Ingebruikstelling
15
Handzender programmeren
• Insteltoets (1) indrukken
– 1x voor kanaal 1 (binnen), LED (3.1) is verlicht
– 2x voor kanaal 2 (buiten), LED (3.2) is verlicht
– Wanneer de radiografische ontvanger binnen 10 seconden geen
code ontvangt, wordt de instelmodus afgesloten en de normale
bediening geactiveerd.
– Onderbreek de instelmodus: druk de insteltoets (1) zo vaak in tot alle
LED’s uit zijn.
• Druk de gewenste handzendertoets (5) zo lang in, totdat het LED uit
is – al naargelang welk kanaal werd geselecteerd.
De handzender heeft de zendcode naar de radiografische ontvanger
gezonden.
• LED van het geselecteerde kanaal gaat uit – Programmeren beëin-
digd.
Verdere handzenders programmeren. De bovengenoemde stappen
herhalen. Max. zijn 448 geheugenplaatsen per radiografische ontvanger
beschikbaar.
Aanwijzingsbord monteren
• Het aanwijzingsbord betreffende de functie van de noodontgrende-
ling a.u.b. aan de kabel van de noodontgrendeling hangen.
Waarschuwingsbord aanbrengen
• Waarschuwingsborden (tekst + driehoek) a.u.b. op een opvallende
plaats aanbrengen, bijv.: naast de drukknop (driehoek) en op de
poortvleugel (tekst + driehoek).