Met de vier inĆ/uitschakelaars stelt u het
verwarmingsvermogen van de afzonderlijke
kookzones in.
ý
Wanneer u een kookzone inschakelt, brandt het
indicatielampje.
De kookplaat heeft voor elke kookzone een
restwarmteĆindicatie. Deze laat zien welke kookzones
nog heet zijn. Ook wanneer de kookplaat
uitgeschakeld is, is de indicatie verlicht tot de
kookzone voldoende afgekoeld is.
U kunt de restwarmte energiebesparend benutten en
bijvoorbeeld een klein gerecht warmhouden.
De kookplaat
InĆ/uitschakelaars
RestwarmteĆindicatie