aan alle
veiligheidsinstructies houden.
GEVAAR
Gevaar door elektrische stroom!
Bij aanraken van onder stroom staande
onderdelen kan een gevaarlijke
doorstroming van het lichaam optreden.
Elektrische schok, verbrandingen of de
dood kunnen het gevolg zijn.
Een opgeleide elektricien mag
elektrische onderdelen, controleren en
vervangen.
Voor werkzaamheden aan de
aandrijving moet u eerst de netstekker
uit het stopcontact trekken.
Als een accu aangesloten is, koppelt
u deze los van de besturing.
Controleer of er geen spanning op de
aandrijving staat.
Beveilig aandrijving tegen her
inschakelen.
GEVAAR
Gevaar door gebruik van
de aandrijving bij onjuiste
instellingen of als deze
gerepareerd moet worden!
Als de aandrijving ondanks onjuiste
instellingen of als deze gerepareerd
moet worden, wordt gebruikt, leidt dit
tot ernstig letsel of de dood.
U mag de aandrijving alleen met de
vereiste instellingen en in goede staat
gebruiken.
Storingen moet u onmiddellijk vakkundig
laten verhelpen.
GEVAAR
Gevaar voor schadelijke stoffen!
Onjuiste opslag, gebruik of afvoer van
accu's, batterijen en componenten van
de aandrijving vormen een gevaar voor
de gezondheid van mensen en dieren.
Ernstig letsel of de dood zijn het gevolg.
Accu's en batterijen moet
u ontoegankelijk voor kinderen en
dieren opbergen.
Accu's en batterijen moet u uit de
buurt van chemische, mechanische en
thermische invloeden houden.
U mag oude accu's en batterijen niet
opnieuw opladen.
Componenten van de aandrijving, oude
accu's en batterijen mag u niet bij het
huishoudelijk afval gooien. Deze moeten
op de juiste wijze afgevoerd worden.
WAARSCHUWING
Gevaar van opgesloten personen!
In de garage kunnen personen worden
opgesloten. Als deze personen zich niet
kunnen bevrijden, kan dit tot ernstig
letsel of de dood leiden.
Controleer regelmatig of de
noodontgrendeling van binnen en
eventueel ook van buiten werkt.
Storingen moet u onmiddellijk vakkundig
laten verhelpen.
12
46900V006_Rev-D_NL
WAARSCHUWING
Gevaar door uitstekende
onderdelen!
Er mogen geen deuren of andere
onderdelen uitsteken op trottoirs
of wegen. Dit geldt ook tijdens de
deurbeweging.
Personen en dieren kunnen ernstig
letsel oplopen of overlijden.
U moet openbare trottoirs en wegen vrij
houden van uitstekende onderdelen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor vallende
deuronderdelen!
Bij het bedienen van de
noodontgrendeling kunnen
ongecontroleerde bewegingen van
de deur ontstaan als
veren te slap of gebroken zijn.
als het gewicht van de deur niet
optimaal is gebalanceerd.
Er bestaat gevaar voor vallende
onderdelen. Ernstig letsel en dood
kunnen het gevolg zijn.
Controleer regelmatig de
gewichtsbalans van de deur.
Let bij de bediening van de
noodontgrendeling op de beweging
van de deur.
Houd afstand tot het bewegingsbereik
van de deur.
WAARSCHUWING
Gevaar door meegetrokken
worden!
Personen en dieren kunnen in het
bewegingsbereik van de deur gegrepen
en meegetrokken worden. Ernstig letsel
en dood kunnen het gevolg zijn.
Houd afstand tot het bewegingsbereik
van de deur.
WAARSCHUWING
Gevaar voor kneus- en
snijwonden!
Als personen of dieren in het
bewegingsbereik van de bewegende
deur staan, kunnen het mechanisme
en de sluitzijden van de deur kneus- en
snijwonden veroorzaken.
Bedien de aandrijving uitsluitend als
u direct zicht heeft op de deur.
U moet alle gevarenzones tijdens de
gehele deurbeweging kunnen inzien.
Houd de bewegende deur altijd in de
gaten.
Houd personen en dieren uit de buurt
van het bewegingsbereik van de deur.
Grijp nooit naar de bewegende deur of
de bewegende delen. In het bijzonder
niet in de bewegende schuifstang
grijpen.
Als de loopwagen de rail passeert, mag
u niet naar de plafondophanging grijpen.
Rijd pas door de deur, als deze
helemaal geopend is.
U moet de handzender zo bewaren
dat een onbevoegde en ongewilde
bediening, bijvoorbeeld door personen
en dieren uitgesloten is.
Blijf nooit onder de geopende deur
staan.
WAARSCHUWING
Gevaar door optische straling!
Bij langdurig op korte afstand in LED-
licht kijken kan een optische verblinding
veroorzaken. Het gezichtsvermogen
kan voor korte tijd sterk beperkt zijn.
Daardoor kunnen ernstige of dodelijke
ongevallen gebeuren.
Kijk nooit direct in een LED-licht.
AANWIJZING
Om schade voor het milieu te voorkomen,
voert u alle componenten conform de
regionale of nationale regelgeving af.
2. Algemene veiligheidsinstructies
13
46900V006_Rev-D_NL
2. Algemene veiligheidsinstructies
AANWIJZING
De loopwagen wordt via de ketting en de
rail met lage veiligheidsspanning gevoed.
Het gebruik van olie of smeermiddelen
verlaagt de geleidbaarheid tussen
ketting, rail en loopwagen aanmerkelijk.
Er ontstaan storingen door onvoldoende
elektrisch contact.
De ketting en de rail zijn onderhoudsvrij en
mogen niet geolied of gesmeerd worden.
AANWIJZING
Voorwerpen kunnen in het
bewegingsbereik van de deur ingeklemd en
beschadigd worden.
Er mogen zich geen voorwerpen in het
bewegingsbereik van de deur bevinden.
2.2 Extra veiligheidsinstructies voor
de afstandsbediening
Volg de volgende fundamentele veiligheidsinstructies op.
WAARSCHUWING
Gevaar voor kneus- en
snijwonden!
Als de draadloze besturing wordt
bediend terwijl de deur niet kan worden
ingezien, kunnen personen en dieren
kneus- en snijwonden oplopen door het
mechanisme of de sluitzijden.
Vooral als bedieningselementen zoals
de afstandsbediening worden gebruikt,
moet u tijdens de gehele deurbeweging
alle gevarenzones kunnen inzien.
Houd de bewegende deur altijd in de
gaten.
Houd personen en dieren uit de buurt
van het bewegingsbereik van de deur.
Grijp nooit naar de bewegende deur of
de bewegende delen.
Rijd pas door de deur, als deze
helemaal geopend is.
U moet de handzender zo bewaren
dat een onbevoegde en ongewilde
bediening, bijvoorbeeld door personen
en dieren uitgesloten is.
