34 PERFECTA SATEL
7.2 Uitgang parameters en opties
Fig. 16. “Uitgangen” tabblad.
Naam uitgang [48. Naam] – individuele naam van de uitgang (tot 16 karakters).
Insteltijd [42.Insteltijd] – de tijdsduur voor hoelang de uitgang actief dient te zijn.
Het programmeren van de waarde 0 wijzigt het functioneren van sommige uitgangen:
– alarm uitgangen blijven actief totdat het alarm hersteld is,
– 5. OVERVAL ALARM en 14. BEL zullen actief blijven totdat gebruikersfunctie 3. UITGANG
RESET gestart wordt,
– 13. ZONE OPEN uitgang blijft actief voor zolang de zone geactiveerd is,
– 15. GESTUURD uitgang blijft actief totdat deze weer aangestuurd wordt door de zone,
gestopt wordt door een schema of gedeactiveerd wordt via het bediendeel.
Activering [43.Zones] – de zones waarvan de status effect hebben op de status van de
uitgang.
Inschakel mode [43.Zones] – de inschakel modi welke invloed hebben op de status van de
uitgang.
Storingen [43.Zones] – storingen waardoor de uitgang actief wordt.
Behoort bij blok 1 [451.Uitgang B.1] – indien de optie ingeschakeld is zal de uitgang
gestuurd worden door gebeurtenissen van blok 1 (alarm in blok 1, alarm herstel in blok ,1
etc.).
Behoort bij blok 2 [452.Uitgang B.2] – indien de optie ingeschakeld is zal de uitgang
gestuurd worden door gebeurtenissen van blok 2 (alarm in blok 2, alarm herstel in blok 2,
etc.).
Polariteit + [453.Pol. (+)] – de optie bepaald de werking van de uitgang (zie de tabel
hieronder). Indien de optie uitgeschakeld is, dan is de uitgang geïnverteerd. De optie is
niet van toepassing op draadloze uitgangen.