91Ontgrendelen en vergrendelen
Hoe wordt het alarmsysteem uitgeschakeld?
Om het alarmsysteem uit te schakelen, dient u de sleutel in de openings-
richting te draaien, het portier te openen en het contact in te schakelen of
de toets voor openen van de afstandsbediening in te drukken.
Bij wagens die met een alarmsysteem uitgerust zijn, heeft men 15 secon-
den de tijd om de sleutel in het contactslot te steken en het contact in te
schakelen als de wagen met de sleutel via het bestuurdersportier geopend
wordt.
Anders gaat het alarm gedurende 30 seconden af en kan de motor niet wor-
den gestart.
Let op
●Na 28 dagen gaat het controlelampje uit om te voorkomen dat de accu
leeg raakt als de wagen voor langere tijd geparkeerd staat. Het alarmsys-
teem blijft geactiveerd.
●Als na het afgaan van het alarm geprobeerd wordt een ander beveiligd
gebied binnen te dringen, gaat het alarmsysteem opnieuw af.
●Het alarmsysteem kan met de radiografische afstandsbediening in- en
uitgeschakeld worden ⇒ pagina 88.
Interieurbewaking en afsleepalarm*
Bewakings- of controlefunctie inbegrepen in het alarmsys-
teem*, dat via ultrasoon geluid de niet geautoriseerde toe-
gang tot de wagen opspoort.
Activering
–Wordt automatisch ingeschakeld bij het inschakelen van het
alarmsysteem.
Buiten werking stellen
–Open de wagen met de mechanische sleutel1) of met de toets
van de afstandsbediening.
–Druk tweemaal op toets van de afstandsbediening. De volu-
metrische sensor en de hellingshoeksensor worden gedeacti-
veerd. Het alarmsysteem blijft geactiveerd.
De interieurbewaking en het afsleepalarm worden automatisch weer inge-
schakeld wanneer de wagen weer wordt vergrendeld.
De interieurbewaking en de sensor van het afsleepalarm (hellingshoeksen-
sor) worden samen met het alarmsysteem automatisch ingeschakeld. Voor
het inschakelen ervan moeten alle portieren en de achterklep gesloten zijn.
Indien u de interieurbewaking en het wegsleepalarm wenst uit te schake-
len, moet u dit telkens opnieuw doen wanneer de wagen vergrendeld wordt,
anders worden deze systemen automatisch ingeschakeld.
De interieurbewaking en het afsleepalarm moeten uitgeschakeld worden in-
dien dieren in de binnenruimte van de vergrendelde wagen gelaten worden
(anders gaat het alarmsysteem af wegens hun bewegingen) of bijvoorbeeld
1) Tussen het openmaken van het portier en de sleutel in het contactslot steken mag niet
meer dan 15 seconden zitten omdat anders het alarmsysteem afgaat.
'Veilig op weg' Bediening Advies en actie Technische Gegevens