Blijf nooit onder de geopende deur
staan.
AANWIJZING
Als de afstandsbediening wordt gebruikt
zonder dat er zicht is op de deur, kunnen
voorwerpen in het bewegingsbereik van de
deur ingeklemd en beschadigd worden.
Er mogen zich geen voorwerpen in het
bewegingsbereik van de deur bevinden.
De exploitant van de draadloze installatie geniet geen
enkele bescherming tegen storingen door andere
radiozendinstallaties en apparaten. Daartoe behoren
onder andere draadloze installaties die correct in
hetzelfde frequentiebereik worden gebruikt. Bij het
optreden van grote storingen moet de exploitant
zich wenden tot de telecommunicatiedienst voor
interferentiemeting of lokalisatie van radiogolven.
De EG-conformiteitsverklaring voor de radiotechniek kunt
u inzien onder:
http://som4.me/konform-funk
14
46900V006_Rev-D_NL
3. Functie- en productbeschrijving
3.1 De aandrijving en het werkingsprincipe
Afb. Deuropbouw met aandrijving
Voor meer informatie over het gebruik van de aandrijving
aan andere deurtypen of accessoires wendt u zich tot
een erkend vakhandelaar.
3.2 Veiligheidssysteem
Bij herkenning van een obstakel stopt de aandrijving
en beweegt een stuk in de andere richting. Daardoor
wordt persoonlijk letsel of materiële schade voorkomen.
Afhankelijk van de instelling wordt de deur geheel of
gedeeltelijk geopend.
Bij stroomuitval kan de deur met een
noodontgrendelingsgreep van binnen, met een
bowdenkabel of noodontgrendelingsslot van buiten
worden geopend. Informatie hierover krijgt u bij een
erkend vakhandelaar.
Met de elektrische aandrijving en de leverbare accessoires
kunnen sectionaaldeuren en andere deurtypen worden
geopend en gesloten. De besturing van de aandrijving
wordt bijvoorbeeld met de handzender bestuurd.
De rail wordt aan het plafond en aan de latei boven de
garagedeuropening gemonteerd. De loopwagen is via
een schuifstang verbonden met de deur. De loopwagen
beweegt aan een verend gelagerde ketting langs de rail
en opent of sluit de deur.
De handzender kan in een houder in de garage of in het
voertuig worden bewaard.
Als accessoire is een insteekbare verlichting voor de
plafondbesturing verkrijgbaar. Deze wordt bij het gebruik
automatisch geactiveerd. De inzet van accessoires kan
per type variëren.
15
46900V006_Rev-D_NL
3. Functie- en productbeschrijving
3.3 Productmarkering
Afb. Loopwagen met typeplaatje en apparaatspecificatie
Het typeplaatje bevat:
Typeaanduiding
Artikelnummer
Productiedatum met maand en jaar
Serienummer
Bij vragen of als er service nodig is, vermeldt u de
typeaanduiding, de productiedatum en het serienummer.
3.4 Toelichting op de
gereedschapssymbolen
Gereedschapssymbolen
Deze symbolen wijzen op bij de montage benodigde
gereedschappen.
Kruiskopschroevendraaier
Metaalboor 5 mm
Steenboor 10 mm
Steeksleutel 10/13/17 mm
Ratelsleutel 10/13/17 mm
Meer symbolen
Boordiepte
“clic
Hoorbaar vergrendel- of klikgeluid
20
46900V006_Rev-D_NL
5. Inbouwverklaring
Inbouwverklaring
voor de inbouw in een niet voltooide machine
volgens de machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II deel 1 B
SOMMER Antriebs- und Funktechnik GmbH
Hans-Böckler-Straße 21-27
73230 Kirchheim
Germany
verklaart hiermee dat de besturingen
S 9050 base; S 9060 base; S 9080 base; S 9110 base; S 9050 base+ S 9060 base+; S 9080 base+; S 9110 base+;
S 9050 pro; S 9060 pro; S 9080 pro; S 9110 pro; S 9050 pro+; S 9060 pro+; S 9080 pro+; S 9110 pro+
in overeenstemming met de:
machinerichtlijn 2006/42/EG
laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU
richtlijn voor elektromagnetische compatibiliteit 2014/30/EU
RoHS-richtlijn 2011/65/EU
werd ontwikkeld, geconstrueerd en vervaardigd.
De volgende normen werden toegepast:
EN ISO 13849-1, PL "C" cat. 2 Veiligheid van machines - Onderdelen van besturingen met een
veiligheidsfunctie - Deel 1: Algemene regels voor ontwerp
EN 60335-1 voor zover van
toepassing
Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen
EN 61000-6-3 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - interferentie
EN 61000-6-2 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - immuniteit
EN 60335-2-95 Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Deel
2: Bijzondere eisen voor aandrijfmechanismen voor verticaal bewegende
garagedeuren voor woonhuizen
EN 60335-2-103 Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Deel 2:
Bijzondere eisen voor poorten, deuren en ramen
Aan de onderstaande eisen uit bijlage 1 van de machinerichtlijn 2006/42/EG wordt voldaan:
1.1.2, 1.1.3, 1.1.5, 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3, 1.2.4, 1.2.5, 1.2.6, 1.3.1, 1.3.2, 1.3.4, 1.3.7, 1.5.1, 1.5.4, 1.5.6, 1.5.14, 1.6.1,
1.6.2, 1.6.3, 1.7.1, 1.7.3, 1.7.4
De specifieke technische documenten zijn volgens bijlage VII deel B opgesteld en worden op verzoek elektronisch
toegezonden aan de autoriteiten.
De aandrijving mag alleen worden gebruikt:
in combinatie met de in de referentielijst aangegeven deurtypen, zie onder Certicaties:
www.sommer.eu
De onvolledige machine is uitsluitend bedoeld voor inbouw in een deurinstallatie om zodoende een volledige machine
in overeenstemming met de machinerichtlijn 2006/42/EG te vormen. U mag de deurinstallatie pas in gebruik nemen
nadat is vastgesteld dat de volledige installatie voldoet aan de bepalingen van bovengenoemde EG-richtlijnen.
Gevolmachtigde voor het samenstellen van de technische documentatie is de ondertekenaar.
Kirchheim, 20-4-2016
i.V.
Jochen Lude
Verantwoordelijke voor de documenten
21
46900V006_Rev-D_NL
6. Montage
6.1 Belangrijke aanwijzingen bij de
montage
Let in het bijzonder op de onderstaande
veiligheidsinstructies voor dit hoofdstuk, om de montage
veilig te kunnen uitvoeren.
Personen onder invloed van drugs, alcohol of het
reactievermogen verminderende geneesmiddelen mogen
niet aan de aandrijving werken.
De aandrijving mag uitsluitend een opgeleide specialist
gemonteerd worden.
Deze montage- en bedieningshandleiding moet door een
opgeleide specialist die de aandrijving monteert, gelezen,
begrepen en nageleefd worden.
