11Veilig rijden
ATTENTIE (vervolg)
●Zorg steeds voor voldoende scheiding met het stuurwiel en het dash-
board.
●Zit steeds met de rug recht en goed tegen de rugleuning gedrukt, met
goed afgestelde voorstoelen. Plaats geen enkel lichaamsdeel tegen of
heel dicht bij de airbag.
●Het risico op ernstig letsel neemt toe voor de inzittenden van de voor-
stoelen indien ze niet rechtop zitten, aangezien de veiligheidsgordels
dan niet correct gedragen worden.
ATTENTIE
Een verkeerde afstelling van de stoelen kan ongevallen en ernstig letsel
veroorzaken.
●Verstel de stoelen enkel wanneer de wagen stilstaat, aangezien de
stoelen anders onverwacht kunnen verschuiven tijdens het rijden en de
bestuurder zo de controle over de wagen kan kwijtraken. Daarenboven
wordt tijdens het verstellen van de stoel een verkeerde houding aange-
nomen.
●Pas de hoogte, schuine stand en lengtepositie van de stoel enkel aan
wanneer niemand zich binnen het verstelbereik van de stoelen bevindt.
●Geen enkel voorwerp mag terechtkomen in het verstelbereik van de
stoelen.
●Pas de hoogte, schuine stand en lengtepositie van de achterbank al-
leen aan wanneer niemand zich binnen het verstelbereik van de stoelen
bevindt.
●De verstel- en blokkeerbereiken van de stoelen mogen niet vuil zijn.
Gevaar voor letsel door een verkeerde zithouding
Het niet of verkeerd dragen van de veiligheidsgordel verhoogt het risico op
ernstige of zelfs dodelijk letsel. Veiligheidsgordels kunnen alleen bij juiste
gordelverloop hun optimale beschermende werking bereiken. Het aanne-
men van een verkeerde zithouding heeft een negatieve invloed op de be-
schermende werking van de veiligheidsgordel. Dit kan levensgevaarlijke of
zelfs dodelijke verwondingen tot gevolg hebben. Het risico op zwaar licha-
melijk letsel met zelfs dodelijke gevolgen wordt vooral vergroot als een air-
bag die wordt geactiveerd een inzittende treft die een verkeerde zithouding
heeft ingenomen. De bestuurder is verantwoordelijk voor alle inzittenden in
de wagen, vooral kinderen.
De volgende opsomming omvat voorbeelden van zithoudingen die voor alle
inzittenden gevaarlijk kunnen zijn.
Wanneer de wagen in beweging is:
●nooit in de wagen staan.
●nooit op de stoelen staan.
●nooit op de stoelen knielen.
●nooit de rugleuning sterk naar achteren kantelen.
●nooit tegen het dashboard leunen.
●zich nooit uitrekken in de stoelen.
●nooit op het puntje van de stoel gaan zitten.
●nooit dwars op de stoel gaan zitten.
●nooit uit de ramen leunen.
●nooit de voeten uit de ramen houden.
●nooit de voeten op het dashboard leggen.
●nooit de voeten op het kussen van de stoel of rugleuning leggen.
●nooit in de voetenruimte gaan zitten tijdens een rit.
●nooit op de armleuning gaan zitten.
●nooit zonder omgegespte veiligheidsgordel meerijden.
●nooit in de bagageruimte verblijven.
Veilig op weg Bediening Raad en daad Technische gegevens