GEVAAR
Gevaar door niet naleven!
Als veiligheidsinstructies niet worden
nageleefd, leidt dit tot ernstig letsel of
de dood.
U moet zich aan alle
veiligheidsinstructies houden.
WAARSCHUWING
Valgevaar!
Onstabiele of defecte ladders kunnen
kiepen en tot ernstige of dodelijke
ongevallen leiden.
Gebruik uitsluitend stabiele en stroeve
ladders.
Zorg ervoor dat de ladder stabiel staat.
WAARSCHUWING
Gevaar van ingesloten personen!
In de garage kunnen personen worden
opgesloten. Als deze personen zich niet
kunnen bevrijden, kan dit tot ernstig
letsel of de dood leiden.
Controleer regelmatig of de
noodontgrendeling van binnen en
eventueel ook van buiten werkt.
Als er geen tweede ingang naar de
garage beschikbaar is, moet u een
ontgrendelingslot of een bowdenkabel
van buiten installeren waarmee de
garagedeur kan worden ontgrendeld.
Hierdoor kunnen personen worden
bevrijd die zich niet zelf kunnen
bevrijden.
WAARSCHUWING
Gevaar door uitstekende
onderdelen!
Er mogen geen deuren of andere
onderdelen uitsteken op trottoirs
of wegen. Dit geldt ook tijdens de
deurbeweging.
Personen en dieren kunnen ernstig
letsel oplopen of overlijden.
U moet openbare trottoirs en wegen vrij
houden van uitstekende onderdelen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor vallende
deuronderdelen!
Bij een onjuist gewogen deur
kunnen veren plotseling breken.
Als deuronderdelen vallen kan dit tot
ernstig letsel of de dood leiden.
Controleer:
de stabiliteit van de deur.
als u de deur opent of sluit, mag de deur
niet doorbuigen, draaien of torderen.
of de deur ligt in de rails loopt.
WAARSCHUWING
Gevaar voor vallende onderdelen
van plafond of wand!
De aandrijving kan niet correct
worden aangebracht als plafond en
wanden instabiel zijn of als ongeschikt
bevestigingsmateriaal wordt gebruikt.
Personen en dieren kunnen door van
wand, plafond of aandrijving vallende
onderdelen worden geraakt. Ernstig
letsel en dood kunnen het gevolg zijn.
U moet de stabiliteit van het plafond en
de wanden controleren.
Gebruik uitsluitend toegestaan
en aan de ondergrond aangepast
bevestigingsmateriaal.
22
46900V006_Rev-D_NL
6. Montage
WAARSCHUWING
Gevaar door meegetrokken
worden!
Wijde kledingstukken of lange haar
kunnen door bewegende deurdelen
worden meegetrokken. Ernstig letsel en
dood kunnen het gevolg zijn.
Houd afstand tot de bewegende deur.
Draag uitsluitend nauwsluitende kleding.
Als u lange haren heeft, moet u een
haarnetje dragen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor kneus- en
snijwonden!
Als personen of dieren in het
bewegingsbereik van de bewegende
deur staan, kunnen het mechanisme
en de sluitzijden van de deur kneus- en
snijwonden veroorzaken.
Bedien de aandrijving uitsluitend als
u direct zicht heeft op de deur.
U moet alle gevarenzones tijdens de
gehele deurbeweging kunnen inzien.
Houd de bewegende deur altijd in de
gaten.
Houd personen en dieren uit de buurt
van het bewegingsbereik van de deur.
Grijp nooit naar de bewegende deur of
de bewegende delen. In het bijzonder
niet in de bewegende schuifstang
grijpen.
Als de loopwagen de rail passeert, mag
u niet naar de plafondophanging grijpen.
Rijd pas door de deur, als deze
helemaal geopend is.
Blijf nooit onder de geopende deur
staan.
WAARSCHUWING
Gevaar voor struikelen en vallen!
Over niet veilig opgeslagen onderdelen
zoals verpakking, onderdelen van de
aandrijving of gereedschappen kan
worden gestruikeld of gevallen.
Houd het montagebereik vrijhouden van
onnodige voorwerpen.
Zet alle losse onderdelen veilig weg,
zodat personen er niet over kunnen
struikelen of vallen.
U moet zich houden aan de algemene
richtlijnen voor werkplaatsen.
WAARSCHUWING
Letselgevaar voor de ogen!
Bij het boren kunnen ogen en handen
door spaanders ernstig gewond raken.
Bij het boren moet u uw persoonlijke
veiligheidsbril dragen.
LET OP
Letselgevaar voor de handen!
Ruwe metalen onderdelen kunnen bij
het beetpakken of aanraken kras- en
snijwonden veroorzaken.
Bij werkzaamheden als ontbramen moet
u persoonlijke veiligheidshandschoenen
dragen.
AANWIJZING
Als plafond en wanden instabiel zijn,
kunnen onderdelen van plafond, wanden of
de aandrijving vallen. Voorwerpen kunnen
worden beschadigd.
Plafond en wanden moeten stabiel zijn.
AANWIJZING
Om schade aan deur of aandrijving
te voorkomen, uitsluitend toegestaan
bevestigingsmateriaal zoals pluggen of
schroeven gebruiken.
Het bevestigingsmateriaal aan het
materiaal van plafond en wanden
aanpassen.
Dit geldt vooral voor prefabgarages.
INFORMATIE
Vraag een erkende vakhandelaar als u
verdere montageaccessoires voor andere
montage- of inbouwsituaties nodig heeft.
23
46900V006_Rev-D_NL
6. Montage
6.2 Voorbereiding montage
Vóór de montage moet worden gecontroleerd of de
aandrijving geschikt is voor de deur, zie ook hoofdstuk
"3.7 Technische gegevens".
De aandrijving mag alleen worden gebruikt:
in combinatie met de in de referentielijst aangegeven
deurtypen, zie onder:
http://som4.me/cgdo
Activeringsonderdelen verwijderen
WAARSCHUWING
Gevaar door meegetrokken
worden!
Personen en dieren kunnen door
lussen en kabels gegrepen worden en
in de deurbeweging worden getrokken.
Ernstig letsel en dood kunnen het
gevolg zijn.
Verwijder lussen en kabels voor de
mechanische activering van deur.
Voorafgaande aan de montage moeten worden
verwijderd:
handmatige vergrendeling aan deur
alle kabels en lussen die nodig zijn voor de
handmatige bediening van de deur.
Mechanische vergrendeling buiten werking zetten
AANWIJZING
Als op een mechanische deur sloten of
andere vergrendelingssystemen aanwezig
zijn, kunnen deze de aandrijving blokkeren.
Er kunnen storingen of schade aan de
aandrijving ontstaan.
Vóór de montage van de aandrijving
moeten alle mechanische
vergrendelingssystemen buiten werking
worden gezet.
Bij een deur met aandrijving moet de mechanische
vergrendeling aan deurzijde gedemonteerd of buiten
werking worden gezet als deze niet compatibel is met
de aandrijving.
Mechanisme en gewichtsbalans controleren
WAARSCHUWING
Gevaar door vallende deurdelen
of deurblad!
Staalkabels, verensets of ander beslag
kunnen beschadigd zijn en breken.
Personen of dieren kunnen door
vallende deuronderdelen of het deurblad
worden geraakt. Ernstig letsel of dood
kunnen het gevolg zijn.
Vóór de montage moet een opgeleide
specialist het volgende controleren en
indien nodig aanpassen:
staalkabels, verensets en ander beslag
van de deur.
de gewichtsbalans van de deur.
WAARSCHUWING
Gevaar door meegetrokken
worden!
Bij een ontoelaatbaar hoge
krachtinstelling kunnen personen en
dieren in het bewegingsbereik van
de deur gegrepen en meegetrokken
worden. Ernstig letsel en dood kunnen
het gevolg zijn.
De krachtinstelling is belangrijk voor de
veiligheid en moet door een opgeleide
specialist uitgevoerd worden.
U mag de krachtinstelling slechts met
uiterste zorg controleren en indien nodig
bijstellen.
AANWIJZING
Bij een onjuist ingestelde gewichtsbalans
van de deur kan de aandrijving
beschadigen.
De deur moet stabiel zijn.
Deze mag bij het openen en sluiten niet
doorbuigen, draaien of torderen.
De deur moet soepel in de rails bewegen.
24
46900V006_Rev-D_NL
6. Montage
1. Het mechanisme van de deur zoals staalkabel,
verensets en ander beslag van de deur controleren.
Afb. 2
2. De deur half openen.
Deur moet in deze stand blijven staan.
Deur moet gemakkelijk met de hand kunnen
worden bewogen en in evenwicht zijn.
Als de deur zonder krachtinwerking naar boven of naar
beneden beweegt, moet de gewichtsbalans van de deur
worden aangepast.
Noodontgrendeling
Bij een garage zonder afzonderlijke ingang
(bijv. loopdeuren) moet de noodontgrendeling van
de aandrijving van buiten bediend kunnen worden.
De noodontgrendeling moet dan bovendien naar buiten
worden gevoerd. Dit kan met een bowdenkabel of
een ontgrendelingsslot gebeuren. Vraag een erkende
vakhandelaar.
Instelling van de toprol bij een sectionaaldeur
Afb. Toprol aan sectionaaldeur
Als de aandrijving op een bestaande handbediende
sectionaaldeur wordt gemonteerd, moet de positie van de
toprol worden gecontroleerd en eventueel bijgesteld.
De toprol moet van boven aan de boog worden geleid.
6.3 Aandrijfsysteem monteren
De aandrijving mag alleen geïnstalleerd worden als aan
de onderstaande montagevereisten en -afmetingen is
voldaan.
AANWIJZING
De positie voor de aandrijvingsmontage
aan de deur vastleggen. De deur meerdere
keren met de hand openen en sluiten.
De deur moet soepel kunnen worden
bediend.
Voor particulier gebruikte garagedeuren
geldt een handbedieningskracht van 150 N,
voor bedrijfsmatig gebruikte garagedeuren
is dat 260 N.
De waarde geldt voor de gehele levensduur
van de deur. Hierbij moet rekening worden
gehouden met het beoogde onderhoud
en inspectie van de deur volgens de
aanwijzingen van de fabrikant.
Afb. 1
LET OP
Letselgevaar voor de handen!
Ruwe metalen onderdelen kunnen bij
het beetpakken of aanraken kras- en
snijwonden veroorzaken.
Bij werkzaamheden met een ruwe
metalen onderdelen moet u uw
persoonlijke handschoenen dragen.
1. Het pakket openen.
Leg de beide dozen in de verpakking naast de rails
en open deze.
Controleer de hele inhoud met de
aangegeven leveringsomvang, zie hoofdstuk
"3.5 Leveringsomvang".
25
46900V006_Rev-D_NL
clic”
clic”
Afb. 2
2. De twee overschuifdelen aan de zijkant van de
loopwagen eraf halen en rechts en links op de rail
steken.
Afb. 3
3. Op ieder overschuifdeel een rail steken.
Afb. 4
4. De plafondbesturing achter de schakelschuif op de
rail steken.
De ketting over de schakelschuif leggen.
90°
90°
Afb. 5
5. De ketting 90° draaien en in de kettingopname van
de plafondbesturing voeren.
De ketting 90° terugdraaien.
Afb. 6
6. Het inschuifdeel op de andere kant van de rail
steken.
90°
90°
Afb. 7
AANWIJZING
Om schade aan aandrijving te voorkomen,
moet de ketting parallel aan de rail lopen.
7. De ketting 90° draaien en in de kettingopname van
het inschuifdeel voeren.
De ketting 90° terugdraaien.
De hele ketting is ingehangen.
6. Montage
26
46900V006_Rev-D_NL
10 mm 17 mm 17 mm
Afb. 8 Afb. 9
8. De ketting tot de markering op het inschuifdeel
spannen, zie pijl in de detailweergave.
9. De twee lateihoekstukken met schroef en moer op
het inschuifdeel schroeven.
13 mm
B
ACK
H
INT
EN
100 mm -
700 mm
Afb. 10 Afb. 11
10. De rail omdraaien om de plafondophanging te
monteren.
Tussen plafondbesturing en plafondhouder moet een
afstand van ca. 100 - 700 mm liggen.
De plafondhouder op de rail steken en in elkaar
schuiven.
11. De geperforeerde banden rechts en links aan de
plafondhouders schroeven. Daarbij op de afstanden
voor de montage tot het plafond of de latei letten.
Rail is voorbereid voor verdere montage.
Voor de verdere montage zie hoofdstuk "6.4 Montage
aan de deur".
6.4 Montage aan de deur
X
5 -
65 mm
min. 35 mm
X
Afb. 1.1 Hoogste looppunt van draai- en kanteldeuren
X
5 -
65 mm
35 mm
X
Afb. 1.2 Hoogste looppunt van sectionaaldeur
INFORMATIE
Als de afstand tussen plafond en
onderkant van de rail groter dan 245 mm,
de plafondhouder met meer geperforeerde
banden verlengen.
1. Het hoogste looppunt “X” van de deur afhankelijk
van het deurtype bepalen:
De deur openen en de kortste afstand (min. 35 mm)
tussen bovenkant deur en plafond meten.
De afstand tussen het “X” en de onderkant van de
rail moet tussen 5 mm en 65 mm liggen.
max. 30°
Afb. 2
6. Montage
27
46900V006_Rev-D_NL
6. Montage
INFORMATIE
De afstand wordt eventueel korter als een
deurgreep in het midden van de deur is
aangebracht. De deur moet vrij kunnen
lopen.
2. De schuifstang mag bij gesloten deur in een hoek
van max. 30° staan.
½
½
½
½
70 mm 70 mm
21 mm
Afb. 3 Afb. 4
3. De deur sluiten.
Voor de montage de latei of het plafond kiezen. Het
midden van de deur vooraan meten en aan de poort
en latei of het plafond markeren.
4. Eén markering 70 mm rechts en links van het
deurmiddel op dezelfde hoogte aan de latei of het
plafond aanbrengen.
30 mm
min.
15 mm
15 mm
10 mm
65 mm
15
½
½
½
½
Afb. 5 Afb. 6
AANWIJZING
De aandrijving bij het boren afdekken zodat
er geen vuil in de aandrijving kan dringen
en deze kan beschadigen.
INFORMATIE
Bij een plafondmontage indien mogelijk
de boringen met een afstand van 15 mm
boren. Dit zorgt voor een kleinere
kantelneiging van de bevestigingshoeken.
INFORMATIE
Er moet bij de plafond- en wanddikte
rekening worden gehouden met de
boordiepte, vooral bij prefabgarages.
Eventueel moet de boordiepte worden
verkleind.
Uitsluitend toegestaan en aan
de ondergrond aangepast
bevestigingsmateriaal gebruiken.
5. Twee gaten (Ø 10 x 65 mm diep) in het plafond of de
latei boren.
6. De deur openen.
De markering van het deurmidden overbrengen op
het plafond.
13 mm
Afb. 7
7. De deur sluiten.
De pluggen in de latei of aan het plafond plaatsen.
De rail vooraan optillen.
Het lateibeslag vooraan met twee schroeven en
sluitringen aan de latei of het plafond schroeven.
De schroeven stevig vastdraaien.
Rail is met latei of plafond verbonden.
X
X
Afb. 8
AANWIJZING
Om schade aan aandrijving en de rails
te voorkomen, moet de aandrijving altijd
parallel aan de rails van de deur worden
ingebouwd.
8. De aandrijving parallel aan de looprails van de deur
uitlijnen.
28
46900V006_Rev-D_NL
100 mm
700 mm
10 mm
65 mm
13 mm
Afb. 9 Afb. 10
9. De rail parallel aan het deurmidden achter uitlijnen.
De plafondophanging uitlijnen.
Tussen plafondbesturing en plafondhouder
moet een afstand van ca. 100 - 700 mm liggen.
De plafondophanging moet in dit bereik worden
gemonteerd.
De uitlijning van de rail eventueel controleren met
een waterpas.
10. De boringen voor de gaten van de plafondhouder
aan het plafond markeren.
Twee gaten (Ø 10 x 65 mm diep) boren.
De pluggen plaatsen.
Twee schroeven met sluitringen plaatsen en met de
geperforeerde band aan het plafond schroeven.
De schroeven stevig vastdraaien.
Rail is met plafond verbonden.
Afb. 11
LET OP
Letselgevaar voor de handen!
Ruwe uitstekende metalen onderdelen
kunnen bij aanraking kras- en
snijwonden veroorzaken.
Om letsel te voorkomen, moet u de
uitstekende geperforeerde banden
afzagen en ontbramen.
Draag bij het ontbramen uw persoonlijke
veiligheidshandschoenen.
11. De uitstekende geperforeerde banden moeten
ingekort worden.
< 1,8 m
2x
Afb. 12
WAARSCHUWING
Gevaar door meegetrokken
worden!
In een lus aan de
noodontgrendelingskabel kunnen
personen en dieren gegrepen worden
en kan een ontgrendeling worden
geactiveerd. Ernstig letsel en dood
kunnen het gevolg zijn.
U moet de bijgevoegde
noodontgrendelingsgreep gebruiken.
AANWIJZING
De noodontgrendelingsgreep kan
beschadigingen veroorzaken bijvoorbeeld
krassen op het voertuig.
De afstand tussen de garagevloer en de
noodontgrendelingskabel mag niet groter
zijn dan 1,8 m.
De noodontgrendelingsgreep moet over
de gehele loopweg een afstand van
min. 50 mm tot de bewegende en vaste
onderdelen hebben.
12. Noodontgrendelingsgreep bevestigen:
Het kabel door de noodontgrendelingsgreep trekken.
Op een geschikt punt een dubbele knoop in de
kabel knopen. De noodontgrendelingsgreep over de
dubbele knop trekken. Indien nodig de kabel inkorten
of met geschikt materiaal verlengen.
6. Montage
29
46900V006_Rev-D_NL
6. Montage
“clic
Afb. 13
13. Eén keer aan de noodontgrendelingskabel trekken
om de loopwagen te ontgrendelen.
De loopwagen naar voren tegen de deur schuiven.
5 mm
Afb. 14 Afb. 15
WAARSCHUWING
Letselgevaar voor het hoofd!
Bij het stoten van hangende voorwerpen
kunnen ernstige kras- en snijwonden
ontstaan.
Bij het monteren van hangende
onderdelen moeten u uw persoonlijke
veiligheidshelm dragen.
14. De schuifstang in het deurbeslag steken. De pen
invoeren en de penborging schuiven.
De schuifstang vooraan in de loopwagen steken.
Eventueel de pen invoeren en de penborging erop
schuiven.
15. Het deurbeslag op het midden van de deur uitlijnen.
De boringen markeren en de gaten boren (Ø 5 mm).
Het deurbeslag met de zeskantbouten aan de deur
bevestigen.
Schuifstang is aan loopwagen en deur
gemonteerd.
Afb. 16
AANWIJZING
De deur mag niet tegen de aandrijving of
de rails schuren. De aandrijving en de rails
kunnen worden beschadigd.
De aandrijving moet dan worden verplaatst.
16. De deur met de hand helemaal openen.
Als de deur tegen aandrijving of rails schuurt, moet
de aandrijving worden verplaatst.
Schakelschuif loopt automatisch met de
loopwagen mee.
Afb. 17
AANWIJZING
De deur niet op de mechanische aanslag
schuiven. Anders trekt de aandrijving
de deur tegen de mechanische aanslag.
Daardoor komt de deur onder spanning te
staan en kan er schade optreden.
Er moet een afstand van ca. 30 mm worden
aangehouden.
INFORMATIE
De schakelschuif kan ook achteraf onder
de ketting worden geschoven en in de rail
worden gedraaid.
Daarna de schakelschuif in de rail op de
juiste lek vastschroeven.
30
46900V006_Rev-D_NL
6. Montage
17. De bout aan de schakelschuif zonder positiewijziging
met een kruiskopschroevendraaier vastdraaien.
De eindpositie voor Deur OPEN controleren:
Daarvoor de deur helemaal openen. De loopwagen
beweegt in de richting Deur OPEN op de
schakelschuif totdat en klikgeluid te horen is.
Eindpositie voor Deur OPEN ingesteld.
“clic
Afb. 18 Afb. 19
AANWIJZING
Bij het noodontgrendelen kan de deur
door veerbreuk of een verkeerde instelling
van de gewichtsbalans vanzelf openen
of sluiten. De aandrijving kan vernield of
beschadigd raken.
De noodontgrendeling regelmatig testen.
INFORMATIE
Het ont- en vergrendelen is mogelijk vanuit
elke positie van de deur.
18. De deur in de middelste stand zetten.
Loopwagen loopt mee.
19. Aan noodontgrendelingskabel trekken.
Loopwagen is vergrendeld.
Deur kan uitsluitend nog met de aandrijving
worden bewogen.
20. Controleren of geen onderdelen van de deur
uitsteken op openbare trottoirs en wegen.
WAARSCHUWING
Gevaar door uitstekende
onderdelen!
Er mogen geen deuren of andere
onderdelen uitsteken op trottoirs
of wegen. Dit geldt ook tijdens de
deurbeweging.
Personen en dieren kunnen ernstig
letsel oplopen of overlijden.
U moet openbare trottoirs en wegen vrij
houden van uitstekende onderdelen.
Aandrijving is gemonteerd.
31
46900V006_Rev-D_NL
7. Afdekkappen verwijderen en bevestigen
7.1 Afdekkap van loopwagen
Let in het bijzonder op de onderstaande
veiligheidsinstructies voor dit hoofdstuk.
WAARSCHUWING
Gevaar door optische straling!
Bij langdurig op korte afstand in LED-
licht kijken kan een optische verblinding
veroorzaken. Het gezichtsvermogen
kan voor korte tijd sterk beperkt zijn.
Daardoor kunnen ernstige of dodelijke
ongevallen gebeuren.
Kijk nooit direct in een LED-licht.
WAARSCHUWING
Gevaar door hete oppervlakken!
Na een frequent bedrijf kunnen
onderdelen van de loopwagen of
de besturing heet worden. Als de
afdekkap wordt verwijderd en hete
onderdelen worden aangeraakt kunnen
brandwonden het gevolg zijn.
Laat de aandrijving afkoelen voordat u
de afdekkap verwijderd.
Afdekkap verwijderen
Afb. 1
1. Op de loopwagen achteraan op de vergrendeling
van de afdekkap duwen en de afdekkap verwijderen.
Afdekkap erop steken
clic”
Afb. 1
1. De afdekkap vooraan insteken en achteraan op de
loopwagen vastklikken.
33
46900V006_Rev-D_NL
8. Elektrische aansluiting
8.1 Aansluiting op een stopcontact
Voor de elektrische aansluiting van de aandrijving is een
stopcontact nodig.
Uitsluitend opgeleide elektriciens mogen stopcontacten
installeren. Het stopcontact moet beveiligd zijn. De ter
plaatse geldende en nationale installatievoorschriften
(bijv. VDE) moeten in acht worden genomen.
Personen onder invloed van drugs, alcohol of het
reactievermogen verminderende geneesmiddelen mogen
niet aan de aandrijving werken.
Let in het bijzonder op de onderstaande
veiligheidsinstructies voor dit hoofdstuk.
GEVAAR
Gevaar door elektrische stroom!
Bij aanraken van onder stroom staande
onderdelen kan een gevaarlijke
doorstroming van het lichaam optreden.
Elektrische schok, verbrandingen of de
dood kunnen het gevolg zijn.
Uitsluitend een opgeleid elektricien
mag aan elektrische onderdelen werken.
Controleer voor het insteken van de
netstekker of de netspanning van de
stroombron gelijk is aan de op het
typeplaatje van de aandrijving vermelde
gegevens.
Steek de netstekker pas in het
stopcontact als de montage geheel is
afgesloten.
Voor werkzaamheden aan de
aandrijving moet u eerst de netstekker
uit het stopcontact trekken.
Als een accu aangesloten is, koppelt u
deze los van de besturing.
Controleer of er geen spanning op de
aandrijving staat.
Beveilig aandrijving tegen her
inschakelen.
AANWIJZING
Om schade aan aandrijving te voorkomen,
de plafondbesturing pas na volledige
montage verbinding met de voeding.
< 1100 mm
Afb. Afstand van plafondbesturing tot stopcontact
Houd tussen plafondbesturing en stopcontact een
afstand van max.1,1 m aan.
INFORMATIE
Het stopcontact moet als volgt
geïnstalleerd worden:
in het bereikbare bereik van het netsnoer
van de plafondbesturing
goed zichtbaar en vrij
INFORMATIE
Het netsnoer heeft een lengte van ca. 1,2 m.
INFORMATIE
U mag de meegeleverde voedingskabel
niet inkorten of verlengen.
Alle extern aan te sluiten apparaten
moeten een veilige scheiding van de
contacten tegen de netspanning volgens
ICE 60364-4-41 hebben.
Bij het leggen van de kabels van externe
apparaten de norm ICE 60364-4-41 in acht
nemen.
Alle elektrische kabels moeten vast
worden gelegd en tegen verschuiving
beveiligd zijn.
34
46900V006_Rev-D_NL
9. Inbedrijfname
9.1 Veiligheidsinstructies voor de
inbedrijfname
Let in het bijzonder op de onderstaande
veiligheidsinstructies voor dit hoofdstuk.
WAARSCHUWING
Gevaar door meegetrokken
worden!
Personen en dieren kunnen in het
bewegingsbereik van de deur gegrepen
en meegetrokken worden. Ernstig letsel
en dood kunnen het gevolg zijn.
Houd afstand tot de bewegende deur.
Draag uitsluitend nauwsluitende kleding.
Als u lange haren heeft, moet u een
haarnetje dragen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor kneus- en
snijwonden!
Als personen of dieren in het
bewegingsbereik van de bewegende
deur staan, kunnen het mechanisme
en de sluitzijden van de deur kneus- en
snijwonden veroorzaken.
Bedien de aandrijving uitsluitend als u
direct zicht heeft op de deur.
U moet alle gevarenzones tijdens de
gehele deurbeweging kunnen inzien.
Houd de bewegende deur altijd in de
gaten.
Houd personen en dieren uit de buurt
van het bewegingsbereik van de deur.
Grijp nooit naar de bewegende deur of
de bewegende delen. In het bijzonder
niet in de bewegende schuifstang
grijpen.
Als de loopwagen de rail passeert, mag
u niet naar de plafondophanging grijpen.
Rijd pas door de deur, als deze
helemaal geopend is.
Blijf nooit onder de geopende deur
staan.
WAARSCHUWING
Gevaar door optische straling!
Bij langdurig op korte afstand in LED-
licht kijken kan een optische verblinding
veroorzaken. Het gezichtsvermogen
kan voor korte tijd sterk beperkt zijn.
Daardoor kunnen ernstige of dodelijke
ongevallen gebeuren.
Kijk nooit direct in een LED-licht.
AANWIJZING
Voorwerpen kunnen in het
bewegingsbereik van de deur ingeklemd
en beschadigd worden.
Er mogen zich geen voorwerpen in het
bewegingsbereik van de deur bevinden.
INFORMATIE
De besturing herkent een kortsluiting
tussen ketting en rail en schakelt de
aandrijving daarom uit.
INFORMATIE
Bij gebruik van een fotocel mag deze bij
het starten van de programmering niet
actief zijn.
Als een fotocel als raamfotocel aan de deur
wordt gebruik, de deur in de middelste
stand zetten.
35
46900V006_Rev-D_NL
9. Inbedrijfname
9.2 Inbedrijfname uitvoeren
Lees dit hoofdstuk vóór de inbedrijfname bijzonder
goed door, zodat u veilig en optimaal de aandrijving kunt
instellen.
WAARSCHUWING
Gevaar door meegetrokken
worden!
Bij een ontoelaatbaar hoge
krachtinstelling kunnen personen en
dieren in het bewegingsbereik van
de deur gegrepen en meegetrokken
worden. Ernstig letsel en dood kunnen
het gevolg zijn.
De krachtinstelling is belangrijk voor de
veiligheid en moet door een opgeleide
specialist uitgevoerd worden.
U mag de krachtinstelling slechts met
uiterste zorg controleren en indien nodig
bijstellen.
De aandrijving mag alleen gebruikt
worden als een ongevaarlijke
krachtinstelling gegeven is.
U moet de krachtinstelling zo laag
instellen dat de sluitkracht geen letsel
kan veroorzaken.
AANWIJZING
Voor het instellen van de DIP-schakelaars
mag geen metalen voorwerp worden
gebruikt, omdat deze de DIP-schakelaars of
de printplaat kan beschadigen.
Voor de instelling van de DIP-schakelaars
moet een geschikt gereedschap worden
gebruikt, bijvoorbeeld een vlak, smal
voorwerp van kunststof.
INFORMATIE
De krachtinstelling moet na de montage
van de aandrijving worden gecontroleerd.
Zie ook hoofdstuk "13.1 Obstakeldetectie
testen".
De aandrijving mag alleen worden gebruikt:
in combinatie met de in de referentielijst aangegeven
deurtypen, zie onder:
http://som4.me/cgdo
Om te voldoen aan de EN 13241-1 moet vóór de
inbedrijfname het deurtype worden gekozen en met de
DIP-schakelaars op de loopwagen worden ingesteld.
De fabrieksinstelling van de DIP-schakelaars aan de
loopwagen is "OFF' en geldt dan voor sectionaaldeuren.
DIP-schakelaars
aan loopwagen
ON OFF
1
ON
1
2
3
4
Automatische
sluiting
geactiveerd
Automatische
sluiting
gedeactiveerd
2
ON
1
2
3
4
Gedeeltelijke
opening
geactiveerd /
verlichtings-
functie gedeac-
tiveerd
Gedeeltelijke
opening gede-
activeerd/
verlichtings-
functie
geactiveerd
3+4
ON
1
2
3
4
3
ON
1
2
3
4
4
ON
1
2
3
4
De loopwagen heeft een automatische krachtinstelling.
Bij de deurbewegingen OPEN en DICHT detecteert de
loopwagen de benodigde kracht automatisch en slaat
deze bij het bereiken van de eindposities op.
36
46900V006_Rev-D_NL
INFORMATIE
Tijdens de inbedrijfname:
vooral bij het programmeren in de garage
blijven.
de krachtafschakeling is nog niet op de
deur afgestemd en de aandrijving bevindt
zich in de programmeerfase.
INFORMATIE
De bedrijfskrachten kunnen met SOMlink
en een WLAN-apparaat worden gewijzigd
en aangepast.
< 1100 mm
Afb. 1
1. De bestaande voeding moet worden vergeleken met
die op het typeplaatje.
De aandrijving op de netspanning aansluiten.
Status-LED van de loopwagen knippert groen.
Afb. 2
2. Na verbinding van de aandrijving met de voeding
is de eerste beweging van de aandrijving na een
impuls altijd Deur OPEN.
Toets 1 op de voorgeprogrammeerde handzender
kort indrukken. Zie ook de aparte handleiding voor
de handzender.
Loopwagen beweegt langzaam naar de eindpositie
voor Deur OPEN en schakelt bij de schakelschuif
automatisch uit.
LEDs van de aandrijvingsverlichting knipperen.
Afb. 3
3. Toets 1 op de handzender nog een keer kort
indrukken.
Loopwagen beweegt langzaam in de richting van
Deur DICHT.
LEDs van de aandrijvingsverlichting knipperen.
Loopwagen schakelt automatisch uit bij het
bereiken van de in de fabriek ingestelde sluitkracht
aan de eindpositie voor Deur DICHT.
LEDs van de aandrijvingsverlichting knipperen in
gewijzigde volgorde.
Afb. 4
4. Toets 1 op de handzender kort (< 1 seconde)
indrukken om de eindpositie op te slaan.
LEDs van de aandrijvingsverlichting knipperen kort
in snelle volgorde.
De aandrijving start automatisch een
programmeercyclus:
Loopwagen beweegt automatisch weer naar de
eindpositie voor Deur OPEN en programmeert de
benodigde bedrijfskrachten.
9. Inbedrijfname
39
46900V006_Rev-D_NL
10. Aansluitingen en speciale functies van de
loopwagen
10.1 Printplaat loopwagen
ws
gn
LW-A
PCXXXXXXX
SOMMER
Antriebs- u.
Funktechnik GmbH
8K2
ws
rt
sw
+12V
br
gn
wh
BUZZER
+12V
RADIO
RESET
MEMO
LIMIT
MAGNET
SENSO
LASER
ON
1
2
3
4
CH1
CH2
CH3
CH4
STATUS
USART
OSE
+
-
MOTION
2
4
3
5
1
16
15
14
13 12
10
11
9 8
7
6
17
Afb. Printplaat van loopwagen (complete uitvoering*)
Aansluitmogelijkheden op loopwagen
1 LED, CH 1 - CH 4, rood
Indicatie voor radiokanaal
10 Slot LASER*, wit,
Aansluiting parkeerpositielaser
2 Slot MAGNET*, groen
Aansluiting lock
11 Slot MOTION*, wit, 3-pins
Aansluiting voor bewegingssensor
3 Slot LIMIT, blauw
Aansluiting eindschakelaar (OPEN)
12 Aansluiting voor veiligheidscontactlijst*
8k2/optische sluitrandbeveiliging
4 Printplaataanduiding 13 Aansluiting loopdeurbeveiliging
Potentiaalvrij
5 LEDs, aandrijvingsverlichting 12/13 Aansluiting 12V DC, max.100 mA
6 Slot MEMO*
Aansluiting Memo
14 Status-LED, groen
7 Slot USART*
Interface
15 Resetknop, groen
8 Slot BUZZER*, zwart
Aansluiting waarschuwings- of alarmzoemer
16 DIP-schakelaars
9 Slot SENSO*
Aansluiting Senso
17 Radioknop, rood (radiotechniek)
*De uitvoering kan afhankelijk van het type variëren. Daardoor kan de inzet van accessoires verschillen.
Een aansluitschema bevindt zich in het hoofdstuk “19. Aansluitschema’s en functies van DIP-schakelaars”.
42
46900V006_Rev-D_NL
10. Aansluitingen en speciale functies van de
loopwagen
INFORMATIE
De Memo op een nieuwe aandrijving
wissen.
Anders worden alle opgeslagen zenders
van de aandrijving gewist en moeten dan
weer opnieuw worden geprogrammeerd.
10.7 Programmeermodus onderbreken
1. De radioknop zo vaak indrukken tot er geen LED
meer brandt of gedurende 30 seconden geen data
invoeren.
Programmeermodus is onderbroken.
10.8 Zendertoets uit radiokanaal wissen
1. Door meerdere keren op de radioknop te drukken
het gewenste radiokanaal kiezen.
De radioknop 15 seconden ingedrukt houden.
LED
1 x 2 x 3 x 4 x
CH 1
CH 2
CH 3
CH 4
Na 15 seconden flitst de LED.
2. De radioknop loslaten.
Radio-ontvanger staat nu in de wismodus.
3. De toets van de zender indrukken waarvan het
commando in het radiokanaal gewist moet worden.
LED dooft.
Wissen is beëindigd.
Indien nodig de procedure voor meer toetsen herhalen.
10.9 Zender helemaal uit ontvanger
wissen
1. De radioknop indrukken en 20 seconden ingedrukt
houden.
Na 15 seconden flitst de LED.
Na nog eens 5 seconden wijzigt de
knippervolgorde in knipperen.
2. De radioknop loslaten.
Radio-ontvanger staat nu in de wismodus.
3. Willekeurige zendertoets van de zender indrukken
die moet worden gewist.
LED dooft.
Wissen beëindigd.
Zender is uit de radio-ontvanger gewist.
Indien nodig de procedure voor overige zenders
herhalen.
10.10 Radiokanaal van de ontvanger
wissen
1. Door meerdere keren op de radioknop te drukken,
het gewenste radiokanaal kiezen.
De radioknop 25 seconden ingedrukt houden.
LED
1 x 2 x 3 x 4 x
CH 1
CH 2
CH 3
CH 4
Na 15 seconden flitst de LED.
Na nog eens 5 seconden wijzigt de
knippervolgorde in knipperen.
Na nog eens 5 seconden brandt de LED van het
geselecteerde radiokanaal.
2. De radioknop loslaten.
Wissen is beëindigd.
Op het geselecteerde radiokanaal zijn alle
geprogrammeerde zenders uit de radio-ontvanger
gewist.
10.11 Alle radiokanalen in ontvanger
wissen
1. De radioknop indrukken en 30 seconden ingedrukt
houden.
Na 15 seconden flitst de LED.
Na nog eens 5 seconden wijzigt de
knippervolgorde in knipperen.
51
46900V006_Rev-D_NL
11. Aansluitingen en speciale functies van de
plafondbesturing
11.3 Instelling DIP-schakelaars op
plafondbesturing
Met de DIP-schakelaars op de plafondbesturing kunnen
speciale functies worden ingesteld.
Standaard staan alle DIP-schakelaars op "OFF".
AANWIJZING
Voor het instellen van de DIP-schakelaars
mag geen metalen voorwerp worden
gebruikt, omdat deze de DIP-schakelaars
of de printplaat kan beschadigen.
Voor de instelling van de DIP-schakelaars
moet een geschikt gereedschap worden
gebruikt, bijvoorbeeld een vlak, smal
voorwerp van kunststof.
DIP-
schakelaars op
plafondbesturing ON OFF
1
ON
1
23
4
Extra
printplaat
"Conex"
T1 denieert
Deur OPEN
T2 denieert
Deur DICHT
Extra
printplaat
"Conex"
T1 impulsreeks
T2 verlich-
tingsfunctie /
gedeeltelijke
opening
2
ON
1234
Relay (MUFU)
trekt tijdens de
deurbeweging
en als de
deur niet is
gesloten aan*
Relay (MUFU)
verlichtings-
functie
3
ON
1234
Continue
voeding van
het totale
systeem
geactiveerd
Energiespaar-
modus
geactiveerd
4
ON
1234
COM en
Signal als
knopingang
(gedeeltelijke
opening)
geactiveerd
COM en
Signal als vei-
ligheidscontact
voor fotocel
geactiveerd
* Bijv.: Deurstatusindicatie
11.4 Drukknop 2 voor gedeeltelijke
opening
Indien nodig kan een nog een drukknop voor de
bediening van de gedeeltelijke opening worden
aangesloten. Na de montage van de drukknop moeten de
instellingen op de plafondbesturing en op de loopwagen
worden ingesteld.
AANWIJZING
De afdekkap is via een verbindingskabel
met de printplaat van de plafondbesturing
verbonden. Als een accu ingebouwd
is, is deze eveneens met de printplaat
verbonden.
De afdekkap voorzichtig verwijderen en de
aansluitingen loskoppelen om schade aan
de plafondbesturing te voorkomen.
INFORMATIE
Bij het gebruik van drukknop 2
(gedeeltelijke opening) kan geen fotocel
worden aangesloten. De bedrijfsmodus
van de automatische sluiting is dan niet
mogelijk.
Drukknop monteren
1. Voor de montage van de potentiaalvrije drukknop
een geschikte positie kiezen op een hoogte van
min. 1,6 m.
2. De drukknop monteren.
3. De drukknopkabel naar de plafondbesturing vast
leggen en tegen verschuiven beveiligen.
Stuurleiding monteren en instellingen op de
plafondbesturing
1. De aandrijving van de netspanning loskoppelen.
De spanningsvrijheid van de aandrijving controleren.
2. De afdekkap van de plafondbesturing schroeven.
3. Als een accu wordt gebruikt, de accu eveneens
lostrekken, zie hoofdstuk "11.11 Accu monteren en
demonteren":
4. De afdekkap verwijderen.
WL
24V/1A
Signal
COM
GND
+24V
O
12
WL
2
4V
/
1
A
O
1
2
G
N
D
+24
V
ON
1234
Afb. 5 Afb. 6
51


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Sommer S 9110 base plus at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Sommer S 9110 base plus in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 8,43 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Sommer S 9110 base plus

Sommer S 9110 base plus Installation Guide - English - 80 pages

Sommer S 9110 base plus Installation Guide - German - 80 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info